Provincie Friesland

PERSBESLUITENLIJST

Het College van Gedeputeerde Staten heeft op
26 mei 2009 het volgende besloten:

Mededelingen
Gedeputeerde Staten hebben de besluitenlijst van de GS-vergadering van 19 mei 2009 vastgesteld.
Besluitenlijst beschikbaar


1. Provincie Fryslân wil opleidingsbedrijf voor metaalsector De provincie Fryslân steunt het initiatief van de Koninklijke Metaalunie om in Fryslân een opleidingsbedrijf Metaal+ (OBM+) te beginnen. De provincie stelt E 110.000 beschikbaar als het project ook in aanmerking komt voor E 890.000 subsidie uit het programma Koers Noord van het SNN. De Koninklijke Metaalunie en de deelnemende metaalbedrijven dragen gedurende vier jaar in totaal E 350.000 bij. Persbericht beschikbaar


2. Tarieven ganzenopvang bekend
Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân hebben de tarieven vastgesteld voor de ganzenopvang voor het komende winterseizoen 2009-2010. Deze tarieven gelden met terugwerkende kracht ook voor het afgelopen winterseizoen. Het subsidieplafond is dit jaar veranderd van een financieel plafond naar een oppervlakte plafond. De opengestelde oppervlakte bedraagt maximaal 27.128 hectare. In het seizoen 2008-2009 is voor 22.622 hectare aangevraagd. Voor grasland geldt een maximale bijdrage van E 808 per hectare (vast E 118 en variabel E 690), voor bouwland E 749 per hectare (vast E 73 en variabel E 676), voor vroege en late groenbemester E 252. De aanvragen voor subsidie voor opvang van overwinterende ganzen kunnen ingediend worden van 15 juni tot en met 31 juli bij Dienst Regelingen.


3. Klanttevredenheidsonderzoek Plattelânsprojekten uitgevoerd In april 2009 is een klanttevredenheidsonderzoek uitgevoerd onder alle initiatiefnemers (ca. 1000 personen) waarmee één van de projectbureaus van Plattelânsprojekten in de periode 2005 t/m 2008 contact heeft gehad. De resultaten liggen, zowel qua respons (met ca. 30%) als inhoudelijk in dezelfde lijn als het eerdere klanttevredenheidsonderzoek in 2004. Uit het onderzoek is onder meer gebleken dat de dienstverlening van de projectbureaus van Plattelânsprojekten goed is. Daarmee ligt de dienstverlening op hetzelfde niveau als in 2004. Onderzoek beschikbaar

---- --
Beslutelist gearkomste fan D.S. 19 maaie 2009


---
Team/ ûnderwerp / koarte gearfetting / beslút D.S. (kolleezjelid)

---


1. a. Aktiviteitenkalinder.

b. Utnoegings.

c. Beslutelist fan 12 maaie 2009.
Wurdt wizige fêststeld.

d. Parsebeslutelist fan 12 maaie 2009.

BESPREKPUNTEN

Wetter B1. Antwurd op fragen VVD-fraksje (oer reservearringssônes). (Schokker)
Koarte gearfetting fan it ûnderwerp:
De VVD-fraksje hat fragen steld oer de oanpaste kaarten fan de reservearringssônes foar primêre wetterkearings (tredde Wetterhúshâldingsplan).

D.S. beslute:
de antwurden yn de ûntwerpbrief wizige fêst te stellen en oan Provinsjale Steaten te stjoeren (deputearre Schokker wurdt machtige om ien en oar ôf te dwaan).

Proseduere:
Tastjoere oan Provinsjale Steaten.

gearkomste fan D.S. 19 maaie 2009


- 2 -


---
Team/ ûnderwerp / koarte gearfetting / beslút D.S. (kolleezjelid)

---

BC-staf B2. Vragen SP over Vattenfall. (Galema)
Koarte gearfetting fan it ûnderwerp:
Namens de SP-statenfractie zijn 34 schriftelijke vragen gesteld over Vattenfall, het Zweedse energiebedrijf dat een strategische alliantie wil aangaan met het productie- en leveringsbedrijf van NV Nuon.

D.S. beslute:
de antwoorden op de Statenvragen gewijzigd vast te stellen.

Proseduere:
Toezenden aan Provinciale Staten.

ERT B3. Schriftelijke vragen van PvdA over uitspraken Adema. (Adema)
Koarte gearfetting fan it ûnderwerp:
De PvdA, mevrouw Aafke Postma, heeft vragen gesteld inzake elektrisch varen, de versnellingsagenda en de notitie `Fryslân geeft energie'.

D.S. beslute:

1. de antwoorden op de schriftelijke vragen vast te stellen;
2. de brief naar mevrouw A. Postma te verzenden.

Proseduere:
Toezenden aan Provinciale Staten.

PPLG B4. Schriftelijke vragen PvdA over het LC artikel `Fryslân te sloom met (Konst) de Natuursnelweg'.

Koarte gearfetting fan it ûnderwerp:
Naar aanleiding van het artikel in de Leeuwarder Courant, d.d. 11 februari 2009, heeft PvdA-fractie van Provinciale Staten een aantal schriftelijke vragen gesteld aan Gedeputeerde Staten (ex. artikel 39 Reglement van Orde). In dit GS-stuk heeft de dienst antwoorden geformuleerd op de gestelde vragen.

D.S. beslute:
in te stemmen met de antwoorden.

Proseduere:
Toezenden aan Provinciale Staten.

gearkomste fan D.S. 19 maaie 2009


- 3 -


---
Team/ ûnderwerp / koarte gearfetting / beslút D.S. (kolleezjelid)

---

Zorg en Welzijn B5. Uitvoering amendement `Herzien voorstel inzake inzet (Schokker) steunfuncties en herijking subsidiebeleid maatschappelijke organisaties', PS d.d. 12-12-2007 (met betrekking tot Sensoor, voorheen SOS Telefonische Hulpdienst).

Koarte gearfetting fan it ûnderwerp:
In de vergadering van Provinciale Staten van 12 december 2007 is bij Amendement besloten dat de functie van telefonische hulpdienst behouden blijft, met inachtneming van behoud van inzet en expertise van vrijwilligers. Op 14 mei 2008 zijn de Staten over de voortgang geïnformeerd en hebben ze kennis genomen van de scenario's van samengaan met CMO Partoer. Er is toen besloten dat er éénmalig een bedrag ter hoogte van 20.000 beschikbaar zou worden gesteld ten behoeve van de frictiekosten. Verder zou met ingang van 1 juni 2009 de budgetsubsidie voor het product van Sensoor met 6,5% worden verminderd en de financiële middelen die door het verminderen van budgetsubsidie vrijvallen aan het SIF worden toegevoegd. Bij de verdere uitwerking, die overigens zeer goed verloopt, blijken de kosten 123.000 te bedragen. De leden van Provinciale Staten worden zo spoedig mogelijk door middel van bijgevoegde brief op de hoogte gebracht van de substantiële verhoging van de frictiekosten, alvorens vervolgstappen worden gezet.

D.S. beslute:

1. in te stemmen met de uitwerking van het amendement en de frictiekosten ter hoogte van 123.000 te betalen uit het SIF (vrijval naar aanleiding van efficiëntiekorting maatschappelijke organisaties)
2. het bijgevoegde voorstel gewijzigd vast te stellen en toe te zenden aan de leden van Provinciale Staten.

Proseduere:
Toezenden aan Provinciale Staten.
gearkomste fan D.S. 19 maaie 2009


- 4 -


---
Team/ ûnderwerp / koarte gearfetting / beslút D.S. (kolleezjelid)

---

FPC GB5. Wyldemerk.
(Galema, Schokker)
Koarte gearfetting fan it ûnderwerp:
Naar aanleiding van Statenvragen van de FNP inzake Wyldemerk in de bijeenkomst van Provinciale Staten van 22 april 2009 is bijgevoegde brief opgesteld ten behoeve van alle leden van Provinciale Staten. Het betreft vragen rondom het exploitatietekort dat is ontstaan bij Wyldemerk.

D.S. beslute:
in te stemmen met de aangepaste tekst van bijgevoegde brief en deze te versturen aan alle leden van Provinciale Staten.

Proseduere:
Toezenden aan Provinciale Staten.

gearkomste fan D.S. 19 maaie 2009


- 5 -


---
Team/ ûnderwerp / koarte gearfetting / beslút D.S. (kolleezjelid)

---

Verkeer en Vervoer B6. Landbouwverkeer.
(Adema )
Koarte gearfetting fan it ûnderwerp:
Binnen de landbouwsector doen zich ontwikkelingen voor, zoals schaalvergroting en bedrijfsintensivering, die van invloed zijn op het gebruik van de openbare wegen. Adequate wetgevingsvoorstellen blijven helaas hangen tussen Tweede Kamer en Kabinet. Het onderwerp vergt echter een actieve houding van de overheden, elk vanuit hun eigen verantwoordelijkheid. Bijgevoegd zijn producten met verschillende doeleinden:
- Strategie: standpunt lagere Friese overheden richting wetgevende overheid;

- Infrastructureel beleid, voor toepassing op provinciale wegen;
- Startdocument Kwaliteitsnetwerk landbouwverkeer, om gezamenlijk met gemeenten te komen tot een duurzaam, veilig en leefbaar gebruik van de wegen in het buitengebied.

D.S. beslute:

1. in te stemmen met product A, de strategie en deze via diverse bestuursorganen te ventileren richting rijksoverheid;
2. tot vaststelling van product B, beleid als onderdeel van de Provinciale Richtlijn Wegontwerp (PRW), waarbij het huidige beleid voor parallelwegen komt te vervallen;

3. in te stemmen met product C, het startdocument Kwaliteitsnetwerk landbouwverkeer en hier een vervolguitwerking aan geven;
4. kennis te nemen van de bijlage rapport achtergrondinformatie landbouwverkeer;

5. in te stemmen met de vervolgprocedure richting leden van Provinciale Staten;

6. in te stemmen met de aanbiedingsbrief aan Provinciale Staten.

Proseduere:
Toesturen aan Provinciale Staten.

HAMMERSTIKKEN

BC-staf H1. SG-lijsten van 9 t/m 15 mei 2009. (Allen)
D.S. beslute:
de SG-lijsten vast te stellen.

gearkomste fan D.S. 19 maaie 2009


- 6 -


---
Team/ ûnderwerp / koarte gearfetting / beslút D.S. (kolleezjelid)

---

Ruimte H2. WRO-besluiten van 9 t/m 15 mei 2009. (Konst)
D.S. beslute:
de WRO-besluiten vast te stellen.

ERT H3. Opheegjen provinsjale bydrage oan projekt `Zeppelin (De Vries) Waddenvluchten'.

Koarte gearfetting fan it ûnderwerp:
De beswierskrifteproseduere oangeande it fleanen mei in zeppelin boppe de Waadsé is ôfrûn. De Raad van State hat wol as betingst steld dat de effekten fan it fleanen boppe de Waadsé en boppe it Amelân monitoard wurde moat. Dizze monitoaring bringt ekstra kosten mei. Oan de provinsje is frege de helte fan dizze kosten foar har rekken te nimmen. Boppedat binne de tiden sûnt 2007 sa folle oars wurden dat de inisjatyfnimmers fan it projekt de fleantiid fan it projekt mei in wike ynkoarten ha.

D.S. beslute:

1. de (yn 2007) taseine bydrage oan it projekt `Zeppelin Waddenvluchten' mei 15.000 op te heegjen;

2. taheakke konseptbrief oan de Stichting Zeppelin Waddenvluchten (828504) fêst te stellen.

Milieubeleid H4. Structurele samenwerking externe veiligheid Fryslân. (Adema)
Koarte gearfetting fan it ûnderwerp:

- De provincie ontvangt een programmafinanciering voor de uitvoering van het Fries Uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid 2006-2010;
- Omvang: 667.000 per jaar t/m 2010;

- Eén van de voorwaarden die VROM aan subsidie verbindt is dat er een structurele samenwerking tot stand komt op een adequaat niveau;
- Stuurgroep EV (onder voorzitterschap van Adema) heeft een voorstel gedaan voor een invulling van een samenwerking die aan deze eisen voldoet en dit in een overeenkomst verwoord;

- De Friese gemeenten hebben inmiddels allemaal ingestemd met de overeenkomst.

D.S. beslute:
in te stemmen met de samenwerkingsovereenkomst

gearkomste fan D.S. 19 maaie 2009


- 7 -


---
Team/ ûnderwerp / koarte gearfetting / beslút D.S. (kolleezjelid)

---

Verkeer en Vervoer H5. Prijsvraag innovatie in het openbaar vervoer. (Adema)
Koarte gearfetting fan it ûnderwerp:
In het Coalitieakkoord 2007-2011 is als koersaccent opgenomen de Pilot innovatieve vormen van OV. Met dit voorstel wordt hier invulling aan gegeven. Op 26 juni 2009 wordt het congres Innovatie in Vervoer(ing) georganiseerd door de provincie Fryslân. Doel van dit congres is om innovaties in het Friese openbaar vervoer te stimuleren. Aan dit congres wordt een prijsvraag gehangen van 100.000 waarmee inschrijvers hun innovatie moeten ontwikkelen en invoeren. Het reglement van de prijsvraag wordt op een later tijdstip met een voorstel voor leden van de jury in Gedeputeerde Staten gebracht. Om de communicatie van het congres al wel te kunnen starten, worden de hoofdlijnen nu in Gedeputeerde Staten gebracht.

D.S. beslute:

1. in te stemmen met de criteria van de prijsvraag;
2. uit de pot "BDU Congres innovatief OV plus fonds" een bedrag van 100.000 aan te wenden voor het ontwikkelen en uitvoeren van de gekozen voorstellen.

PARSEBESLUTELIST

SKRIFTLIKE MEIDIELINGS


1. Algemien:

a. Planning Tweede Kamer: besproken.

b. Toekomst Lissabonstrategie en de rol van decentrale overheden: besproken.

c. Konsept beslutelist Steategearkomste 13 maaie 2009: besprutsen.

MUNLINGE MEIDIELINGS
gearkomste fan D.S. 19 maaie 2009

---- --
Beslutelist gearkomste fan D.S. 12 maaie 2009

Ofwêzich: CvdK

---
Team/ ûnderwerp / koarte gearfetting / beslút D.S. (kolleezjelid)

---


1. a. Aktiviteitenkalinder.

b. Utnoegings.

c. Beslutelist fan 21 april 2009.
Wurdt wizige fêststeld.

d. Parsebeslutelist fan 21 april 2009.

BESPREKPUNTEN

BC-staf B1. Vergadering van Provinciale Staten op 13 mei 2009. (Allen)
Koarte gearfetting fan it ûnderwerp:
Dit stuk betreft de uitnodiging, de agenda, eventueel vragen voor het vragenuurtje en (aankondigingen van) interpellatieverzoeken, initiatiefvoorstellen en dergelijke, alsmede wat daaraan mogelijk nog binnenkomst en nagezonden wordt. Ook andere ontwikkelingen kunnen aanleiding zijn tot voorbeschouwing.

D.S. beslute:

1. de agenda voor kennisgeving aan te nemen;
2. de leeswijzer notitie `Taakbewust Toekomstbestendig' aan Provinciale Staten toe te zenden.

gearkomste fan D.S. 12 maaie 2009


- 2 -


---
Team/ ûnderwerp / koarte gearfetting / beslút D.S. (kolleezjelid)

---

KTU B2. Antwurd Steatefragen VVD oer ekstra middelen Stifo regionale (De Vries) omroppen.

Koarte gearfetting fan it ûnderwerp:
It kolleezje fan Deputearre Steaten jout antwurd op de fragen fan de VVD nei oanlieding fan de moasje fan Atsma en Remkes (31 804) oer ekstra middelen foar it Stifo ornearre foar regionale omroppen. Yn de beäntwurding wurdt yngien dat it kolleezje op`e hichte wie fan dizze ekstra bydrage en in rol spile hat by de mienskiplike lobby binnen IPO-ferbân foar mear finânsjes foar regionale omroppen.

D.S. beslute:
de antwurden fêst te stellen.

Proseduere:
Tastjoere oan Provinsjale Steaten.

O&T B3. Beantwoording schriftelijke vragen FNP betreffende officiële (Adema, De Vries) zwemwaterlocatie Eastermar.

Koarte gearfetting fan it ûnderwerp:
De Statenfractie van het FNP heeft vragen gesteld over de niet Friese plaatsnaamaanduiding en een spelfout op het zwemwaterinformatiebord van de officiële zwemwaterlocatie te Eastermar (Tytsjerksteradiel).

D.S. beslute:
de antwoorden gewijzigd vast te stellen en middels bijgevoegde brief aan FNP te berichten.

Proseduere:
Toezenden aan Provinciale Staten.

KTU B4. Fragen fan de PvdA Steatefraksje oer Evaluaasje Frysk Festival. (De Vries)
Koarte gearfetting fan it ûnderwerp:
De PvdA Steatefraksje hat op 31 maart fragen steld dy't ynboekt binne mei nûmer 820390. Dy wurde hjirby beändere.

D.S. beslute:
de antwurden fêst te stellen.

Proseduere:
Tastjoere oan Provinsjale Steaten.
gearkomste fan D.S. 12 maaie 2009


- 3 -


---
Team/ ûnderwerp / koarte gearfetting / beslút D.S. (kolleezjelid)

---

Landelijk Gebied Beleid B5. Beantwoording schriftelijke vragen fractie GrienLinks m.b.t. (Konst) REC/Natuurbeschermingswet.

Koarte gearfetting fan it ûnderwerp:
GrienLinks heeft vragen gesteld o.g.v. artikel 26 Reglement van Orde met betrekking tot de REC in relatie tot de Natuurbeschermingswet.

D.S. beslute:
de antwoorden vast te stellen.

Proseduere:
Toezenden aan Provinciale Staten.

KTU B6. Fragen fan de FNP Steatefraksje oer Kulturele Haadstêd. (De Vries)
Koarte gearfetting fan it ûnderwerp:
De FNP Steatefraksje hat op 19 maart 2009 fragen steld dy't ynboekt binne mei nûmer 818076. Dy wurde hjirby beändere.

D.S. beslute:
de antwurden op de fragen fan de Steatefraksje fan de FNP fêst te stellen.

Proseduere:
Tastjoere oan Provinsjale Steaten.

Milieubeleid B7. Beantwoording schriftelijke vragen gesteld door GrienLinks, (Adema) ex. artikel 36 Reglement van Orde.

Koarte gearfetting fan it ûnderwerp:
Het betreft beantwoording van schriftelijke vragen, ex. artikel 36 Reglement van Orde, van GrienLinks met betrekking tot Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB) en de Reststoffen Energie Centrale te Harlingen.

D.S. beslute:
in te stemmen met de beantwoording van de schriftelijke vragen van GrienLinks (tekstueel aanpassen).

Proseduere:
Toezenden aan Provinciale Staten.

gearkomste fan D.S. 12 maaie 2009


- 4 -


---
Team/ ûnderwerp / koarte gearfetting / beslút D.S. (kolleezjelid)

---

FPC GB7. De 1e Bestuursrapportage 2009 (inclusief Begrotingswijziging GS (Galema) en 4e Begrotingswijziging 2009 PS).

Koarte gearfetting fan it ûnderwerp:
Conform de Financiële Verordening biedt GS de Staten een rapportage aan over de uitvoering van de Begroting 2009. In deze rapportage wordt een inhoudelijke en financiële prognose voor het einde van het jaar gegeven. Aan de rapportage is een Begrotingswijziging GS en de 4e Begrotingswijziging 2009 PS toegevoegd.

D.S. beslute:

1. de 1e Bestuursrapportage 2009 vast te stellen (tekstuele aanpassingen doorvoeren);

2. de Begrotingswijziging GS vast te stellen;
3. in te stemmen met de 4e Begrotingswijziging 2009 PS;
4. de tekst van de aanbiedingsbrief aan PS met ontwerp Statenbesluit vast te stellen;

5. uiterlijk 14 mei de 1e Bestuursrapportage 2009 ter kennisname en de 4e Begrotingswijziging 2009 PS ter vaststelling aan te bieden aan Provinciale Staten.

Proseduere:
Toezenden aan Provinciale Staten.

gearkomste fan D.S. 12 maaie 2009


- 5 -


---
Team/ ûnderwerp / koarte gearfetting / beslút D.S. (kolleezjelid)

---

Complexe projecten B8. Startnotitie MER Ontwikkeling Skûlenboarch/Westkern. (Adema)
Koarte gearfetting fan it ûnderwerp:
Het bedrijventerrein Skûlenboarch kampt al jaren met een ontsluitingsprobleem. Ondanks diverse studies is er nimmer een bestuurlijk gedragen oplossing gevonden. Dit enkelvoudige probleem heeft zich geëvalueerd tot een integrale gebiedsbenadering, waarin watergebonden bedrijvigheid, robuuste natte as (ecologie), recreatie/toerisme en de vervanging van een tweetal bruggen ook een plek krijgen. De gesignaleerde problemen in het gebied kunnen op deze wijze in hun onderlinge samenhang worden opgelost en de kansen worden benut. Om de gewenste gebiedsontwikkeling te bereiken, is gebleken dat een gecombineerde MER uitgevoerd moet worden. De eerste stap in de m.e.r.-procedure is de startnotitie.

D.S. beslute:

1. de inhoud van de startnotitie MER Skûlenboarch/Westkern vast te stellen;

2. de startnotitie openbaar te maken en ter inzage te leggen;
3. de brief aan Provinciale Staten inzake de startnotitie MER vast te stellen;

4. de haalbaarheid van het instellen van een provinciale bestuurscommissie te onderzoeken.

Proseduere:
Toezenden aan Provinciale Staten.

Landelijk Gebied Beleid B9. Aanpassing PS-voorstel Startnotitie Strategie Vitaal Platteland. (Konst)
Koarte gearfetting fan it ûnderwerp:
In het PS-voorstel behorend bij de Startnotitie Strategie Vitaal Platteland staat als tweede besluitpunt opgenomen "omtrent de ontwikkelingen die geschetst worden uit te spreken dat deze inderdaad van belang zijn en in het werkproces aandacht verdienen, mogelijk heeft u nog suggesties voor aanvullingen." Het tweede stuk van de zin is geen besluitpunt en moet verwijderd worden.

D.S. beslute:
het PS-voorstel in aangepaste versie aan te bieden aan Provinciale Staten op 13 mei 2009.

Proseduere:
Toezenden aan Provinciale Staten.
gearkomste fan D.S. 12 maaie 2009


- 6 -


---
Team/ ûnderwerp / koarte gearfetting / beslút D.S. (kolleezjelid)

---

Landelijk Gebied Beleid B10. Nadere toelichting Projectvoorstel `Moai Fryslân' in kader van (Konst) motie 12.

Koarte gearfetting fan it ûnderwerp:
In de Begroting 2009 is het projectvoorstel `Moai Fryslân' opgenomen. In de brief aan de Staten over de zogenaamde Motie 12 is toegezegd dit projectvoorstel aan de Staten voor te leggen. Het projectvoorstel is gericht op het oprichten van een gebiedsfonds Oranjewoud Katlijk om andere financieringsbronnen voor onderhoud, herstel en aanleg van landschapselementen aan te boren.

D.S. beslute:

1. in te stemmen met de tekst van het projectvoorstel;
2. het Statenvoorstel met bijlagen vast te stellen.

Proseduere:
Toezenden aan Provinciale Staten.

PPLG B11. Uitwerking project Rottige Meente. (Konst)
Koarte gearfetting fan it ûnderwerp:
Begin 2008 is een start gemaakt met de voorbereiding van gebiedsontwikkeling voor het gebied Rottige Meente. In dit gebied liggen er kansen op het terrein van m.n. natuur, recreatie en toerisme en daaruit voortvloeiend de landbouw. Thans is het stadium aangebroken om het project nader uit te werken, op grond van een inventarisatie van mogelijkheden, kansen en knelpunten. Dit moet uitmonden in een intentieovereenkomst tussen betrokken partijen. De gemeente Weststellingwerf vraagt om 46.000 als cofinanciering van de gemeentelijke bijdrage vanuit het Streekplanbudget beschikbaar te stellen. Dit past binnen de op 27 maart 2007 aan dit project toegezegde bijdrage van maximaal 100.000.

D.S. beslute:

1. het integraal gebiedsproject Rottige Meente nader uit te werken, met als doel te komen tot een intentieovereenkomst met betrokken partijen als startpunt voor de uitvoering;

2. voor het vervolg aan de gemeente Weststellingwerf een tweede provinciale bijdrage beschikbaar te stellen van 46.000 uit het streekplanbudget;

3. van dit bedrag in eerste instantie 50% beschikbaar te stellen; de tweede 50% op het moment dat partijen bestuurlijk hebben uitgesproken dat zij positief zijn dat het gebied als Nationaal Park aansluiting krijgt bij het Nationaal Park gebied Wieden-Weerribben.

gearkomste fan D.S. 12 maaie 2009


- 7 -


---
Team/ ûnderwerp / koarte gearfetting / beslút D.S. (kolleezjelid)

---

Complexe Infra Projecten B12. Gebiedsontwikkeling Joure Zuid. (Adema)
Koarte gearfetting fan it ûnderwerp:
Op 31 maart jl. hebben de gedeputeerden Adema en Konst een bestuurlijk overleg gevoerd met de portefeuillehouders Hylkema en de Winter van de gemeente Skarsterlân. Tijdens dit overleg, over de gemeentelijke bijdrage van de gemeente aan het project knooppunt Joure, zijn de mogelijkheden besproken van gebiedsontwikkeling in de driehoek die zal ontstaan tussen de te verleggen A7 en A6 en het oude tracé. De ontwikkeling van het betreffende gebied past in de gemeentelijke visie en het provinciale Streekplan. Tijdens dit overleg is door de provincie bereidheid getoond aan de ontwikkeling van dit gebied mee te werken onder de volgende voorwaarden;
- Kwaliteit: de gebiedsontwikkeling op deze locatie, een voor Fryslân beeldbepalend knooppunt, krijgt een hoogwaardige landschappelijke en stedenbouwkundige inpassing en uitstraling, waarmee ook het gezicht van Joure vorm wordt gegeven. Besproken is om dat onder gezamenlijke gemeentelijke en provinciale regie vorm te geven, met inschakeling van het Atelier Fryslân.

- Programma: de ontwikkeling van bedrijventerrein zal gefaseerd zijn en als zodanig moeten passen in de regionale programmering van bedrijventerreinen. In Joure zal in ieder geval een verdere noordelijke uitbreiding van De Ekers vervallen.

D.S. beslute:

1. in te stemmen met het onder de gestelde voorwaarden ontwikkelen van de driehoek die zal ontstaan tussen de te verleggen A7 en A6 en het oude tracé;

2. de gemeente middels bijgevoegde gewijzigde brief van dit besluit in kennis te stellen.

B13. Vervallen.

gearkomste fan D.S. 12 maaie 2009


- 8 -


---
Team/ ûnderwerp / koarte gearfetting / beslút D.S. (kolleezjelid)

---

Fryske Koers B14. Stimuleren vulpunten voor duurzame transportbrandstoffen. (Adema)
Koarte gearfetting fan it ûnderwerp:
Aanleiding: invulling geven aan actiepunt 1 en actiepunt 2 van het 100.000 voertuigenplan en inspelen op de dynamiek en de initiatieven uit de markt. Korte samenvatting: In 2007 is door het Rijk en `Noord-Nederland' (kop van NH, Dr, Gr en Fr) het Energieakkoord getekend. Hierin verklaart Noord- Nederland zich te willen inzetten op 5 strategische thema's. Duurzame mobiliteit is daar een van. Onze provincie is daarvan de trekker. Om invulling te geven aan dit thema is het 100.000 voertuigenplan opgesteld en medio
2008 vastgesteld door de colleges van Gedeputeerde Staten van Fryslân, Groningen en Drenthe. In dit plan staan 10 acties vermeld. De nu voorliggende regeling geeft invulling aan de actiepunten 1 en 2, te weten het stimuleren van vulpunten voor aardgas (als voorloper van groengas), voor bio- ethanol en voor biodiesel. In Groningen heeft Gedeputeerde Staten een dergelijke regeling half april 2009 opengesteld en in Drenthe ligt er naar verwachting in mei 2009 een dergelijke regeling voor. We hopen door het aanbieden van duurzame brandstoffen het kip ­ ei probleem op te lossen. Kip ­ ei : er rijden nauwelijks vervoermiddelen op duurzame brandstoffen omdat het nauwelijks wordt aangeboden en het wordt nauwelijks aangeboden omdat er nauwelijks vervoermiddelen op die brandstoffen zijn.

D.S. beslute:

1. in te stemmen met de subsidieregeling `Stimuleren vulpunten voor duurzame transportbrandstoffen' voor het stimuleren van aardgasvulpunten, bio-ethanolvulpunten en biodieselvulpunten;
2. in te stemmen met de gekozen brandstoffen, welke in lijn zijn met de in het 100.000 voertuigenplan vermelde brandstoffen;

3. deze regeling `Stimuleren vulpunten voor duurzame transportbrandstoffen' open te stellen per 25 mei 2009;
4. deze regeling `Stimuleren vulpunten voor duurzame transportbrandstoffen' weer in te trekken als Senter Novem met een landelijke regeling voor deze brandstoffen komt;

5. op het moment dat de landelijke regeling van Senter Novem opengesteld wordt, of uiterlijk in de zomer van 2009, de provinciale regeling te heroverwegen op onderdelen, zoals brandstofkeuze.

gearkomste fan D.S. 12 maaie 2009


- 9 -


---
Team/ ûnderwerp / koarte gearfetting / beslút D.S. (kolleezjelid)

---

ERT B15. Versnellingsagenda 2009. (Galema)
Koarte gearfetting fan it ûnderwerp:
De economische recessie geeft vele overheden aanleiding stimulerende maatregelen te treffen. Zo ook onze provincie. Het college heeft de projecten al vastgesteld. Nu moet dit pakket van maatregelen ter besluitvorming worden voorgelegd aan de Staten. Nadat zij de Kadernota 2010 hebben vastgesteld omdat de financiering van veel maatregelen naar voren wordt gehaald om in
2009 met de uitvoering te kunnen beginnen.

D.S. beslute:
de Statenvoordracht inzake de Versnellingsagenda 2009 gewijzigd vast te stellen.

Proseduere:
Toezenden aan Provinciale Staten.

HAMMERSTIKKEN

BC-staf H1. SG-lijsten van 18 april t/m 8 mei 2009. (Allen)
D.S. beslute:
de SG-lijsten vast te stellen.

Ruimte H2. WRO-besluiten van 18 april t/m 8 mei 2009. (Konst)
D.S. beslute:
de WRO-besluiten vast te stellen.

gearkomste fan D.S. 12 maaie 2009


- 10 -


---
Team/ ûnderwerp / koarte gearfetting / beslút D.S. (kolleezjelid)

---

ERT H3. Uitbrengen rapportage "Uitkomsten Werkgelegenheidsonderzoek (Galema) 2008".

Koarte gearfetting fan it ûnderwerp:
De gegevens van het werkgelegenheidsonderzoek 2008 hebben we al in februari bekend gemaakt tezamen met het uitkomen van de Noordelijke Arbeidsmarktverkenning 2008-2009 (GS-stuk 807513). De rapportage over het werkgelegenheidsonderzoek is nu ook klaar en kan verzonden worden aan belangstellenden, waaronder Provinciale Staten en de Friese gemeenten, maar er wordt geen verdere bekendheid aan gegeven. De hoofdconclusies uit het werkgelegenheidsonderzoek 2008 zijn:

- Tussen april 2007 en april 2008 is het aantal banen van minimaal 15 uur per week met bijna 6.200 (2,7%) toegenomen tot een totaal van 231.292 banen.

- De werkgelegenheidsgroei in Fryslân was voor het derde achtereenvolgende jaar sterker dan landelijk (2,5%). Van de drie noordelijke provincies kent Groningen in 2008 met 3,4% een sterkere en Drenthe met 2,4% een iets minder sterke groei dan Fryslân.

D.S. beslute:

1. kennis te hebben genomen van de Uitkomsten Werkgelegenheidsonderzoek 2008;

2. deze rapportage met bijgaande begeleidende brief aan Provinciale Staten te zenden.

Proseduere:
Toezenden aan Provinciale Staten.

gearkomste fan D.S. 12 maaie 2009


- 11 -


---
Team/ ûnderwerp / koarte gearfetting / beslút D.S. (kolleezjelid)

---

O&T H4. Wet Hygiëne en Veiligheid Badinrichtingen en Zwemgelegenheden: (Adema) Draaiboek 2009 zwemplaatsen in oppervlaktewater.

Koarte gearfetting fan it ûnderwerp:
Op grond van de Wet Hygiëne en Veiligheid Badinrichtingen en Zwemgelegenheden heeft de provincie als bevoegd gezag een taak in het controleren van de oppervlaktewateren waar gezwommen wordt. Indien nodig kan zij zwemverboden instellen en/of geeft zij informatie als er sprake is van gezondheids- en/of veiligheidsrisico's. Ten behoeve van de uitoefening van deze taken werkt de provincie al sinds 1995 met een draaiboek zwemwater. Bij het vaststellen van het draaiboek in 2004 is in het schema "bijzondere situaties" opgenomen dat jaarlijks het draaiboek wordt aangepast. Dit jaar betreft het standaardaanpassingen zoals actualiseren van het adressenbestand.

D.S. beslute:
het Draaiboek Zwemwater 2009 voor het zwemmen in oppervlaktewater in het kader van de Wet Hygiëne en Veiligheid Badinrichtingen en Zwemgelegenheden vast te stellen.

PPLG H5. Vaststelling Deelplan Swettegebied als onderdeel van (Konst) Landinrichtingsproject Swette de Burd.

Koarte gearfetting fan it ûnderwerp:
De Bestuurscommissie Swette de Burd heeft als opdracht van Gedeputeerde Staten gekregen het landinrichtingsproject Swette de Burd voor te bereiden en uit te voeren. Voor het project Swette de Burd hebben Gedeputeerde Staten een raamplan vastgesteld. Uitvoering vindt als regel plaats in modules waarin de voorgenomen maatregelen zijn uitgewerkt en waaraan het benodigde budget wordt gekoppeld. De 2e module is vastgesteld en in uitvoering. De Bestuurscommissie stelt voor om voor het Swettegebied als aanvulling op de
2e module alle voorgenomen maatregelen in een samenhangend Deelplan landinrichting, waterbeheersing en inrichting Swettegebied op te nemen. Voor de uitvoering van deze maatregelen verzoekt de Bestuurscommissie om ten laste van Inrichting Landelijk Gebied een budget beschikbaar te stellen van
576.500.

D.S. beslute:

1. het door de Bestuurscommissie Swette de Burd opgestelde Deelplan maatregelen Swettegebied vast te stellen.

2. het benodigde budget beschikbaar te stellen ten laste van de ILG middelen ten bedrage van 576.500.

gearkomste fan D.S. 12 maaie 2009


- 12 -


---
Team/ ûnderwerp / koarte gearfetting / beslút D.S. (kolleezjelid)

---

O&T H6. Informeren over Regelgeving Burgerluchthavens en Militaire (Adema) Luchthavens (RBML).

Koarte gearfetting fan it ûnderwerp:
Op 16 december 2008 heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel Regelgeving Burgerluchthavens en Militaire Luchthavens (RBML) aanvaard. Hierdoor is de Wet Luchtvaart gewijzigd en krijgen Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten bevoegdheden ten aanzien van binnen de provinciegrenzen gelegen burgerluchtvaartterreinen. De luchtvaarttaken vallen onder het programma Milieu. Dit alles zal naar verwachting per 1 juli a.s. ingaan. Echter doordat nog niet allen onderliggende wet- en regelgeving gereed is, bestaat de mogelijkheid dat de inwerkingtreding uitgesteld wordt. Zie voor meer informatie de bijgevoegde notitie "RBML in Fryslân" of de samenvatting onder punt 12.

D.S. beslute:

1. kennis te nemen van de notitie "RBML in Fryslân" waar de gevolgen van het RBML voor de provincie Fryslân in beschreven staan;
2. de Staten hierover te informeren.

Proseduere:
Toezenden aan Provinciale Staten.

ERT H8. Subsidieverlening aan het project "Dokkum Online 3D" in het kader (Galema) van het Regionaal Innovatie Programma Fryslân Fernijt II.

Koarte gearfetting fan it ûnderwerp:
In het kader van het Regionaal Innovatie Programma "Fryslân Fernijt II" leggen wij u het volgende project ter besluitvorming voor: Thema Recreatie en Toerisme: "Dokkum Online 3D"

D.S. beslute:
in het kader van het Regionaal Innovatie Programma "Fryslân Fernijt" een maximale bijdrage van 200.000 toe te kennen aan het project "Dokkum Online 3D" met inachtneming van de voorwaarden voor uitvoering zoals gesteld in bijlage 1.

gearkomste fan D.S. 12 maaie 2009


- 13 -


---
Team/ ûnderwerp / koarte gearfetting / beslút D.S. (kolleezjelid)

---

PARSEBESLUTELIST

SKRIFTLIKE MEIDIELINGS


1. Algemien:

a. Planning Tweede Kamer: besproken.

b. Konsept beslutelist gearkomste Provinsjale Steaten fan 22 april 2009: besprutsen.

Nei oanlieding hjirfan beslute DS:
· de útnoeging foar de Startconferentie Takendiscussie PS-DS op 3 juny o.s. fêst te stellen;
· PS út te stellen de behanneling fan de "startnotitie Windstreek" en de "Startnotitie Landbouwnota" te ferskowen nei september 2009.

c. Antwoorden vragen Provinciale Staten over Jaarstukken 2008: besproken.

MUNLINGE MEIDIELINGS

gearkomste fan D.S. 12 maaie 2009

---- --
PERSBERICHT

Nummer: 151/ MtW
Datum: 26 mei 2009

Provincie Fryslân wil opleidingsbedrijf voor metaalsector

De provincie Fryslân steunt het initiatief van de Koninklijke Metaalunie om in Fryslân een opleidingsbedrijf Metaal+ (OBM+) te beginnen. De provincie stelt E 110.000 beschikbaar als het project ook in aanmerking komt voor E 890.000 subsidie uit het programma Koers Noord van het SNN. De Koninklijke Metaalunie en de deelnemende metaalbedrijven dragen gedurende vier jaar in totaal E 350.000 bij.

De metaalsector in het Noorden levert met zo'n 2000 bedrijven een belangrijke bijdrage aan de Noordelijke economie. Driekwart van deze bedrijven zijn aangesloten bij de Koninklijke Metaalunie (district Noord), die met het opleidingsbedrijf Metaal+ wil beginnen. OBM+ moet ervoor zorgen dat het imago van de metaalsector verbetert, de aansluiting tussen onderwijs, scholing en arbeidsmarkt soepeler verloopt en dat er bovendien meer technische innovaties tot stand komen.

Het opleidingsbedrijf in Fryslân moet alle metaalbewerkende bedrijven in Fryslân bedienen. Er komt ook een Metaal+ opleidingsbedrijf dat in de provincies Drenthe en Groningen actief wordt. De OBM's zijn er voor alle metaalbedrijven en niet alleen voor de leden van de Koninklijke Metaalunie.

Het streven is dat het opleidingsbedrijf Metaal+ in Fryslân nog dit jaar begint en medio 2012 zonder subsidie van de overheid zelfstandig verder kan. Het wordt een kleine organisatie, die als taken heeft om bedrijven te stimuleren tot bijscholing van hun medewerkers, leerlingen en aspirant-medewerkers voor de sector te werven. Tevens moet ervoor worden gezorgd dat technische en sociale innovatie op de agenda van de metaalsector in het Noorden komt te staan.

Het SNN, het Samenwerkingsverband Noord-Nederland, moet eind juni 2009 nog beslissen over de aanvraag van het project.

---- --
Analyse
Klanttevredenheidsonderzoek
Plattelânsprojekten

2009

Maart 2009


2

Aanleiding
In 2004 is onderzoek gedaan naar de klanttevredenheid over de dienstverlening van Plattelânsprojekten. Hieruit kwam naar voren dat de klanten in algemene zin tevreden waren over de dienstverlening van Plattelânsprojekten. Nu, 5 jaar later, vond Plattelânsprojekten het zinvol om een nieuwe meting te doen. Daartoe is de afdeling Beleids- en Geo-Informatie (BGI) ingeschakeld om hier onderzoek naar te doen.

Onderzoeksmethodiek en betrouwbaarheid
Het onderzoek vond plaats via enquêtering. In februari 2009 zijn 920 schriftelijke enquêtes verspreid onder de externe contacten van Plattelânsprojekten in de periode 2005 tot en met
2008. Het onderzoek van 2004 besloeg de dienstverlening in periode 2001 tot en met (deels)
2004.

De vragenlijst bestond uit 19 meerkeuzevragen ten aanzien van klant en project en de waardering van de klant voor de dienstverlening van Plattelânsprojekten.

Van de 920 uitgezette enquêtes zijn er 351 ingevuld retour ontvangen: dit is een respons van
38%. Deze respons is vergelijkbaar met de respons in het onderzoek van 2004 (40%). De respons bood voldoende basis om statistisch betrouwbare uitspraken te doen over alle klanten van de zes projectbureaus samen. Voor uitsplitsingen naar deelgroepen (bijvoorbeeld de klanten van één specifiek projectbureau) was het aantal respondenten echter te klein. Omdat dergelijke uitsplitsingen voor het beleid wel interessant zijn, komen ze in de rapportage wel indicatief aan bod. Indicatieve uitkomsten zijn in de rapportage cursief gedrukt. Ook is in de rapportage aandacht besteed aan het onderscheid tussen klanten met projecten van vóór de inwerkingtreding van het Provinciaal Meerjarenprogramma Landelijk Gebied (pMJP) op 1-1-2007 en erna 1.

Leeswijzer
In voorliggende rapportage worden de belangrijkste uitkomsten van het onderzoek weergegeven. Voor zover mogelijk en zinvol is daarbij een vergelijking gemaakt met de uitkomsten van het onderzoek van 2004. De rapportage wordt afgesloten met een samenvattende conclusie. In de bijlage zijn enkele uitkomsten per projectbureau gepresenteerd. Ook is hierin een integraal overzicht opgenomen van de door de respondenten gedane suggesties ter verbetering van de dienstverlening van Plattelânsprojekten.


1 Op 1-1-2007 is het pMJP in werking getreden. Daarmee zijn veel subsidiebudgetten gestapeld, ontschot en gebundeld in één programma opgenomen. Binnen het provinciehuis is sindsdien één afdeling (PPLG) verantwoordelijk voor de programmering, bewaking, bijsturing, verantwoording. PPLG is tevens aanspreekpunt voor de projectbureaus met betrekking tot toetsing en beoordeling van binnengekomen projecten. Voordien was dat veel diffuser: veel verschillende regelingen, elk met hun eigen programmabeheerders, verspreid over meerdere verschillende afdelingen. Uiteindelijk zou dit de dienstverlening (snelheid van hulp en kwaliteit van de informatie) moeten gaan verbeteren. Omdat 2007 duidelijk een 'aanloopjaar' was en de pMJP- verordening en de werkwijze van Plattelânsprojekten pas per 1 maart jl. (2009) is aangepast, verwacht Plattelânsprojekten in
2007-2008 nog verbetering van de klanttevredenheid. Mogelijk eerder in tegendeel, omdat de situatie daarvóór (in 2001-2006) weliswaar versnipperd, maar in de loop van 5 jaar wel redelijk duidelijk was voor iedereen.


3

De klant
Uit figuur 1 blijkt dat het merendeel van de klanten van Plattelânsprojekten vertegen- woordigers van belangenorganisaties zijn (61%). Het gaat dan om instanties als dorpsbelangen, stichtingen, LTO, etc. Dit was in 2004 ook al zo. In vergelijking tot het onderzoek van 2004 lijkt vooral de overheid vaker klant geworden en zijn particulieren juist relatief minder vaak klant van Plattelânsprojekten geweest 2. Projectbureau Zuidwest lijkt hierop een uitzondering te vormen. Daar waren relatief minder vertegenwoordigers van de overheid onder de respondenten. In bijlage 1 zijn de resultaten per projectbureau weergegeven. Hierin valt verder op dat zich onder de respondenten van de projectbureaus Wadden en Noardwest geen particulieren bevonden. Bij de Wadden zaten bij de respons relatief meer ondernemers dan in 2004.
Kenmerken klanten
particulier 2004
2009
ondernemer
belangenorganisatie
overheid
op andere wijze
betrokken
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% Figuur 1

De kosten
De totaalkosten van de projecten waar Plattelânsprojekten bij betrokken werd, liggen in circa
60% van de gevallen tussen de 10.000 en 200.000. Dit is vergelijkbaar met de uitkomsten van de meting van 2004 (zie figuur 2).

Totale kosten projecten


2009

10.000 - 200.000

200.000 - 500.000

500.000 - 1.000.000

1.000.000
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70%

Figuur 2


2 Vergelijking tussen 2004 en 2009 niet statistisch getoetst op significantie.
4

De respons naar projectbureau
In figuur 3 is weergegeven met welk projectbureau de respondenten hoofdzakelijk te maken hebben gehad. Logischerwijs is de verdeling van de respondenten niet gelijk over alle zes projectbureaus. Het ene projectbureau bestrijkt immers geografisch een groter gebied dan het andere. Op hoofdlijnen komen de verhoudingen overeen met de verdeling van projecten zoals die uit de projectadministratie van Plattelânsprojekten blijkt. Op grond hiervan kan gesteld worden dat de respons op de enquête voor elk projectbureau vergelijkbaar is 3.

Responsverhouding Projectbureaus
Wadden 2004 2009
Noordoost
Noardwest
Midden
Zuidwest
Zuidoost
0% 5% 10% 15% 20% 25% 30%

Figuur 3

Kenmerken van het contact
De klanten van Plattelânsprojekten zijn meestal (60%) "via derden/op andere wijze" bij de projectbureaus terecht gekomen. Dit was bij de meting van 2004 ook hoofdzakelijk het geval. In afgelopen jaren blijkt onder de respondenten de website van Plattelânsprojekten bijna dubbel zo vaak een rol gespeeld te hebben dan bij de meting van 2004 naar voren kwam (gestegen van 8% naar 17%). De krant en brochures of nieuwsbrieven hebben aanzienlijk minder vaak een rol gespeeld in afgelopen jaren.

Hoe in aanraking gekomen met projectbureau?
krant 2004 2009
brochure of nieuwsbrief
bijeenkomst of thema-avond
website PP
via derden/anders
benaderd door Projectbureau
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70%

Figuur 4

Het eerste contact vindt in meer dan de helft van de gevallen via de telefoon plaats. Ook een persoonlijk overleg is relatief vaak aan de orde. Een eerste contact via de e-mail lijkt de plaats in genomen te hebben van schriftelijk contact (zie figuur 5).

3 Het exacte responspercentage per projectbureau valt niet te bepalen, want het is niet bekend hoe de 920 uitgezette enquêtes verdeeld zijn over de zes projectbureaus.

5

Op welke wijze eerste keer contact gehad met projectbureau?

2004
telefoon
2009
schriftelijk
gesprek/overleg
e-mail
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70%

Figuur 5
De respondenten is ook gevraagd hoe vaak er contact is geweest met het betreffende projectbureau. In 54% van de gevallen is er vier of meer keren contact. Dit percentage lag in 2004 op 44%.

Behoefte aan ondersteuning
In de enquête is gevraagd bij welk onderdeel van de projectontwikkeling de klant behoefte had aan hulp van het projectbureau. In figuur 6a is te zien dat veel respondenten behoefte hadden aan "het meedenken over het formuleren/invullen van de subsidieaanvraag". Ook de behoefte aan ondersteuning bij het rondkrijgen van de gehele financiële dekking is groot. Een vergelijking met 2004 was niet goed te maken, omdat de antwoordcategorieën in dat onderzoek anders geformuleerd waren. Voor de volledigheid zijn ze wel in figuur 6b weergegeven

Behoefte aan ondersteuning (meerdere antwoorden mogelijk) uitwerking inhoud
2009
inpassing beleid
subsidieaanvraag
rondkrijgen financiering
vinden partners
overig
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70%

Figuur 6a

6

Behoefte aan ondersteuning (meerdere antwoorden mogelijk)

uitwerking inhoud
2004
rondkrijgen subsidie (voldoen
aan eisen)
inpassing in overheidsbeleid
vinden instantie waar project in
te dienen
invullen formulieren
subsidieaanvraag
geen behoefte
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70%

Figuur 6b

Waardering telefonische bereikbaarheid
De telefonische bereikbaarheid van de projectbureaus is in het merendeel van de gevallen als goed (59%) tot zeer goed (10%) gewaardeerd. Gemiddeld scoort de telefonische bereikbaarheid dan ook een ruime voldoende (bijna "goed") (zie figuur 7). Er bestaan slechts kleine verschillen tussen de zes projectbureaus (niet significant). Projectbureau Zuidwest lijkt evenwel het best bereikbaar en Zuidoost het minst goed.

Ook is er geen significant verschil in waardering tussen klanten die hun project vóór 1-1- 2007 hebben ingediend en na 1-1-2007. Wel lijkt de bereikbaarheid na 1-1-2007 over de hele linie afgenomen 4. Projectbureau Noordoost vormt hierop een uitzondering.

Hoewel de waardering voor de telefonische bereikbaarheid in 2009 niet significant afwijkt van die van 2004, lijkt er wel een kleine verbetering opgetreden. Dit geldt overigens niet voor elk projectbureau. Vooral in Zuidoost lijkt de waardering over de telefonische bereikbaarheid tussen 2004 en 2009 afgenomen. In Zuidwest lijkt de waardering het meest toegenomen. In de bijlage zijn de uitkomsten per projectbureau weergegeven.

Waardering telefonische bereikbaarheid
slecht 2004 (gem=3,66) 2009 (gem=3,76)
onvoldoende
voldoende
goed
zeer goed
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70%

Figuur 7

4 De projectbureaus zijn eind 2007 versterkt met 1 tot 2 dagen extra bezetting van de functie office-manager (van 0,5 fte uitgebreid tot 0,8 fte). Dit zal vermoedelijk positieve invloed hebben gehad op de telefonische bereikbaarheid van de projectbureaus, maar dit kan echter niet op basis van de enquête-resultaten getoetst worden.


7

Waardering snelheid waarmee klant geholpen is
De snelheid waarmee de klant door de projectbureaus geholpen is, is in het merendeel van de gevallen als goed (57%) tot zeer goed (17%) gewaardeerd. Gemiddeld genomen wordt op dit punt een ruime voldoende (bijna "goed") gescoord (zie figuur 8). Er bestaan slechts kleine verschillen tussen de zes projectbureaus (niet significant). De klanten van projectbureau Noardwest lijken evenwel het meest tevreden over de snelheid waarmee geholpen is en de klanten van Noordoost het minst tevreden.

Ook is er geen significant verschil in waardering tussen klanten die hun project vóór 1-1- 2007 hebben ingediend en na 1-1-2007. Wel spreken de klanten van na 1-1-2007 gemiddeld een lagere waardering uit dan de klanten van vóór 1-1-2007. In de projectbureaus Midden Noordoost en Zuidoost lijkt dit juist andersom het geval.

De waardering voor de snelheid waarmee de klant geholpen is wijkt in 2009 niet significant af van 2004. De snelheid is relatief minder vaak als "slecht" of "onvoldoende" beoordeeld. De beoordeling was echter ook minder vaak "zeer goed". Voor de individuele projectbureaus lijkt er wel verschil in waardering voor de snelheid te bestaan tussen 2004 en 2009. In de projectbureaus Wadden, Noardwest en Zuidwest lijkt de waardering verbeterd ten opzichte van 2004. In de projectbureaus Midden, Noordoost en Zuidoost lijkt de waardering afgenomen (zie ook bijlage).

Waardering snelheid waarmee geholpen is
slecht 2004 (gem=3,86) 2009 (gem=3,87)
onvoldoende
voldoende
goed
zeer goed
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60%

Figuur 8

Waardering verkregen informatie
De klanten waren in het merendeel van de gevallen tevreden (60%) tot zeer tevreden (30%) over de verkregen informatie van de projectbureaus. Gemiddeld was men over de verkregen informatie meer dan "tevreden" (zie figuur 9). Er bestaan slechts kleine verschillen tussen de zes projectbureaus (niet significant). De klanten van projectbureau Zuidoost lijken gemiddeld het meest tevreden en die van Noordoost het minst tevreden. Dit neemt niet weg dat de respondenten in Noordoost gemiddeld genomen ook meer dan "tevreden" waren.

Ook is er geen significant verschil in waardering voor de verkregen informatie tussen klanten die hun project vóór 1-1-2007 hebben ingediend en na 1-1-2007. Wel lijkt de waardering van de klanten van na 1-1-2007 gemiddeld wat lager te liggen dan de klanten van vóór 1-1-2007.
8

De uitkomsten van 2009 zijn niet te vergelijken met de uitkomsten van 2004, want in 2004 kon de respondent bij deze vraag uit slechts vier antwoorden kiezen, terwijl bij deze vraag in 2009 vijf antwoordcategorieën opgenomen waren. Ter informatie is in figuur 9 zowel de score-verdeling van 2004 als 2009 weergegeven.

Waardering over verkregen informatie

- in 2004 geen antwoordcategorie "matig tevreden" zeer ontevreden 2004 (gem=onb) 2009 (gem=4,16)
ontevreden
matig tevreden
tevreden
zeer tevreden
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70%

Figuur 9
Waardering algemene dienstverlening
De dienstverlening van de projectbureaus is in het merendeel van de gevallen als goed (54%) tot zeer goed (26%) gewaardeerd (zie figuur 10). Slechts een klein deel van de klanten beoordeelt de algemene dienstverlening als slecht (1%). Gemiddeld wordt de algemene dienstverlening van de projectbureaus als "goed" gewaardeerd. Er bestaan slechts kleine verschillen tussen de zes projectbureaus (niet significant). De projectbureaus Wadden, Noardwest en Zuidoost lijken op dit punt bovengemiddeld te scoren. Dit neemt niet weg dat de respondenten van de andere drie bureaus gemiddeld genomen ook een ruime voldoende (bijna "goed") gaven voor de algemene dienstverlening.

Ook is er geen significant verschil in waardering voor de algemene dienstverlening tussen klanten die hun project vóór 1-1-2007 hebben ingediend en na 1-1-2007. Wel lijkt de waardering van de klanten van na 1-1-2007 gemiddeld wat hoger te liggen dan de klanten van vóór 1-1-2007.

De waardering voor de algemene dienstverlening wijkt in 2009 niet significant af van de waardering in 2004. Wel lijkt de algemene dienstverlening in 2009 iets beter gewaardeerd dan in 2004. Dit geldt echter niet voor elk projectbureau. Met name de projectbureaus Wadden, Noardwest en Zuidwest lijken beter te scoren dan in 2004. In Midden, Zuidoost en Noordoost lijkt de waardering tussen 2004 en 2009 wat afgenomen. Projectbureau Zuidoost scoort ondanks de afname, nog bovengemiddeld (zie bijlage).
9

Waardering dienstverlening algemeen

slecht 2004 (gem=3,89) 2009 (gem=4,01)
onvoldoende
voldoende
goed
zeer goed
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70%

Figuur 10

De positieve waardering over de dienstverlening van Plattelânsprojekten blijkt ook wel uit de respons op de vraag: "Zou u Plattelânsprojekten bij anderen aanbevelen?". Bijna 98% van de klanten zou Plattelânsprojekten aanbevelen bij anderen. Er is op dit punt geen significant verschil tussen projecten die vóór 1 januari 2007 zijn ingediend en projecten die na 1 januari 2007 zijn ingediend.

Er lijkt wel enig verschil te bestaan tussen de projectbureaus. Met name Noordoost heeft op dit punt een wat afwijkend beeld. Zo'n 91% van de respondenten van projectbureau Noordoost zou Plattelânsprojekten aanbevelen bij anderen. Bij de andere projectbureaus varieert dit tussen de 98% en 100% van de respondenten.

Nieuwsbrief
In de enquête is ook gevraagd of de respondent aangemeld is voor één of meerdere nieuwsbrieven van Plattelânsprojekten. Iets meer dan 40% van de respondenten ontvangt één of meerdere digitale nieuwsbrieven. Het is niet bekend of de andere respondenten er geen belangstelling voor hebben of er onbekend mee zijn. Naar aanleiding van de vraagstelling in de enquête zijn er overigens wel nieuwe aanmeldingen voor nieuwsbrieven bij gekomen.

Suggesties
De respondenten is gevraagd of ze suggesties hadden voor verbetering van de dienstverlening door de projectbureaus. Hieruit kwam onder meer naar voren dat: · de projectbureaus zich meer zouden moeten profileren; · het subsidieformulier vereenvoudigd zou moeten worden; · er iets aan de bureaucratie gedaan zou moeten worden; · de telefonische bereikbaarheid verbeterd zou moeten worden; · in de beginfase meer duidelijkheid en directheid gegeven moet worden over de subsidiemogelijkheden en -onmogelijkheden.


10

Samenvattende conclusie
Uit voorliggend klanttevredenheidsonderzoek is gebleken dat de dienstverlening van de projectbureaus van Plattelânsprojekten goed is. Daarmee ligt de dienstverlening op hetzelfde niveau als in 2004.

De algemene dienstverlening van de projectbureaus van Plattelânsprojekten wordt door de klanten gemiddeld als "goed" wordt gewaardeerd. De telefonische bereikbaarheid en de snelheid waarmee de klant geholpen is, scoren beide gemiddeld een ruime voldoende (bijna "goed"). Ook waren de klanten over de verkregen informatie van de projectbureaus gemiddeld meer dan "tevreden". Zo'n 98% van de klanten zou Plattelânsprojekten dan ook aanbevelen aan anderen.
Er zijn tussen de zes projectbureaus slechts kleine verschillen (niet significant). Alle individuele projectbureaus scoren gemiddeld ruim voldoende tot goed op alle vier aspecten van dienstverlening (telefonische bereikbaarheid, snelheid, verkregen informatie en algemene dienstverlening).

De waardering van klanten die na 1-1-2007 met Plattelânsprojekten te maken kregen wijkt op de vier aspecten van de dienstverlening niet significant af van klanten die vóór 2007 met Plattelânsprojekten contact hebben gehad. Wel lijkt de waardering na 1-1-2007 wat lager te zijn op bereikbaarheid, snelheid en verkregen informatie. Dit kan erop duiden dat de invoering van het pMJP een wat moeizame aanlooptijd heeft gekend. Qua waardering voor de algemene dienstverlening lijken de klanten van na 1-1-2007 gemiddeld echter wel weer iets positiever dan de klanten van vóór 1-1-2007.

De waardering voor de telefonische bereikbaarheid, snelheid en algemene dienstverlening wijkt in 2009 niet significant af van 2004. Wel lijkt de waardering voor de bereikbaarheid en algemene dienstverlening gemiddeld iets toegenomen. De waardering voor de snelheid lijkt in 2009 niet verbeterd of verslechterd opzichte van 2004.


11


12

BIJLAGE Uitkomsten per projectbureau

Kenmerken klanten

Kenmerken klanten Wadden Kenmerken klanten Midden particulier 2004 (n=25) particulier 2004 (n=40) 2009 (n=50) 2009 (n=52) ondernemer ondernemer belangenorganisatie belangenorganisatie overheid overheid op andere wijze op andere wijze betrokken betrokken 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% Kenmerken klanten Noordoost Kenmerken klanten Zuidwest particulier 2004 (n=63) particulier 2004 (n=67) 2009 (n=57) 2009 (n=72) ondernemer ondernemer belangenorganisatie belangenorganisatie overheid overheid op andere wijze op andere wijze betrokken betrokken 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% Kenmerken klanten Noardwest Kenmerken klanten Zuidoost particulier 2004 (n=32) particulier 2004 (n=43) 2009 (n=34) 2009 (n=61) ondernemer ondernemer belangenorganisatie belangenorganisatie overheid overheid op andere wijze op andere wijze betrokken betrokken 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80%


13

Telefonische bereikbaarheid

In onderstaande figuren zijn de uitkomsten per projectbureau weergegeven. Deze uitkomsten zijn indicatief. In de grafieken is per jaar aangegeven op hoeveel waarnemingen het percentage is gebaseerd (n=...) en ook is hierbij het rekenkundig gemiddelde (gem=...) op een schaal van 1 t/m 5 weergegeven.

Waardering telefonische bereikbaarheid Wadden Waardering telefonische bereikbaarheid Midden

slecht slecht 2004 (n=26; gem=3,62) 2004 (n=40; gem=3,73) 2009 (n=52; gem=3,75) 2009 (n=52; gem=3,77) onvoldoende onvoldoende voldoende voldoende goed goed zeer goed zeer goed 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% Waardering telefonische bereikbaarheid Noordoost Waardering telefonische bereikbaarheid Zuidwest slecht slecht 2004 (n=63; gem=3,63) 2004 (n=63; gem=3,41) 2009 (n=58; gem=3,74) 2009 (n=72; gem=3,92) onvoldoende onvoldoende voldoende voldoende goed goed zeer goed zeer goed 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% Waardering telefonische bereikbaarheid Noardwest Waardering telefonische bereikbaarheid Zuidoost slecht slecht 2004 (n=30; gem=3,77) 2004 (n=43; gem=3,93) 2009 (n=36; gem=3,83) 2009 (n=61; gem=3,66) onvoldoende onvoldoende voldoende voldoende goed goed zeer goed zeer goed 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80%
14

Snelheid waarmee geholpen is

In onderstaande figuren zijn de uitkomsten per projectbureau weergegeven. Deze uitkomsten zijn indicatief. In de grafieken is per jaar aangegeven op hoeveel waarnemingen het percentage is gebaseerd (n=...) en ook is hierbij het rekenkundig gemiddelde (gem=...) op een schaal van 1 t/m 5 weergegeven.

Waardering snelheid waarmee geholpen is Wadden Waardering snelheid waarmee geholpen is Midden

slecht 2004 (n=26; gem=3,81) slecht 2004 (n=40; gem=3,90) onvoldoende 2009 (n=52; gem=4,04) 2009 (n=51; gem=3,78) onvoldoende
voldoende voldoende goed goed zeer goed zeer goed 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% Waardering snelheid waarmee geholpen is Noordoost Waardering snelheid waarmee geholpen is Zuidwest slecht slecht 2004 (n=63; gem=4,05) 2004 (n=67; gem=3,46) 2009 (n=58; gem=3,71) 2009 (n=72; gem=3,86) onvoldoende onvoldoende voldoende voldoende goed goed zeer goed zeer goed 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% Waardering snelheid waarmee geholpen is Noardwest Waardering snelheid waarmee geholpen is Zuidoost slecht slecht 2004 (n=31; gem=3,74) 2004 (n=43; gem=4,30) 2009 (n=36, gem=4,11) 2009 (n=60; gem=3,90) onvoldoende onvoldoende voldoende voldoende goed goed zeer goed zeer goed 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70%
15

Verkregen informatie

In onderstaande figuren zijn de uitkomsten per projectbureau weergegeven. Deze uitkomsten zijn indicatief. In de grafieken is per jaar aangegeven op hoeveel waarnemingen het percentage is gebaseerd (n=...) en ook is hierbij het rekenkundig gemiddelde (gem=...) op een schaal van 1 t/m 5 weergegeven.

Waardering over verkregen informatie Wadden Waardering over verkregen informatie Midden
- in 2004 geen antwoordcategorie "matig tevreden" - in 2004 geen antwoordcategorie "matig tevreden" zeer ontevreden zeer ontevreden 2004 (n=25; gem=onb) 2004 (n=39; gem=onb) 2009 (n=52; gem=4,19) 2009 (n=52; gem=4,10) ontevreden ontevreden matig tevreden matig tevreden tevreden tevreden zeer tevreden zeer tevreden 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% Waardering over verkregen informatie Noordoost Waardering over verkregen informatie Zuidwest
- in 2004 geen antwoordcategorie "matig tevreden" - in 2004 geen antwoordcategorie "matig tevreden" zeer ontevreden zeer ontevreden 2004 (n=63; gem=onb) 2004 (n=66; gem=onb) 2009 (n=59; gem=4,03) 2009 (n=72; gem=4,14) ontevreden ontevreden matig tevreden matig tevreden tevreden tevreden zeer tevreden zeer tevreden 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% Waardering over verkregen informatie Noardwest Waardering over verkregen informatie Zuidoost
- in 2004 geen antwoordcategorie "matig tevreden" - in 2004 geen antwoordcategorie "matig tevreden" zeer ontevreden zeer ontevreden 2004 (n=31; gem=onb) 2004 (n=43; gem=onb) 2009 (n=36; gem=4,28) 2009 (n=61; gem=4,33) ontevreden ontevreden matig tevreden matig tevreden tevreden tevreden zeer tevreden zeer tevreden 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80%
16

Dienstverlening algemeen

In onderstaande figuren zijn de uitkomsten per projectbureau weergegeven. Deze uitkomsten zijn indicatief. In de grafieken is per jaar aangegeven op hoeveel waarnemingen het percentage is gebaseerd (n=...) en ook is hierbij het rekenkundig gemiddelde (gem=...) op een schaal van 1 t/m 5 weergegeven.

Waardering dienstverlening Wadden Waardering dienstverlening Midden slecht slecht 2004 (n=26; gem=3,69) 2004 (n=39; gem=3,95) 2009 (n=52; gem=4,15) 2009 (n=52; gem=3,88) onvoldoende onvoldoende voldoende voldoende goed goed zeer goed zeer goed 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% Waardering dienstverlening Noordoost Waardering dienstverlening Zuidwest slecht slecht 2004 (n=62; gem=4,02) 2004 (n=66; gem=3,55) 2009 (n=57; gem=3,93) 2009 (n=72; gem=3,99) onvoldoende onvoldoende voldoende voldoende goed goed zeer goed zeer goed 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% Waardering dienstverlening Noardwest Waardering dienstverlening Zuidoost slecht slecht 2004 (n=31; gem=4,00) 2004 (n=43; gem=4,23) 2009 (n=36; gem=4,11) 2009 (n=61; gem=4,13) onvoldoende onvoldoende voldoende voldoende goed goed zeer goed zeer goed 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70%
17

---- --