Vlaamse Overheid

wiskunde?

Hoe goed presteren leerlingen voor wiskunde?

Frank Vandenbroucke vice-minister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming

dinsdag 26 mei 2009
Morgen gaan 3.300 leerlingen van het tweede leerjaar van de eerste graad secundair onderwijs (A-stroom) aan de slag met de peilingtoets wiskunde. Vrijdag volgt een tweede peilingtoets over wiskunde bij 7.056 leerlingen van het zesde leerjaar basisonderwijs. Met deze dubbele peilingtoets wil minister van Onderwijs Frank Vandenbroucke nagaan in welke mate scholen en hun leerlingen de eindtermen bereiken. De resultaten worden in de eerste helft van 2010 verwacht. Op dat ogenblik krijgen niet-deelnemende scholen de kans om met paralleltoetsen aan de slag te gaan. Zo krijgen zij ook een idee waar ze staan op vlak van de realisatie van deze eindtermen.

Peiling wiskunde secundair onderwijs

De peiling wiskunde gaat na in welke mate de leerlingen in het tweede leerjaar van de eerste graad (A-stroom) de eindtermen bereiken. 3300 leerlingen uit 91 secundaire scholen vormen een representatieve steekproef voor het hele Vlaamse onderwijs. In totaal worden er tijdens deze peiling in elke school tien schriftelijke toetsen afgenomen. Elke toets peilt naar de beheersing van een cluster van eindtermen. Elke leerling lost vier tot zes van deze toetsen op.

Peiling wiskunde basisonderwijs

Ook de leerlingen van 258 lagere scholen krijgen dit jaar peilingtoetsen wiskunde voorgeschoteld. Het is een bijzondere peiling. In mei 2002, bij de allereerste peiling in het basisonderwijs, kwamen al een groot aantal eindtermen wiskunde aan bod. Via deze herhalingstoets zal de overheid een vergelijking kunnen maken met zeven jaar geleden. Toen waren de resultaten goed tot zeer goed. Slagen de basisscholen erin om zeven jaar later even goede resultaten neer te zetten? Voor een drietal eindtermenclusters scoorden de leerlingen minder goed. Pakken scholen deze clusters intussen beter aan met hun leerlingen? Dat zijn vragen waarop de overheid volgend jaar antwoord zal krijgen. Gezien wiskunde vorig jaar ook al in de B-stroom van de eerste graad secundair onderwijs gepeild werd, zullen we na deze twee peilingen bovendien een volledig plaatje hebben van de prestaties voor het wiskundecurriculum tot 14 jaar.

Resultaten

De resultaten van de twee peilingtoetsen zullen ter beschikking zijn in de eerste helft van 2010. Nadien volgt een consultatieronde bij een ruime groep vertegenwoordigers uit het onderwijsveld. Al hun meningen, opmerkingen en voorstellen vormen de input voor een open conferentie over de peilingresultaten, waar het onderwijsveld kan laten horen welke bijsturingen het wenselijk en haalbaar acht.

Beleidskracht verhogen

De peilingtoetsen besteden ook aandacht aan leerling-, klas- en schoolkenmerken. Zowel voor de overheid als voor scholen is het leerzaam om te weten of verschillen in leerlingenprestaties verband houden met deze kenmerken. Deze gegevens bekomen de onderzoekers via invullijsten met achtergrondvragen. Zowel de leerlingen, hun ouders en leraren van de deelnemende scholen vullen deze vragenlijst in.

Scholen die niet deelnemen aan de peilingen kunnen -na de bekendmaking van de peilingresultaten- via paralleltoetsen nagaan in welke mate ze erin slagen de onderzochte eindtermen bij hun leerlingen te realiseren (zie www.ond.vlaanderen.be/toetsenvoorscholen). Dat kan een nuttig instrument zijn voor zelfevaluatie. De paralleltoetsen zijn vergelijkbaar met de peilingtoetsen, maar ze worden door de school zélf afgenomen..Vervolgens kunnen scholen een feedbackrapport aanvragen. Dat geeft scholen een idee welk resultaat ze zouden bereikt hebben met hun leerlingen indien ze aan de officiële peiling zouden hebben deelgenomen.

Minister Vandenbroucke wil met de peilingen niet alleen de overheid van informatie voorzien, maar ook scholen leerkansen bieden. "Het beleid heeft nood aan betrouwbare landelijke gegevens over de leerprestaties van leerlingen. Alleen zo kunnen we inhoudelijk en op het vlak van kwaliteit een duidelijke koers bepalen. Maar deze peilingen zijn ook belangrijk voor de scholen zelf. Zij kunnen maar op een krachtige manier doelen stellen en nastreven, als we hen de middelen geven om te kijken waar ze staan."

Praktisch

Een overzicht van de getoetste eindtermen en achtergrondinformatie over de peilingen vindt u op:
www.ond.vlaanderen.be/dvo/peilingen/secundair/peilingwiskundeastroom.h tm voor de peiling wiskunde secundair onderwijs. www.ond.vlaanderen.be/dvo/peilingen/basis/peilingwiskundebasis.htm voo r de peiling wiskunde basisonderwijs.

Morgen vanaf 13u (na afloop van de peilingtoets) komen op hetzelfde webadres enkele echte opgaven online van de peiling wiskunde in de eerste graad secundair onderwijs. Vrijdag vanaf 16u is dat het geval voor de peiling wiskunde in het basisonderwijs.

Voor meer persinformatie kunt u terecht bij:

Leen Muys, persmedewerker kabinet Vandenbroucke (Onderwijs) Tel: 02 552 68 50
Gsm: 0479 42 44 23
E-mail: persdienst.vandenbroucke@vlaanderen.be