4. Overheid betuttelt niet in seksuele gezondheid
Overheid betuttelt niet in seksuele gezondheid
Nieuwsbericht, 26 mei 2009
Twee paar blote voeten op een bed.
Staatssecretaris Bussemaker wil dat ook jongens nee leren zeggen als
het gaat om seks.
In een lezing over seksuele gezondheid die ze vandaag hield aan de
Universiteit Utrecht sprak Bussemaker over de autonomie van het
individu en over andere waarden die van belang zijn bij seksualiteit
en relaties. Daarbij ging het ook over de rol van de overheid.
Autonomie en vrijheid
Rode draad in het overheidsbeleid is dat de overheid niet betuttelt en
niet wil voorschrijven wat mensen in de meest intieme momenten van hun
persoonlijk leven moeten doen. Het beleid is gericht op autonomie en
vrijheid van de burger. `Maar ook dat vraagt om overheidshandelen',
benadrukte Bussemaker. `De overheid stuurt juist om vrijheid en
autonomie mogelijk te maken. Centraal staat daarbij de vraag: waar
ligt de grens van de individuele seksuele vrijheid en wanneer moet de
overheid wél optreden?'
Verantwoording afleggen
Autonomie betekent in de ogen van Bussemaker niet alleen aangeven wat
je wilt, maar ook het kunnen afleggen van verantwoording. `We kunnen
vraagtekens plaatsen bij de wijze waarop sommige jongens daarmee
omgaan', zei ze.
Afspraken
Bussemaker heeft inmiddels met minister Plasterk (OCW) afgesproken dat
er meer interventies moeten komen die zich richten op het vergroten
van weerbaarheid van jongens.
Uitdagingen
In haar lezing benoemde de staatssecretaris nog een aantal uitdagingen
en dilemma's waar de overheid de komende tijd een antwoord op moet
vinden: onder meer de seksualiteit van kwetsbare groepen als
laagopgeleiden en gehandicapten, de soa-problematiek en de stijgende
cijfers van seksueel geweld.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport