Familie of zuil? Mobilisatiestrategieën in de Friese beweging en de toekomst
van de frisistiek
Datum: 26 mei 2009
Oratie: prof.dr. G.T. Jensma, 16.15 uur, Academiegebouw, Broerstraat
5, Groningen
Titel: Familie of zuil? Mobilisatiestrategieën in de Friese beweging
en de toekomst van de frisistiek
Leeropdracht: Friese taal- en letterkunde
Faculteit: Letteren
Friesland onderscheidt zich van de overige Nederlandse provincies door
een sterke, geïnstitutionaliseerde aandacht voor de eigen taal en
cultuur. Hoe, door middel van welke retoriek, maar ook door welke
individuen, groeperingen, instellingen en organisaties is deze
aandacht in de afgelopen twee eeuwen gemobiliseerd? Samen kan men deze
twee - de retorica van het Friese en de instituties waarbinnen deze
tot stand kwam - aanmerken als `de Friese beweging'. Ontstaan in de
eerste helft van de negentiende eeuw kwam ze na 1900 en dan vooral in
het Interbellum en na de Tweede Wereldoorlog tot grote bloei. In de
Friese samenleving werd ze een kracht van betekenis. Voor het beeld
dat in Nederland van Friesland bestaat was ze mede bepalend.
Om greep te krijgen op de geschiedenis van deze beweging introduceert
Jensma in zijn oratie twee mogelijke beschrijvingsmodellen: `familie'
en `zuil'. De Friese beweging, die zelf het liefst de term `Fryske
mienskip' (gemeenschap) hanteert, lijkt ogenschijnlijk op een grote
familie. Ondanks alle interne verdeeldheden hangt men de Friese vuile
was niet buiten en staat men voor de gemeenschappelijke Friese
familiebelangen. Dat is historisch en maatschappelijk gezien echter
maar een halve waarheid. De nationale geschiedenis van verzuiling,
verzuildheid en ontzuiling maken beter zichtbaar met wat voor een
beweging we van doen hebben, namelijk met een gelaagde,
cultuur-politiek georiënteerde beweging waarbinnen Friese elites en
voorlieden steeds weer nieuwe groepen in de samenleving wisten te
mobiliseren. Deze Friese beweging is zelf verzuild, maar heeft als
geheel ook weer kenmerken van een zuil. Door de introductie van het
begrip `zuil' worden ook de hedendaagse problemen van de Friese taal
en cultuur beter begrijpelijk. Tegelijk met het nationale proces van
ontzuiling boette namelijk na 1968 ook de Friese beweging sterk aan
kracht in.
In zijn oratie gaat Jensma tenslotte in op de consequenties van deze
waarnemingen voor het programma van de wetenschap die zich bezighoudt
met de Friese taal en cultuur: de frisistiek.
Laatst gewijzigd: 14 mei 2009 10:15
Rijksuniversiteit Groningen