Ingezonden persbericht


PERSBERICHT

NORTH SEA RACE 2009 LANG EN TACTISCH DOOR LICHTE WEER

Scheveningen, 25 mei 2009

De North Sea Race van Harwich naar Scheveningen, onderdeel van de Delta Lloyd North Sea Regatta, mondde dit weekend door het lichte weer uit in een lange en tactische race. Vooral het laatste rak van de MSP boei voor IJmuiden naar Scheveningen leek voor sommige boten eindeloos, doordat de stroming soms sterker was dan de variabele wind. De snelste van de 72 deelnemende jachten was de Lutra 42 van Henri Tinchant, die dertig uur nodig had voor de oversteek van 210 mijl. De Brit Russell Walker pakte met zijn Baltic 37 Cosmic Dancer 3 het overall IRC klassement, gevolgd door de Salona 34 van schipper Erik van Vuuren. De Nederlander Chris Schram won met zijn Brut, eveneens een Baltic 37, het totale ORC-klassement.

Bij de start vrijdagochtend rond kwart voor elf Engelse tijd, stond er nog behoorlijk wat wind. Hoewel de vloot over twee startgroepen verdeeld was, ontstond er een flinke drukte bij de startlijn. Radboud Crul, die meevoer op de Salona 34 van Erik van Vuuren zegt: "Er waren zo'n drie verdiepingen en ik vrees dat wij bij de laatste verdieping zaten." Na een voortvarende zeildag, zakte de wind tegen de avond onverwacht weg. Henri Tinchant: "Volgens onze grip files (gedetailleerde weerkaarten) zou dat pas de volgende ochtend gebeuren, dus daar hadden we niet op gerekend." Toch kwam het de Lutra 42 niet heel slecht uit. Tinchant: "Deze boot gaat hard met weinig wind. We hebben consistent 5 tot 6 knopen gelopen."

Harmonica-effect voor Smith's Knoll
De meeste schepen waren toen de wind weg viel nog op weg naar Smith's Knoll. Dat is de laatste boei voor de Engelse kust, ter hoogte van Lowestoft. Crul: "Vlak voor Smith's Knoll dikte het veld in en kon de wedstrijd eigenlijk opnieuw beginnen." Het volgende cruciale moment speelde zich af voor de kust van IJmuiden. Toen teams in de IRC 2 en 3 klassen op de MSP boei afvoeren, draaide de wind binnen een half uur van zuid naar noordoost. Hierdoor moesten sommige boten het laatste stuk opeens kruisen, terwijl schepen die te hoog aan kwamen de spinnaker konden zetten. Crul: "Wij kwamen op de rumlijn aanvaren, dus konden we onder genua zo naar de boei toe."

Stroming bepalend op laatste rak
Terwijl de grotere boten nog stroom tegen hadden op het laatste rak richting Scheveningen, hadden de teams die een paar uur later om de boei kwamen het tij grotendeels mee. Wedstrijdleider Ian Loffhagen van de Royal Ocean Racing Club zegt: "Hierdoor waren de kleinere boten iets in het voordeel." De teams die dit tijdslot misten, hadden echter pech. Loffhagen: "In de laatste nacht hebben we zes uur lang geen wind gehad en geen finishers. Sommige boten moesten zelfs ankeren." De Jaffa van studentenvereniging Euros hoorde bij de stilliggende boten. Trimmer Rinse Joustra zegt: "Het is heel moeilijk om je concentrat