Beantwoording lijst feitelijke vragen over Panel van Advies evaluaties ontwikkelingssamenwerking
Graag bied ik u hierbij de reactie aan op het verzoek van de vaste commissie
voor Buitenlandse Zaken van 30 maart 2009 met kenmerk 29237, nr. 85 inzake
Commissievragen Panel van Advies IOB.
De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
Bert Koenders
ref IOB-2009/070
Lijst van vragen - totaal
Kamerstuknummer : 29237-85
Vragen aan : Regering
Commissie : Buitenlandse Zaken
Griffier : Van Toor
Nr Vraag Blz
van tot
1 Op welk moment worden de adviezen van het expertpanel openbaar? Vóór of nadat
de minister, DGIS of IOB ervan kennis hebben genomen? Worden de adviezen van
het panel, aangezien het panel niet rechtstreeks maar via de minister aan de
directeur IOB en de DGIS leiding adviseert, pas openbaar na ontvangst door de
minister? Of zijn de adviezen openbaar zodra het panel het advies aan de minister
heeft verzonden? Krijgt de Kamer eerder inzicht in de adviezen dan de pers?
antwoord
Het panel adviseert de minister. Deze neemt kennis van het advies en stuurt het
door naar de Tweede Kamer. Daarmee wordt het ook voor andere
geïnteresseerden, waaronder de pers, openbaar.
2
2 Is het de bedoeling dat het panel uitsluitend alle IOB evaluaties gaat onderzoeken
of kan zijn taak breder opgevat worden?
antwoord
Het panel heeft tot taak te adviseren over de bruikbaarheid en het gebruik van
evaluaties op het terrein van OS. Ook ten aanzien van evaluaties die niet door IOB
zijn uitgevoerd kan het panel advies uitbrengen.
2
3 Kan de Kamer een concept kandidatenlijst ontvangen?
antwoord
Het zoeken van kandidaten dient naar mijn mening een vertrouwelijke karakter te
hebben. Uiteraard zal ik de kamer over de uiteindelijke samenstelling van het panel
informeren.
2
4 Is het in theorie mogelijk dat een ambtenaar van een ministerie wordt vrijgesteld
om aan het panel deel te nemen? Zo ja, kunt u dit toelichten?
antwoord
Nee. Het panel bestaat uit externe deskundigen.
2
5 Is het in theorie mogelijk dat een lid of medewerker van de Algemene Rekenkamer
of bijvoorbeeld het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) in het panel plaats zal
nemen? Vindt u dit wenselijk? Zo neen, waarom niet?
antwoord
In theorie is dit mogelijk. In het panel dienen ervaring en deskundigheid op het
gebied van evaluatie en kennis van ontwikkelingssamenwerking op een
evenwichtige manier vertegenwoordigd te zijn. Ik zou leden of medewerkers van de
Algemene Rekenkamer of bijvoorbeeld het Sociaal Cultureel Planbureau daarbij niet
op voorhand willen uitsluiten.
2
6 Zal het panel alleen adviseren op het beleidsterrein van
Ontwikkelingssamenwerking of ook op de beleidsterreinen Buitenlandse Zaken en
2
ref. IOB-2009/070 2
Europese Zaken?
antwoord
Het panel adviseert de minister voor Ontwikkelingssamenwerking en houdt zich
niet bezig met andere onderdelen van het buitenlands beleid.
7 Wat is de status van de adviezen van het panel? Zijn de adviezen bindend, of zijn
minister en/of directeur IOB vrij om adviezen over te nemen dan wel naast zich
neer te leggen?
antwoord
Adviezen van het panel zullen voor de minister, en daarmee ook voor zijn
ambtelijke staf, zwaar wegen. De minister maakt in alle gevallen een eigen
afweging.
2
8 Zijn verantwoording over doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid en de
beleidsuitvoering en de leerfunctie niet precies hetzelfde? Met andere woorden zijn
verantwoorden en leren niet identiek?
antwoord
Hoewel de meeste evaluaties zowel kunnen dienen ter verantwoording als om van
te leren, gaat het om verschillende functies. Bij het afleggen van verantwoording
over gevoerd beleid wordt teruggekeken op relevantie, doeltreffendheid en
doelmatigheid van het beleid. Nadat dit is gebeurd, en als inzicht is verkregen in
welke factoren bepalen of we het beoogde doel ook daadwerkelijk bereiken,
kunnen er lessen worden getrokken die in nieuw of aangepast beleid kunnen
worden toegepast.
2
9 Dreigt niet het gevaar dat adviezen van het expertpanel over de bruikbaarheid van
adviezen de positie van IOB ondermijnen?
antwoord
Integendeel. Naarmate de bruikbaarheid van IOB-evaluaties verder toeneemt, zal
de positie van IOB als onafhankelijke evaluatiedienst van het ministerie van
Buitenlandse Zaken verder worden versterkt.
2
10 Wat gebeurt er als het expertpanel de bruikbaarheid van een IOB-advies laag acht?
Neemt de minister dan het IOB-advies niet over?
antwoord
De minister maakt in alle gevallen een eigen afweging. Bij die afweging weegt het
oordeel van het in te stellen panel uiteraard zwaar mee.
2
11 Dreigt niet het gevaar dat adviezen van het expertpanel gericht aan de DGIS
leiding (via de minister) met betrekking tot het gebruik van evaluaties de invloed
van IOB ondermijnen?
antwoord
De invloed van IOB wordt met name bepaald door de kwaliteit van de uitgevoerde
evaluaties. Bruikbaarheid is daarbij een belangrijk kwaliteitskenmerk (zie ook vraag
9). De verantwoordelijkheid voor het gebruik van evaluaties ligt niet bij IOB. De
onafhankelijkheid van IOB vraagt op dit punt juist om het in acht nemen van een
zekere afstand. Waar door middel van adviezen van het panel het gebruik van
evaluaties kan worden bevorderd, zal de invloed van IOB eerder toenemen dan dat
deze wordt ondermijnd.
2
12 Wat is de reden dat het panel zich uitsluitend via de minister tot IOB kan richten?
Waarom kunnen de leden van het panel zich niet rechtstreeks tot de directeur IOB
of DGIS richten?
2
ref. IOB-2009/070 3
antwoord
De minister is verantwoordelijk voor de mate waarin er van IOB-evaluaties wordt
geleerd. Bruikbaarheid en gebruik van evaluaties zijn daarvoor bepalend. Juist
omdat de minister zijn verantwoordelijkheid moet kunnen nemen voor het
leerproces en zich daarover aan de Kamer moet verantwoorden, ligt het niet voor
de hand dat het panel, buiten de minister om, rechtstreeks aan IOB of DGIS advies
uitbrengt
13 Hoe bindend zijn de adviezen van het panel over de uitgangspunten van de
evaluatieprogrammering? Als men het niet eens wordt, panel enerzijds en IOB
anderzijds, wie bepaalt dan wat de strategie wordt?
antwoord
In overleg met de Kamer is op 29 mei 2008 afgesproken dat directeur IOB
verantwoordelijk is voor de vaststelling van de programmering van alle evaluaties
op het gebied van Ontwikkelingssamenwerking. De opstelling van die
programmering is een interactief proces, waarbij, zoals ik aan de Kamer toezegde,
meerdere partijen - de politieke en ambtelijke leiding van het ministerie, maar ook
de Kamer zelf - hun wensen kenbaar kunnen maken. Het panel adviseert over te
hanteren uitgangspunten die kunnen helpen uit dit interactieve proces een
evenwichtige programmering tot stand te laten komen. De afspraak van mei vorig
jaar - directeur IOB stelt programmering vast - blijft daarbij van kracht.
2
14 Kunt u aangeven in welk opzicht de leden van het panel onafhankelijk zullen zijn?
Betekent onafhankelijkheid dat zij niet op een directe of indirecte manier andere
financiering/subsidiëring van het ministerie mogen ontvangen, dus dat mensen uit
bijvoorbeeld MFS-organisaties zijn uitgesloten? Mogen panelleden een (betaalde of
onbetaalde) functie bekleden in een politieke partij? Moet er gedacht worden aan
bijvoorbeeld wetenschappers met een methodologische achtergrond of juist een
OS-achtergrond?
antwoord
Lidmaatschap van het panel sluit de mogelijkheid uit opdrachten uit te voeren ten
behoeve van IOB-evaluaties. Omgekeerd vormt eerdere betrokkenheid van
panelleden bij formulering of uitvoering van door IOB te evalueren programma's
ook een grond voor uitsluiting van deelname in het panel. Vervulling van welke
andere functie dan ook kan geen reden zijn om niet in het panel zitting te mogen
nemen.
Kennis van evaluatie-methodologie en van Ontwikkelingssamenwerking zullen in
ongeveer gelijke mate in het panel aanwezig moeten zijn.
2
15 Kan de Kamer het panel ook om een mondelinge toelichting vragen?
antwoord
Het staat de Kamer uiteraard vrij zijn eigen werkzaamheden te organiseren.
2
16 Waarom wordt er voor gekozen het secretariaat van het expertpanel uit te laten
voeren door IOB?
antwoord
Om praktische redenen. Gezien zijn verantwoordelijkheid voor de programmering
en uitvoering van evaluaties lijkt IOB het beste gepositioneerd om het panel van de
benodigde informatie te voorzien.
2
17 Hoeveel uur per week of per maand verwacht u dat de leden van dit panel aan deze
taak kwijt zullen zijn?
antwoord
Ik heb er om principiële redenen voor gekozen het panel zelf zijn werkzaamheden
en frequentie van vergaderen te laten regelen. Ik kan deze vraag dan ook niet
2
ref. IOB-2009/070 4
beantwoorden.
18 Kunt u een nadere toelichting geven op wat u een 'passende' vergoeding acht voor
de leden van het expertpanel? Uit welk budget wordt dit betaald?
antwoord
De vergoeding is conform de voorschriften uit de Wet vergoedingen en commissies
zoals gepubliceerd in het Staatsblad van 4 december 2008. De vastgestelde
vergoeding zal conform deze wet in de Staatscourant worden gepubliceerd.
2
19 Zijn de adviezen van het expertpanel bindend? Of kunnen de minister, IOB of de
DGIS leiding hiervan afwijken. Zo ja onder welke voorwaarden?
antwoord
Zie mijn antwoord op vraag 7.
2
20 Betekent de advisering van het expertpanel over de institutionele verankering van
de evaluatiefunctie in de beleidscyclus dat u de huidige situatie onbevredigend
acht?
antwoord
Ik streef naar goed gebruik van evaluatie ofwel het leren van evaluatieresultaten
voor beleidsontwikkeling en uitvoering. In jaarverslagen wordt bijvoorbeeld al
aangegeven hoe evaluaties het beleid op hoofdlijnen hebben beïnvloed. Met de
instelling van het panel hoop ik bij te dragen aan een verdere verbetering van het
gebruik van evaluaties.
2
21 Meent u met deze voorstellen recht te hebben gedaan aan de uitvoering van de
motie Boekestijn/Gillard (31031-V, nr. 9) over de noodzaak van een onafhankelijke
beleidsevaluatie?
antwoord
Ja. IOB is een departementale onderzoeksinstelling met een onafhankelijke status.
Onafhankelijkheid is onder meer gewaarborgd door de bevoegdheid van IOB om
evaluaties zelfstandig te programmeren, om Terms of Reference zelfstandig vast te
stellen en om voor de inhoud van de rapporten de volledige verantwoordelijkheid te
nemen. Ook zijn IOB-rapporten openbaar en krijgt de Kamer ze, in de regel
voorzien van een beleidsreactie, binnen drie maanden na vaststelling toegezonden.
De motie Boekestijn/Gilliard is hiermee uitgevoerd.
2
22 Stel dat IOB een andere opvatting koestert over de validiteit en betrouwbaarheid
van zijn evaluatierapporten dan de leden van het expertpanel, welke opvatting
neemt u dan over?
antwoord
Dat valt in zijn algemeenheid niet te zeggen. De minister maakt ook als hij zich laat
adviseren, zijn eigen afweging.
2
23 Kunt U precies omschrijven wanneer aandachtspunten en/of aanbevelingen uit
evaluaties niet uitvoerbaar zijn?
antwoord
In de beleidsreactie die in de regel samen met het IOB-rapport naar de Kamer
gaat, staat per rapport helder beschreven wat de minister van de conclusies van
een evaluatie en eventuele aanbevelingen vindt. Als de minister een specifieke
aanbeveling niet uitvoerbaar acht, zal hij dat in dat specifieke geval moeten
beargumenteren. Meer algemene uitspraken vallen daar niet over te doen.
2
ref. IOB-2009/070 5
24 Stel dat het expertpanel tijdens de monitoring van de follow-up van aanbevelingen
en/of aandachtspunten uit evaluatierapporten constateert dat het ministerie in
gebreke blijkt, bent u dan gedwongen alsnog het beleid aan te passen?
antwoord
Een dergelijke constatering zal uiteraard zwaar wegen in de door de minister te
nemen besluiten. Van dwang kan echter geen sprake zijn. De minister houdt zijn
verantwoordelijkheid, de Kamer controleert.
3
25 Waarom is kennis van het functioneren van overheidsorganisaties en in het
bijzonder de betekenis van de evaluatiefunctie binnen de overheid eigenlijk een
noodzakelijke expertise voor een lid van het expertpanel? Is wetenschappelijke
kennis van methoden en technieken van toetsend onderzoek die zich vooral niets
aantrekt van bureaucratische weerstand tegen controle niet het enige dat telt?
antwoord
Het debat over gebruik en bruikbaarheid van evaluaties vindt niet in een vacuüm,
maar in een beleidsspecifieke context plaats. Kennis van die context, in dit geval de
rijksoverheid, cq. het ministerie van Buitenlandse Zaken, wordt van belang geacht
om middels advisering maximaal te kunnen bijdragen aan de gewenste grotere rol
van evaluatie in de beleidscyclus.
3
26 Is een (academisch) methodologische opleiding een vereiste voor de kandidaten?
Zo neen, waarom niet?
antwoord
Het is van groot belang dat wetenschappelijke kennis over methoden en technieken
van toetsend onderzoek in het panel ruim voorhanden is.
3
27 Hoe moeten we de monitoring duiden? Als adviezen niet goed in praktijk gebracht
worden, naar het oordeel van het panel, welke mogelijkheden hebben zij dan om in
te grijpen?
antwoord
Het panel kan de minister adviseren specifieke adviezen beter in de praktijk te
brengen. In het algemeen zou het panel, als het van mening zou zijn dat het hier
om een meer structureel probleem gaat, ook aanbevelingen kunnen doen voor een
verbeterde organisatie van de monitoring van de opvolging die er aan adviezen
worden gegeven.
3
Ministerie van Buitenlandse Zaken