NVA
Persbericht
Amersfoort, 21 mei 2009
Federatie FIDIN laakt uitspraken Kockelkoren
AFM moet zich onthouden van marktsturing
De uitlatingen van AFM-bestuurder Theodor Kockelkoren,
verantwoordelijk voor het toezicht op financiële dienstverleners, in AM
nr. 10, zijn bij de leden van de NBVA en de NVA zeer slecht gevallen.
Federatie FIDIN, het samenwerkingsverband van NBVA en NVA, die
eerder ernstig bezwaar maakte tegen de uitspraken van de heer
Hoogervorst inzake tophypotheken, vindt de uitlatingen van de heer
Kockelkoren bijzonder kwalijk.
Zoals inmiddels breed bekend diskwalificeert Kockelkoren de provisie, die hij
badinerend `de strooppot van de aanbieder' noemt, waarop snel een deksel moet
komen. Ook zijn uitspraak dat de hoogte van de AFM-facturen `beperkt' is, afgezet
tegen de verdiensten van een gemiddeld intermediairbedrijf, vindt FIDIN ongepast
en volstrekt niet aan de orde. Zoals bekend voert FIDIN een grote
bezwarenprocedure tegen de hoogte van de heffingen van de AFM. FIDIN
kwalificeert de uitspraken van Kockelkoren als respectloos en niet passend bij de
taakopvatting van de toezichthouder.
De AFM moet, wat FIDIN betreft, eindelijk eens ophouden vooroordelen uit te
spreken over zaken waar zij niet over gaat. Beter kan zij zich bezighouden met
haar taak om de door haar benoemde `onderkant' van de financiële
dienstverleningsmarkt effectief op te ruimen. De taak van de AFM is het houden
van toezicht en niet het sturen van de markt.
Voor FIDIN zijn de gewraakte uitlatingen reden om de taakopvatting over haar rol
als toezichthouder nadrukkelijk aan de orde te stellen bij de toezichthouder. In de
eerstvolgende bijeenkomst van het Adviserend Panel zal FIDIN deze zaak aan de
orde stellen.
Ook in het visiedocument dat de AFM heeft gemaakt en dat thans ter consultatie
voorligt, over de uitleg van de inducementregels, rept zij over haar voorkeur voor
fee boven provisie. FIDIN heeft al herhaaldelijk daartegen bezwaar aangetekend.
Kennelijk zonder effect. FIDIN betreurt dat en zal ook de politiek informeren over
haar opvattingen over dit soort uitlatingen van de toezichthouder.
Noot voor redactie (