UMC Groningen

Langdurige oogziekten leiden tot minder hersencellen

25 mei 2009 Oogziekten zoals macula-degeneratie en glaucoom (een vorm van staar) leiden er toe dat in een deel van de hersenen grijze cellen verdwijnen. De cellen verdwijnen in het deel van de hersenen dat het gezichtsveld van de mens bepaalt. Dit blijkt uit onderzoek onder leiding van hersenonderzoeker dr. Frans Cornelissen van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Het is voor het eerst dat er een duidelijk verband is aangetoond tussen oogziekten en veranderingen in de hersenen. De onderzoekers publiceren hierover vandaag in het gerenommeerde wetenschappelijk tijdschrift BRAIN.

Macula-degeneratie en glaucoom zijn oogziekten die vooral bij ouderen voorkomen. De uitkomsten van het onderzoek tonen aan dat de vorm van de hersenen op latere leeftijd nog kan veranderen. Is er sprake van functieverlies van het netvlies, zoals bij macula-degeneratie en glaucoom, dan gaan er geen signalen meer naar een deel van de hersenen. Dit leidt er toe dat de hoeveelheid grijze massa in dat deel van de hersenen - de visuele cortex afneemt.

De onderzoekers van het UMCG keken met MRI-scans naar de dichtheid van de grijze massa, zowel bij patiënten met langdurige oogziekten als bij een controlegroep. Met deze scans gingen zij het verband na tussen de aangetaste plaatsen in het netvlies en de plaats in de hersenen waar zij minder grijze cellen aantroffen. Bij beide oogziekten bleek er een specifiek verband te zijn tussen de aangetaste plaats in het netvlies en de plaats met een verminderde hoeveelheid grijze cellen in de visuele hersenen.

De aanleiding van het onderzoek van Cornelissen was de vraag of hersenen zich op latere leeftijd nog kunnen aanpassen. Dit blijkt dus het geval. De uitkomst van het onderzoek heeft mogelijk gevolgen voor het ontwikkelen van nieuwe therapieën in de oogheelkunde. Een therapie, zoals bijvoorbeeld de toekomstige in het netvlies implanteerbare chiptechnologie, heeft waarschijnlijk weinig effect meer als de hersenfuncties al te zeer zijn aangetast.

De uitkomsten van dit onderzoek zijn aanleiding voor verder onderzoek. De onderzoekers willen meer weten over de aanvang van de oogziekte en het moment waarop de veranderingen in de hersenen aantoonbaar zijn.

Contactpersoon: Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de persvoorlichters van het UMCG, tel. (050) 361 22 00.

Terug