Geannoteerde agenda Landbouw- en Visserijraad 25 mei 2009 en informele Landbouwraad 2 juni 2009-05-14
Geachte Voorzitter,
In deze brief informeer ik u over de onderwerpen die op de agenda staan van de reguliere
vergadering van de Raad van Ministers voor Landbouw en Visserij van de Europese Unie
van 25 mei a.s. te Brussel en de informele vergadering van 2 juni a.s. te Brno (Tsjechië).
Bij elk geagendeerd onderwerp geef ik aan wat de Nederlandse inzet daarbij is. Het is
mogelijk dat er nog onderwerpen aan de agenda worden toegevoegd of juist worden
uitgesteld tot een volgende vergadering.
De Raad van 25 mei streeft naar het aannemen van Raadsconclusies over het voortgangsverslag
over vereenvoudiging van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB).
Vervolgens zal de Raad discussiëren over het Groenboek over de hervorming van het
Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB). Tenslotte zal de Commissie onder 'diversen' een
toelichting geven op de voorziene vervolgstappen voor het uitfaseren van het teruggooien
van bijvangsten. De informele Landbouwraad van Brno staat in het teken van de discussie
over de toekomst van het GLB.
Raadsconclusies vereenvoudiging van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid
(Aanname raadsconclusies)
De Raad streeft naar het aannemen van Raadsconclusies over het voortgangsverslag over
vereenvoudiging van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). Op basis van deze
conclusies zal de Commissie vervolgens concrete voorstellen tot vereenvoudiging van het
GLB kunnen voorbereiden.
In de vergadering van april heeft de Raad aan de hand van een vragenlijst van het
voorzitterschap gediscussieerd over de richting, reikwijdte en intensiteit van verdere
vereenvoudiging van het GLB. De aanleiding van deze discussie is de recente mededeling
van de Commissie 'Een vereenvoudigd GLB voor Europa - in het voordeel van iedereen'. De
mededeling is een voortgangsverslag en gaat onder meer in op wat er tot nu toe is bereikt
op het gebied van de vereenvoudiging van het GLB en bouwt voort op de mededeling van
de Commissie hierover uit 2005 met daarin de voornemens op dit gebied.
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA 's-GRAVENHAGE
18 mei 2009
Geannoteerde agenda Landbouw- en
Visserijraad 25 mei 2009 en informele
Landbouwraad 2 juni 2009
Ik hecht veel belang aan een tastbare verdere vereenvoudiging van het GLB. Een intensieve
samenwerking tussen de lidstaten en de Commissie is van groot belang om de
doelstelling van de Commissie te bereiken om in 2012 de administratieve lasten met een
kwart te hebben verminderd. Ik ben ook van mening dat het akkoord over de health check
nog in onvoldoende mate heeft geleid tot vereenvoudiging, met name op het vlak van
cross compliance. Ook in andere onderdelen van het GLB is verdere vereenvoudiging
echter noodzakelijk en mogelijk. Ik denk dan bijvoorbeeld aan de bedrijfstoeslagregeling
en de eisen op het gebied van in- en uitvoercertificaten. Verder ben ik van oordeel dat de
Raad voortaan elk half jaar zou moeten discussiëren over de concrete suggesties voor
vereenvoudiging die de directeuren van de Europese betaalorganen van de lidstaten
tijdens hun halfjaarlijkse conferenties doen.
Ik steun daarom het streven van het voorzitterschap tot aanname van de Raadsconclusies.
De conceptconclusies vormen een goede weergave van eerdere discussies en sluiten aan
bij de Nederlandse inzet op verdere concrete en tastbare vereenvoudiging van alle
onderdelen van het GLB. De noodzaak van verdere vereenvoudiging van cross compliance
moet wat mij betreft ook expliciet tot uiting komen in de Raadsconclusies. Dat geldt ook
voor de rol van betaalorganen. Verder is het van belang dat lidstaten worden uitgenodigd
concrete ideeën en voorstellen voor vereenvoudiging te blijven aandragen en de
Commissie die vervolgens ook serieus oppakt. Daarom is mijn inzet ook dat de Raadsconclusies
expliciet aangeven dat de 'longlist' van vereenvoudigingsvoorstellen die een
groep van twaalf lidstaten, waaronder Nederland, heeft opgesteld uiterlijk in november
2009 met een reactie van de Commissie ter besluitvorming terugkeren in de Raad.
Groenboek Herziening Gemeenschappelijk Visserijbeleid
(Gedachtewisseling)
COM(2009) 8977, COM(2009) 9488
De Raad zal een eerste gedachtewisseling hebben over de hervorming van het Gemeenschappelijk
Visserijbeleid (GVB). In het Groenboek wordt benadrukt dat de herziening van
het GVB, die uiterlijk in 2012 een feit moet zijn, ingrijpend van karakter zal zijn. De
Commissie wenst daarom in een vroegtijdig stadium te beginnen met de gedachtevorming
over het toekomstig beleid. Op basis van de binnengekomen reacties zal de
Commissie te zijner tijd concrete voorstellen voor regelgeving aan de Raad voorleggen.
De Europese Commissie schetst in het Groenboek een visie voor de Europese visserij rond
2020 en gaat in op de het huidige GVB en de resultaten daarvan. Zij concludeert dat de
doelen van de hervorming van het GVB in 2002 niet zijn gehaald door een vijftal
structurele tekortkomingen. Het gaat hier om overcapaciteit in de visserij, niet toegespitste
beleidsdoelstellingen, een besluitvormingssysteem dat vooral op de korte
termijn is gericht, onvoldoende verantwoordelijkheid voor de visserijsectoren en
onvoldoende naleving van de regelgeving. Naast deze tekortkomingen wordt een aantal
mogelijkheden genoemd om het visserijbeheer te verbeteren. Het gaat hier om de
benadering van de kustvisserij, alternatieven voor het huidige visstandbeheer, de
verdeling van de vangstmogelijkheden over de lidstaten, de rol van de handel en de
markten, de integratie met andere beleidsvelden, de kennisbasis, het structuurbeleid en
financiële steunverlening, het externe EU-beleid en de rol van de aquacultuur.
Voor de hiervoor genoemde onderdelen worden aan alle belanghebbende partijen
uitgebreide vragen voorgelegd tijdens de consultatie.
Zoals ik al heb aangegeven, hecht ik groot belang aan een goede voorbereiding van de
discussies in Brussel. De uitkomst hiervan is van doorslaggevend belang voor de toekomst
van de Europese visserij en de duurzame exploitatie van onze visbestanden. Ik waardeer
het dat de Commissie op deze transparante manier het beleid onder de loep neemt en
daarbij kritische conclusies niet uit de weg gaat. Ik teken hierbij wel aan dat in het huidige
GVB al zaken zijn verbeterd, maar constateer met de Commissie dat het huidige beleid
desondanks niet goed werkt. Daar komt bij dat ook de maatschappelijke omgeving is
veranderd.
Als start van het proces snijdt het Groenboek alle relevante thema's aan en worden veel
vragen opgeworpen. Ik vind dat een goede aanpak. Wij staan immers aan de vooravond
van een substantiële hervorming. De in het Groenboek geschetste analyse van het GVB
kan ik in grote lijnen onderschrijven en de aan de orde gestelde problemen zullen ook in
mijn visie op het toekomstig GVB aan de orde komen. Voor mij is duurzaamheid door
innovatie - ook in het beleid - leidend. Ook hecht ik aan een grotere betrokkenheid van de
betrokken partijen, zoals dat nu in de Regionale Advies Raden vorm begint te krijgen.
Daarnaast zullen we moeten werken aan een vereenvoudiging van het nu veelal erg
ingewikkelde en gedetailleerde beleid.
Ik zal tijdens de Raad nogmaals de uitgangspunten bij de ontwikkeling van de
Nederlandse visie op het nieuwe Europees visserijbeleid - ook voor de wateren buiten de
EU - noemen, namelijk:
* herstel en duurzaam gebruik van de visbestanden;
* perspectief voor een maatschappelijk geaccepteerde duurzame visserijsector;
* doeltreffend, uitvoerbaar én handhaafbaar beleid.
Diversen
a) Aanpak van discards in de visserij
(Verzoek van de Commissie)
De Europese Commissie zal onder het punt diversen ingaan op de aanpak van de
teruggooi in de visserij. Naar verwachting zal het hierbij gaan over het verdere proces dat
de Commissie voor ogen staat. In december zijn reeds initiatieven genomen, zoals de
afspraken met Noorwegen, om de teruggooi te beperken. Daarnaast wordt door de
voorgestelde herziening van de technische maatregelen een grotere selectiviteit in de
visserij beoogd. Andere specifieke voorstellen gericht op een aanpak van de teruggooi zijn
nog niet door de Commissie ingediend bij de Raad.
Informele Landbouwraad, Brno, 2 juni 2009
(Gedachtewisseling)
Op 2 juni a.s. vindt in Brno (Tsjechië) de halfjaarlijkse informele Landbouwraad plaats. Het
thema van deze bijeenkomst is "Common Agricultural Policy post-2013: What future for
direct payments?".
Met de keuze voor dit onderwerp geeft het Tsjechische voorzitterschap een vervolg aan de
discussie die begonnen is onder het Franse voorzitterschap in Annecy, afgelopen jaar. Om
richting te geven aan dit onderwerp heeft de Voorzitter een discussiedocument opgesteld.
Het Tsjechische EU-voorzitterschap gaat in het discussiedocument in op het systeem van
directe betalingen binnen het GLB voor de periode na 2013. Het discussiedocument stelt
dat het GLB voor een viertal uitdagingen staat, de komende jaren: voorziening van voedsel
tegen redelijke prijzen, aanpassing aan veranderende omstandigheden zoals klimaatverandering,
schaarste van natuurlijke hulpbronnen, biologische diversiteit en duurzaamheid,
het impassen van de nieuwe lidstaten in de gemeenschappelijke beleidskaders en,
tenslotte, de concurrentiekracht van de agrarische sector en innovatie. Volgens het
discussiedocument moet het GLB deze uitdagingen aangaan. Het GLB zou moeten streven
naar hoge standaarden van voedselkwaliteit en voedselveiligheid, duurzaamheid en
kwaliteit van het milieu en flexibiliteit zodat de agrarische sector kan reageren op
marktveranderingen. Het GLB is, volgens het discussiestuk, door de afgelopen
hervormingsrondes eenvoudiger, transparanter en effectiever geworden. Toch zouden wij
moeten blijven streven naar vereenvoudiging en efficiencywinst en een evenwichtige
ontwikkeling tussen de productie- en niet-productiefuncties van de landbouw op het
platteland. Het discussiestuk stelt dat het systeem van directe betalingen nu een belangrijk
beleidsinstrument is, erop gericht om de doelstellingen van het GLB te bereiken. Gegeven
de prominente plek van het systeem van directe betalingen, is het volgens het discussiestuk
nodig om in het bijzonder over dit onderwerp te discussiëren. Het voorzitterschap wil
ingaan op de effectiviteit en functie van het systeem van directe betalingen na 2013, de
relatie tussen directe betalingen en andere (beleids)instrumenten, de grondslag van de
verdeling van middelen ten behoeve van directe betalingen en bespreken op welke wijze
het systeem van directe betalingen verder ontwikkeld kan worden.
Mijn inbreng zal gebaseerd zijn op het coalitieakkoord, de bijbehorende beleidsagenda en
de kabinetsvisie op de lange termijntoekomst van het GLB, de "Houtskoolschets Europees
Landbouwbeleid 2020". Hierin staat dat de Europese afspraken over de hervorming van
het landbouwbeleid het kader vormen voor het Nederlandse beleid. Naast de oorspronkelijke
doelstellingen van voedselzekerheid en voedselveiligheid, moet naar mening van het
kabinet het toekomstig GLB in dienst staan van versterking van de concurrentiekracht en
marktoriëntatie van de agrarische sector, die duurzaam en veilig produceert en die tevens
maatschappelijke waarden levert die niet via de markt beloond worden. In het overleg zal
ik inbrengen dat een gezamenlijke Europese aanpak van belang blijft, waarbij rekening
gehouden wordt met een Europees level-playing field en een optimale verdeling van
verantwoordelijkheden tussen Europees, nationaal en regionaal niveau.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit