* Nieuws
De wapenindustrie van de bronstijd
Technische hoogstandjes gegoten uit brons die geen ander doel hadden
dan te dienen tot dodelijk wapen: zwaarden. Om ze te kunnen
vervaardigen was een veelvoud aan technologieën nodig. David Fontijn
gebruikt zijn onderwijsprijs om het productieproces te achterhalen en
onderwijsmateriaal te vergaren.
Archeon
Smeltkroes met gesmolten brons. Foto: Karsten Wentink.
Maandagmiddag 18 mei in het Archeon in Alphen aan den Rijn. In
een nagebouwde lemen hut uit de bronstijd (2000 tot 800 jaar
v.Chr.) zijn een bronsgieter en zijn assistent aan het werk. De
twee worden omringd door archeologen van de Universiteit Leiden
die uit wetenschappelijke belangstelling toekijken en druk
aantekeningen maken, fotograferen en filmen. Af en toe passeert
een schoolklas in leeftijden van groep 6 tot 8 die nieuwsgierig
de hete vuurplaats naderen. Het geheel wordt gefilmd door een
cameraploeg van VPRO Noorderlicht.
Fotoverslag
De wapenindustrie van de bronstijd
Vernuft
Bronsgieter Jeroen Zuiderwijk inspecteert een zojuist gegoten
kling. Foto: Karsten Wentink.
Hoe primitief de ambiance en het gebruikte gereedschap ook
ogen, je kunt alleen maar ontzag hebben voor het technische
vernuft, de kennis en de vaardigheid van de bronstijdmensen.
Het is een heel scala aan nieuwe ideeën en concepten die
gecombineerd moesten worden voor men in staat was het
metaalmengsel te smelten en vervolgens tot bruikbare voorwerpen
te gieten. `Om te beginnen heb je natuurlijk mallen nodig
waarin de vorm die je uiteindelijk wilt hebben uitgespaard is',
vertelt Fontijn. Bij dit experiment zijn ze gemaakt van klei.
`Maar niet iedere klei is bruikbaar. Het was nog een hele
zoektocht om de juiste samenstelling voor de klei te vinden.'
Vliegtuigtechniek
Jeroen Zuiderwijk heeft vliegtuigtechniek gestudeerd en is
amateur bronstijdsmid. Hij is een van weinigen die het brons
gieten op deze primitieve manier beheerst. Zuiderwijk heeft al
doende ontdekt dat de gietvorm bij het gieten schuin gezet moet
worden. `Er zit geen gat voor de ontsnappende lucht in de vorm
en zo kan de lucht langs het binnenstromende brons ontsnappen.
Anders komt het brons niet helemaal tot onderin de mal.' Zo
heeft hij ook ontdekt dat de vorm voorverwarmd moet worden,
omdat anders het brons te snel gaat stollen, waardoor ook niet
de hele mal gevuld wordt. `Het gebruikte brons bestaat uit een
legering van koper met 12,5% tin', vertelt Fontijn. `Normaal
heeft brons een gehalte van 10% tin.'
Gieten of smeden
David Fontijn met een in een eerder experiment gegoten bronzen
zwaard. Foto: Karsten Wentink.
`Het gieten van brons verschilt totaal van de techniek van
smeden', vertelt Zuiderwijk. `Brons hoeft niet gesmeed te
worden, terwijl je ijzer juist niet kunt gieten. Althans, je
krijgt dan gietijzer, goed voor potten en pannen, maar niet
voor zwaarden. Het smeden van ijzer vergt een compleet andere
techniek. Het is een ontdekking apart dat ijzer gesmeed moet
worden om een goed resultaat te krijgen.' Het is daarom des te
opmerkelijker dat ijzeren en bronzen zwaarden er precies
hetzelfde uitzien. `De ribbels die je op sommige zwaarden ziet,
zijn eenvoudig te gieten, maar juist ontzettend moeilijk te
smeden', zegt Zuiderwijk die ook ervaring heeft met het smeden
van ijzer. Wat is nu eigenlijk beter of effectiever, brons of
ijzer? Zuiderwijk: `Bij proefnemingen met gelijkwaardige
bronzen en ijzeren zwaarden en gelijkwaardige zwaardvechters,
won het bronzen zwaard...'
Blaasbalg
In een grote vuurplaats slaat Zuiderwijks assistent met behulp
van een vuursteentje en stalen (het enige anachronisme)
vuurslag in één klap een vonk in een propje textiel. Met een
stukje berkenbast, houtskool en de regelmatige luchtstroom uit
een blaasbalg is daar in een mum van tijd een gloeiend vuur van
gemaakt. Dat is ook zo'n vernuftige uitvinding: de blaasbalg.
Die bestaat uit een grote gevorkte en uitgeholde tak die, door
hem met leer te omwikkelen, praktisch luchtdicht is gemaakt. De
balgen zelf hebben een handmatig ventiel. De assistent bedient
met iedere hand één balg. Die lijken nog het meeste op leren
boodschappentassen. Beurtelings knijpt hij een balg dicht en
duwt hem naar beneden. De lucht ontsnapt dan door de gevorkte
tak. Als hij hem omhoog haalt, opent hij hem zodat hij weer met
lucht gevuld wordt. Door de balgen om beurten op en neer te
halen, is een constante luchtstroom verzekerd.
Bronzen kling
In de grote vuurplaats worden de gietvormen voorverwarmd. Het
brons wordt gesmolten in een kleinere vuurplaats. In een
kuiltje plaatst de smid een stenen bakje met stukjes brons. Hij
stapelt daar kolen overheen en die worden met een tweede
blaasbalg tot gloeien gebracht tot een vuur van ruim 1250
graden ontstaat, zoals de thermometer die in het vuur gestoken
is, aangeeft. Bij die temperatuur is in ongeveer drie kwartier
het brons gesmolten en kan de eerste gieting verricht worden.
De mal wordt in een van te voren gegraven kuiltje vlak naast de
smeltkuil geplaatst. Zuiderwijk steekt een stevige tak in een
uitsparing van de smeltkroes en giet het brons in de mal. Na
afkoeling in een grote kom met water, wordt de mal voorzichtig
stukgeslagen en de ruwe bronzen kling is klaar voor inspectie.
Onderwijsmateriaal
`Dit experiment is bedoeld om te achterhalen hoe de bronzen
voorwerpen in vroeger tijden werden vervaardigd, en het is
vooral ook bedoeld om aan onderwijsmateriaal te komen', vertelt
Fontijn. Op de Dies van 2008 kreeg hij de LSr Onderwijsprijs
van EUR 5000,- voor zijn inspirerende onderwijs. Hij wil de in
dit experiment gegoten zwaarden en de video's die ervan gemaakt
zijn, gaan gebruiken in zijn colleges. Het experiment waarvoor
het historische themapark Archeon gastheer was, past in een
ruimer kader van experimenten om het oorspronkelijke gebruik
van archeologische vondsten te achterhalen. Fontijn: `Dit soort
rare korte zwaarden vinden we terug in grafheuvels.' Mede in
het kader van het door NWO gefinancierde grafheuvelproject
`Ancestral mounds' willen de onderzoekers er meer van
begrijpen. Er zijn deze middag vier gietingen verricht, waarvan
er twee succesvol waren. De uitzending van VPRO Noorderlicht is
gepland voor eind augustus.
(19 mei 2009/SH)
Webredactie - 19/05/2009
Universiteit Leiden