ABVAKABO FNV

Schiphol ziet af van gedwongen ontslagen

Luchthaven Schiphol heeft met de vakbonden een akkoord gesloten over de begin dit jaar aangekondigde reorganisatie. In ruil voor een gematigde loonontwikkeling worden de komende twee jaar geen werknemers gedwongen te vertrekken. Dat maakten Schiphol en de bonden dinsdag bekend.

Op dinsdagmiddag 26 mei is er een ledenraadpleging over dit principeakkoord.

Schiphol wil het personeelsbestand, dat nu uit 2230 werknemers bestaat, voor het einde van volgend jaar met 450 werknemers verminderen.

Ruim 250 arbeidsplaatsen worden uitbesteed aan andere bedrijven, ongeveer tweehonderd banen moeten vervallen door natuurlijk verloop.

Mobiliteitscentrum
Schiphol richt een mobiliteitscentrum op, dat werknemers moet begeleiden bij het vinden van een nieuwe baan. Ook zijn er afspraken gemaakt over een vrijwillige vertrekregeling.

In ruil voor de toezeggingen zijn de betrokken bonden, Vereniging Personeel Schiphol (VPS), Abvakabo FNV en CNV Publieke Zaak, akkoord gegaan met een loonsverhoging van 1,75 procent per 1 april van dit jaar. De vakbonden leggen het akkoord binnenkort met een positieve aanbeveling voor aan hun leden.

Forse ingreep
`Het is een forse ingreep in onze organisatie. Het hangt van het verdere verloop van de recessie af of het voldoende is, maar daar gaan we op dit moment wel van uit', zei een woordvoerster van Schiphol.

Het banenverlies is volgens Schiphol het gevolg van sterk dalende vervoerscijfers en toenemende internationale concurrentie. Het luchthavenbedrijf zag vorig jaar het aantal passagiers voor het eerst sinds 1947 afnemen, met 0,8 procent. Voor dit jaar rekent het bedrijf op een afname van 6 tot 10 procent voor het passagiers- en vrachtvervoer.

Moet volstaan
Volgens vakbond VPS, die ongeveer een derde van het Schipholpersoneel vertegenwoordigt, moet de reorganisatie volstaan om de kosten van de luchthaven te verminderen.

`De kosten voor luchtvaartmaatschappijen moeten omlaag. Dat bereik je met deze veranderingen niet op stel en sprong, maar op termijn moet het voldoende zijn om de uitgangspunten van de directie te halen.'