Gerechtshof 's-Gravenhage


Verzoek tot inbeslagname ambtswoning ambassadeur Colombia afgewezen

Den Haag, 19 mei 2009 - Oliemaatschappij Llanos Oil mag geen beslag leggen op de ambtswoning van de Colombiaanse ambassadeur in Nederland. Dat heeft het gerechtshof in Den Haag op 19 mei bepaald. Llanos Oil wilde beslag leggen op de ambtswoning ter verzekering van een vordering op het (verzelfstandigd) Colombiaanse staatsbedrijf Ecopetrol.

De voorzieningenrechter had het verzoek van Llanos Oil om beslag te mogen leggen op de ambtswoning in Wassenaar al afgewezen, omdat de wet niet toelaat beslag te leggen op goederen met een publieke bestemming. Het Haagse hof is het hier mee eens. Het betoog van Llanos Oil dat het beslagverbod slechts geldt als de diplomatieke dienst door de inbeslagname in haar functioneren zou worden belemmerd, is door het hof niet gevolgd. Het hof is van oordeel dat het standpunt van Llanos Oil in strijd is met het doel van het Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer.

Llanos Oil, waarvan de directie gevoerd wordt door twee Nederlandse broers, stelt een omvangrijke vordering te hebben op Ecopetrol. De vordering houdt verband met de volgens Llanos Oil onrechtmatige beëindiging van een concessieovereenkomst tussen Llanos Oil en Ecopetrol. Op grond hiervan zou Llanos Oil onderzoek mogen doen naar de mogelijkheden van gas- en oliewinning in het Colombiaanse gebied Guatapuri. Llanos Oil wil over deze vordering in Nederland gaan procederen. Ter verzekering van de vordering wil het bedrijf niet alleen beslag leggen op de diverse bankrekeningen van Ecopetrol in Nederland, maar ook op de ambtswoning van de Colombiaanse ambassadeur. Volgens Llanos Oil is Ecopetrol als verzelfstandigd staatsbedrijf met de Colombiaanse staat te vereenzelvigen.

De Nederlandse staat heeft zich in het hoger beroep als belanghebbende partij bij de republiek Colombia gevoegd. De staat heeft de zelfstandige verplichting om de naleving van zijn volkenrechtelijke verplichtingen te bewaken. Op grond van het Verdrag van Wenen dient de staat dan ook toe te zien op de onschendbaarheid van de ambtswoning van de ambassadeur van Colombia.

LJ Nummer

BI3872

Bron: Gerechtshof 's-Gravenhage Datum actualiteit: 19 mei 2009 Naar boven