4. Antwoorden op kamervragen van Sap over het bestellen van een
vaccin tegen varkensgriep (Nieuwe Influenza A (H1N1))
Antwoorden op kamervragen van Sap over het bestellen van een vaccin tegen
varkensgriep (Nieuwe Influenza A (H1N1))
Kamerstuk, 18 mei 2009
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
PG-K-U-2930198
18 mei 2009
Antwoorden van minister Klink op de vragen van het Kamerlid Sap
(GroenLinks) over het bestellen van een vaccin tegen varkensgriep
(Nieuwe Influenza A (H1N1)) (2009Z08267).
dr. A. Klink
Vraag 1
Is het u bekend dat viroloog Osterhaus (hoofd van het Nationaal
Influenza Centrum) er voor pleit om nu al als Nederland een bestelling
te plaatsen voor het - nog in ontwikkeling zijnde - vaccin tegen de
varkensgriep? 1)
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Heeft hij dit advies ook al aan u gegeven? Zo ja, bent u bereid daar
gehoor aan te geven? Zo nee, wilt u dan toch een antwoord geven op de
vraag of u het verstandig acht om al een bestelling te plaatsen voor
dit nog in ontwikkeling zijnde vaccin?
Antwoord 2
Ik ben momenteel in overleg met de industrie over de aanschaf van
vaccin. De Gezondheidsraad heeft mij ten behoeve hiervan recent een
advies uitgebracht dat ik bij de besluitvorming zal betrekken.
Vraag 3
Bent u met de heer Osterhaus van mening dat wat besproken wordt
tijdens de vergaderingen van het Outbreak Management Team "niet
bestemd is voor de openbaarheid"? Geldt dat ook voor een advies om al
een bestelling voor het nog te ontwikkelen vaccin te plaatsen?
Antwoord 3
Ja. Bijeenkomsten van het Outbreakmanagement Team (OMT) hebben een
vertrouwelijk karakter. Dit geeft deelnemers de ruimte vrijuit te
spreken om tot een goed advies te kunnen komen. Het OMT-advies is
daarom vertrouwelijk. Ik gebruik dit advies om tot een beslissing te
komen. Een beslissing van mij over vaccins wordt natuurlijk wel
openbaar gemaakt.
Vraag 4
Waarom, denkt u, heeft de heer Osterhaus dit advies dan al openbaar
gemaakt?
Antwoord 4
De heer Osterhaus spreekt op persoonlijke titel, niet uit naam van het
OMT.
Vraag 5
Hoe groot acht u het gevaar dat er een internationale `run' op het
nieuwe vaccin ontstaat?
Antwoord 5
Het vaccin moet nog ontwikkeld en geproduceerd worden. Dit neemt enige
tijd in beslag (drie tot zes maanden). Op voorhand is niet te
voorspellen hoe de situatie zal zijn op het moment dat het vaccin
beschikbaar komt, hoe urgent vaccineren is en hoe groot de vraag naar
vaccins zal zijn. Dit zal afhankelijk zijn van de ontwikkeling van de
epidemie. Belangrijke factoren hierbij zijn ernst van de ziekte en de
mate van verspreiding.
Vraag 6
Kan Nederland alleen al om die reden niet wachten met een bestelling?
Antwoord 6
zie vraag 2
Vraag 7
Is het niet zaak dat er internationale afspraken worden gemaakt over
een bestel- en/of verdelingsmechanisme om er voor te zorgen dat ook
arme landen met een mogelijk grotere uitbraak van de varkensgriep het
vaccin kunnen bemachtigen?
Antwoord 7
Zoals ik in het antwoord op vraag 5 al aangaf is niet op voorhand te
voorspellen hoe de situatie zal zijn op het moment dat het vaccin
beschikbaar komt. Dit geldt uiteraard ook voor de situatie in arme
landen. Verdeling van vaccins is hieraan gelieerd. Ik heb met mijn
Europese collegae besproken dat we zouden moeten proberen om
gezamenlijk op te treden in de richting van de vaccin fabrikanten. Ik
merk daarbij echter op dat van EU-coördinatie nu niet veel moet worden
verwacht, aangezien vele landen reeds hun eigen strategie voor het
verwerven van vaccins hebben ingezet.
Voor overige vragen en antwoorden over de laatste stand van zaken
verwijs ik u naar www.rivm.nl/nieuwe-influenza
1) ANP, 28 april 2009
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen ter zake van het
lid Van Gerven (SP), ingezonden 27 april 2009 (vraagnummer 2009Z08139)
en het lid Thieme (PvdD), ingezonden 28 april 2009 (vraagnummer
2009Z08200)
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport