Antwoorden op kamervragen kamerlid Sap hypotheken DSB Bank
Kamervragen | 18-05-2009 | Kredietcrisis
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
Datum 18 mei 2009
Ons kenmerk: FM09-960
Betreft Kamervragen SAP
Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen gesteld door het lid Sap
(GL) over hypotheken van DSB Bank.
Hoogachtend,
de minister van Financiën,
Wouter Bos
1) Bent u bekend met de uitzending van Tros Radar van 13 april over
hypotheken van de DSB Bank?
Ja
2) Bent u bekend met het bericht "AFM: Maak een einde aan
tophypotheek"
Ja
3) Is het waar dat er een groot aantal hypotheken is verstrekt van
boven de 125% van de executiewaarde van een huis? Zo ja, hoeveel zijn
dit er en door welke banken zijn deze verstrekt?
Recente exacte cijfers zijn niet bekend. Uit cijfers van het onderzoek
woON (2006) blijkt dat 68% van de koopstarters een Loan to Value (LTV)
van meer dan 100% heeft, terwijl het gemiddelde van alle eigenaren op
21% ligt. Wat betreft Loan to Income (LTI) heeft 20% van de
koopstarters een LTI van meer dan 5,0, terwijl het gemiddelde van alle
eigenaren op 9% ligt in 2006.
4) Is het waar dat dit een structurele overtreding is van de
gedragscode hypothecaire financiering?
Nee. De Gedragscode Hypothecaire Financieringen (GHF) bevat niet zulke
exacte voorschriften hierover. Op dit moment is namelijk vastgelegd in
de code dat ten aanzien van hypotheken op inkomen getoetst moet
worden. Er hoeft niet op LTV, de verhouding van het krediet t.a.v. de
onderliggende waarde van het pand, te worden getoetst. Hiervoor geldt
alleen een waarschuwingsplicht voor kredietverstrekkers. Maar DSB Bank
dient wel te voldoen aan de (zorg)plicht om verantwoord krediet te
verstrekken. Dit is een open norm die in de wet is opgenomen. Op dit
moment wordt de open norm ingevuld door de GHF. De AFM houdt toezicht
op invulling van deze norm door de sector, en dus ook op invulling van
deze norm door DSB Bank.
Zo ja, bent u bereid deze gedragscode wettelijk te verankeren? Of hoe
bent u anders voornemens hier tegen op te treden?
Dit is niet nodig conform het huidige wettelijke kader. De Wet op het
financieel toezicht (Wft) bevat een verbod op overkreditering waarin
een open norm is neergelegd.
Artikel 4:34 bepaalt dat de aanbieder geen kredietovereenkomst aan mag
gaan met een consument indien dit, met het oog op overkreditering van
de consument, onverantwoord is.
Het is in principe aan de aanbieder van krediet om invulling te geven
aan deze norm. In de lagere regelgeving (artikel 115 van het Besluit
gedragstoezicht financiële ondernemingen) is bepaald dat de aanbieder
zijn criteria voor kredietverlening vastlegt en deze toepast bij de
beoordeling van een kredietaanvraag. Dit wijst er op dat de wetgever
het ook in eerste instantie aan de aanbieder heeft over willen laten
de norm in te vullen. In de praktijk heeft de sector hieraan invulling
gegeven met de Gedragscode Hypothecaire Financiering. De AFM houdt
toezicht op de invulling hiervan.
5) Wat vindt u van de uitspraken van de directeur van de AFM dat er
geen hypotheken van boven de 100% van de woningwaarde meer verstrekt
zouden moeten worden?
Het huidige voorstel van de AFM zou een aanscherping van het
toezichtbeleid betekenen. In de regel komt dit beleid tot stand in
nauw contact met het ministerie van Financiën, De Nederlandsche Bank
en de sector. De AFM is voornemens om in mei het voorstel te
concretiseren en nader te onderbouwen met onderzoek. Het ministerie
van Financiën zal in samenspraak met de ministers voor WWI en EZ het
voorstel van de AFM bestuderen en hierbij letten op de
maatschappelijke en economische gevolgen, en in het bijzonder op het
voorkomen van ongewenste gevolgen voor de woningmarkt (zoals
startersproblematiek, belemmering doorstroming en stagnatie in de
woningbouw). Zoals de voorzitter van de AFM ook al meldde liggen in de
huidige economische omstandigheden abrupte maatregelen niet voor de
hand.
6) Hoe denkt u dat bij deze eventuele 100% norm zo goed mogelijk
rekening gehouden zou kunnen worden met de positie van starters?
Zie antwoord op vraag 5.
7) Bent u ook van mening dat het aantal gevallen waarbij de norm
van 4,5 keer het jaarinkomen wordt overschreden, teruggedrongen dient
te worden?
Ja, in principe is in de Gedragscode Hypothecaire Financiering deze
norm vastgelegd. De AFM houdt toezicht op invulling van deze norm door
de sector. Als de AFM van mening is dat deze norm onvoldoende wordt
gehandhaafd, kan de AFM sanctioneren. De AFM heeft aangegeven van plan
te zijn stringenter toezicht te houden op naleving van deze norm.
8) Is het waar dat de DSB Bank provisies ontvangt van tot wel 85%
van de koopsom van een polis? Zo ja, zijn er ook andere banken die
zulke hoge premies ontvangen?
In de uitzending werden cijfers genoemd van 80 tot 85 % provisie voor
de verkoop van een verzekering door DSB Bank. De huidige
provisieregels gelden per 1 januari 2009 voor hypotheken en complexe
producten. Op grond hiervan dient de provisie in verband met
hypotheken vooraf transparant te worden gemaakt aan de klant. Verder
moet deze provisie voldoen aan een inhoudelijke norm (inducement-
norm). De provisie mag op grond daarvan niet te hoog zijn. De AFM
houdt toezicht op deze nieuwe regels.
Exacte cijfers zijn ons niet bekend over andere banken.
8) Deelt u de mening dat alle in dit verband direct aan de koopsom
gerelateerde provisiebetalingen, zoals "marketingbijdrages" en
"winstdelingen" onder de regelgeving op het gebied van
provisietransparantie zouden moeten vallen?
Daarbij wordt ook de vraag gesteld of een `gegarandeerde
winstuitkering' ook een provisie is. Binnen de provisieregelgeving
worden alle betalingen van een aanbieder aan een tussenpersoon
geregeld. Daarbij maakt de naam die op een dergelijke betaling wordt
geplakt niet uit.
9) Bent u bereid zogenaamde kredietbeschermers (zoals een
overlijdensrisicopolis), evenals "complexe financiële producten" ook
onder deze regelgeving te laten vallen?
Er is momenteel een discussie gaande over de reikwijdte van de
provisieregels. Een belangrijk punt daarbij is of deze regels van
toepassing moeten worden op eenvoudige financiële producten zoals
woonlastbeschermers en overlijdensrisico- en uitvaartverzekeringen.
Daarom worden deze regels uiterlijk begin volgend jaar geëvalueerd.
Dit is toegezegd aan uw Kamer d.d. 6 november 2009.
10) Deelt u de mening dat er een maximum gesteld moet worden aan
de provisie bij bijvoorbeeld kredietbeschermers?
Het is niet de bedoeling om een maximum aan provisies te stellen, maar
wel om te toetsen of een provisie niet in strijd is met het behartigen
van het belang van de klant.
11) Bent u bereid aanbieders van bijvoorbeeld
overlijdensrisicoverzekeringen te verplichten de kostenstructuur van
deze verzekeringen openbaar te maken?
Zie antwoord op vraag 9.
12) Bent u bereid lopende het onderzoek van de AFM naar de
tophypotheken van de DSB, de DSB te sommeren de invordering van deze
schulden bij mensen die in grote betalingsproblemen komen op te
schorten, in afwachting van de resultaten van het AFM onderzoek?
Deze bevoegdheid bezit ik niet. De AFM heeft van mij de bevoegdheid
gekregen om, als toezichthouder op de financiële markten, te
sanctioneren bij overtreding van overkrediteringsnormen. Voor het
overige is het aan de bank en cliënten zelf om te proberen een
oplossing te vinden voor hun onderlinge problemen. Hierbij kan het
burgerlijk recht ook een rol spelen. DSB Bank heeft aangegeven zelf
een regeling te willen treffen met de gedupeerden (Stichting
Hypotheekleed).
13) Kunt u aangeven wanneer de Kamer de resultaten van het
onderzoek van de AFM kan verwachten?
De AFM kan geen onderzoeksgegevens van individuele instellingen
publiceren als dit vertrouwelijke toezichtsinformatie betreft. De AFM
heeft wel mogelijkheden om een eventuele boete met het boetebesluit
waarin de boete wordt toegelicht te publiceren.
Meer informatie
* Brief aan de Tweede Kamer
18-05-2009 | PDF bestand, 34 Kb
Zie het origineel
Verwante dossiers
* Kredietcrisis
Ministerie van Financiën