Ministerie van Economische Zaken
Datum 18 mei 2009
Betreft SEV III: Nadere onderbouwing van de beperkingen ten aanzien van
ondergrondse 380 kV verbindingen
Naar aanleiding van het overleg van 6 april jl. met uw Kamer over het derde
Structuurschema Elektriciteitsvoorziening informeer ik u, mede namens de
minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, over de
achtergrond van de beperkingen die er op dit moment zijn voor het verkabelen
van 380 kV-hoogspanningsverbindingen in het gehele Nederlandse net, de
eventuele gevolgen daarvan voor de buitenlandse netten, de opzet van het
onderzoek over 380 kV ondergronds en de nieuwe 380 kV-hoogspanningsverbindingen
die de komende jaren in Nederland worden gerealiseerd.
20 kilometer 380 kV ondergronds in Nederland
In de brieven van 23 mei 2008 en 18 december 2008 over respectievelijk het
tracé in de Zuidring en de Noordring heb ik aangegeven dat een totale afstand
van 20 kilometer als richtinggevend is gehanteerd bij de keuze voor het
ondergronds aanleggen van delen van de nieuwe 380 kV-verbinding in de
Randstad. Dit op advies van TenneT die heeft aangegeven dat, dit de lengte is
waarbij de risico's voor de netstabiliteit en leveringszekerheid nog aanvaardbaar
zijn. Hierbij baseert TenneT zich op internationale ervaringen met lichtere en
kortere ondergrondse 380 kV-verbindingen. Tevens is in de genoemde brieven
aangegeven dat deze beperking tot 20 km voor het gehele Nederlandse net als
zodanig geldt. Het toepassen van ondergrondse 380 kV-verbindingen op een
dergelijke schaal en vermogen is nog niet eerder gebeurd. Dit maakt Randstad
380 kV tot een zeer innovatief project.
In de bijgevoegde notitie van TenneT treft u een nadere onderbouwing aan van
deze 20 kilometergrens en waarom deze grens niet alleen geldt voor de
hoogspanningsverbinding in de Randstad maar de komende jaren tevens voor de
overige verbindingen die moeten worden gerealiseerd. TenneT geeft in deze
notitie aan de hand van onder meer voorbeelden uit het recente verleden aan
waarom zij als beheerder van het landelijke hoogspanningsnet niet de
verantwoordelijkheid wil dragen voor meer verkabeling van 380 kV-verbindingen
in Nederland in de nabije toekomst. TenneT en de TU Delft gaan de nieuw aan te
leggen ondergrondse 380 kV-kabels in de Randstad intensief monitoren. Het doel
van deze studie is het opdoen van ervaring met het gedrag van het elektriciteits
voorzieningssysteem met de lange ondergrondse verbindingen. In de bijlage
wordt een beeld geschetst van de fasering van het vervolgonderzoek en de
monitoring. Elders in de wereld vinden momenteel ook studies plaats naar het
verkabelen van 380 kV-verbindingen. Zo heeft Duitsland aangekondigd de
komende jaren ook een aantal pilots uit te voeren. Indien de resultaten van deze
pilots eerder beschikbaar zijn dan de gegevens van de Randstad 380 kVverbinding,
zal ik TenneT en de TUD verzoeken deze gegevens bij het onderzoek
te betrekken. U zult op de hoogte worden gehouden van de tussenresultaten.
Toekomstige 380 kV projecten
Er is een start gemaakt met de procedure voor de milieueffectrapportage voor de
realisatie van drie andere 380 kV-hoogspanningsverbindingen. Het betreft een
verbinding van Borssele naar de landelijke ring (Zuid-West 380 kV); van
Eemshaven naar Diemen (Noord-West 380 kV) en van Doetinchem over de grens
naar Duitsland (Doetinchem-Wesel 380 kV). Deze projecten zijn allen mogelijk op
grond van het Structuurschema Elektriciteitsvoorziening (SEV III) zoals u dat
heeft ontvangen. De genoemde projecten staan ook in het kwaliteits- en
capaciteitsplan 2008-2014 van TenneT. De eerste twee projecten zijn noodzakelijk
met het oog op het afvoeren van nieuw gebouwd productievermogen naar de
verbruikerscentra, het derde project is een uitbreiding van de interconnectiecapaciteit
tussen Nederland en Duitsland. De startnotities zullen naar verwachting
in de komende maanden ter inzage worden gelegd. Doelstelling is om het project
Doetinchem-Wesel 380 kV eind 2013 te realiseren, het project Zuid-West 380 kV
eind 2014. Voor het project Noord-West 380 kV is dat 2015.
De benodigde procedures voor deze drie verbindingen zullen door middel van de
rijkscoördinatieregeling onder mijn regie worden doorlopen.
De studie van de TU Delft, die wereldwijd wordt gevolgd, moet antwoord geven op
de vraag of het op termijn verantwoord is om nog grotere afstanden ondergronds
aan te leggen. De uitkomsten van deze studie, die 6 tot 8 jaar gaat duren, zijn
niet op tijd voor handen om bij de tracering en besluitvorming daarover rekening
te houden met de mogelijkheid van ondergrondse passages. Wachten op de
resultaten zou tot jaren vertraging leiden
Een realistisch (bovengronds) tracé lijkt bij deze nieuwe verbindingen goed
mogelijk. In het SEV III, dat op 6 april met u is besproken, is ook aangegeven dat
tot nader orde voor nieuwe projecten de bepaling in het SEV III "dat op basis van
een integrale afweging op projectniveau in bijzondere gevallen, met name voor
kortere trajecten, ondergrondse aanleg kan worden overwogen", niet van
toepassing is/kan zijn. Op basis van de geleverde aanvullende informatie
constateer ik opnieuw dat verkabeling van 20 kilometer zowel innovatief als
verantwoord is. Meer kilometers verkabelen de komende jaren acht ik vanwege de
geschetste risico's niet verantwoord.
Zoals ik heb aangegeven in de schriftelijke beantwoording van 27 maart jl. van
uw vragen over Randstad 380 is verkabeling alleen aan de orde in geval dit
technisch onvermijdelijk is, zoals bij het Noordzeekanaal, waarbij verkabeling
bovendien minder risico voor de leveringszekerheid oplevert dan het bovengronds
passeren van een dergelijk knelpunt.
Om de mogelijke verstoring van het landschap en de overlast van
hoogspanningsverbindingen ondanks de bovengenoemde beperking toch aan te
pakken wordt, zoals u bekend, in SEV III het uitgangspunt opgenomen dat het
totaal aantal kilometers bovengrondse hoogspanningsverbindingen vanaf 110 kV
gedurende het SEVIII in beginsel niet zal toenemen. Bij iedere kilometer nieuwe
bovengrondse hoogspanningsverbinding van 220 kV of hoger, zal daarom in
beginsel een bestaande bovengrondse verbinding van 110 kV of 150 kV worden
afgebroken en ondergronds, of in combinatie met een 380 kV bovengrondse
verbinding, worden aangelegd.
Structuurvisie De Wilck
In het overleg van 6 april jl. hebben wij ook met elkaar gesproken over het
voornemen om middels een structuurvisieprocedure de pkb "Randstad 380 kVverbinding"
zodanig te wijzigen dat voor wat betreft de bescherming van Natura
2000 gebieden rondom deze verbinding het toetsingskader van de
Natuurbeschermingswet 1998 - zoals gebruikelijk - van toepassing is.
Overeenkomstig artikel 2.3, tweede lid, laatste volzin van de Wro informeer ik u
hierbij, in overeenstemming met de minister van VROM, over de gevolgtrekkingen
die ik aan onze beraadslaging op dit punt verbind. Nu vanuit uw Kamer voldoende
steun is uitgesproken voor het voornemen, zal de structuurvisie zoals hiervoor
beschreven worden vastgesteld. Daaraan voorafgaand zal een ontwerp ter inzage
worden gelegd opdat zienswijzen kunnen worden ingebracht.
(w.g.) Maria J.A. van der Hoeven
Minister van Economische Zaken