Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
Van der Laan: `Blijven bouwen om crisis in bouwsector te bestrijden'
Toespraak minister Van der Laan (WWI) tijdens het NEPROM-congres op
donderdag 14 mei 2009 in Haarlem.
Dames en heren,
Dát was even schrikken toen ik een paar weken geleden op zaterdag De
Telegraaf opensloeg: een bloedbad in de bouw dreigt. Zo luidde althans
de kop boven het interview met de voorzitter van Bouwend Nederland
Elco Brinkman. Er worden door de economische crisis veel minder huizen
gebouwd en er dreigen tienduizenden banen verloren te gaan in de bouw.
En dat vermaledijde kabinet neemt te weinig of in elk geval niet de
juiste maatregelen om de bouwsector er snel weer bovenop te helpen.
Dat is ook het verwijt van NEPROM-voorzitter Peter Noordanus. De
rijksoverheid onderschat volgens hem de crisis en komt nu met een
mager pakket maatregelen waarvoor president Obama zijn bed niet uit
zou willen komen. U heeft kennelijk niet alleen intieme contacten in
het Catshuis, maar ook in het Witte Huis, mijnheer Noordanus.
Ik denk dat Obama heel andere zorgen heeft als het om de Amerikaanse
woningmarkt gaat. In dat land verrijzen nu tentdorpen, waar mensen
wonen die door de financiële crisis hun huis niet meer kunnen betalen.
De voorspelling is dat er de komende twee jaar nog 1,5 miljoen
daklozen bijkomen. Inmiddels leven er ook meer dan 32 miljoen
Amerikanen van voedselbonnen en hebben 11 miljoen Amerikanen geen
werk, vriend Noordanus. Ik zou haast zeggen: Obama mocht willen dat
hij ónze zorgen had. Want die van hem zijn oneindig veel groter.
Dames en heren,
Ik wil u vandaag duidelijk maken wat dit kabinet doet aan de crisis in
de bouwsector en waarom we voor bepaalde specifieke maatregelen hebben
gekozen. En ik zal ook aangeven wat ik van u en uw branchegenoten
verwacht. Want alleen met een gezamenlijke aanpak komen we de crisis
in de bouwsector te boven.
U mag hieruit afleiden dat ook ik oprecht vind dat de bouwsector het
momenteel heel moeilijk heeft. Als we als kabinet met de armen over
elkaar zouden blijven zitten, dan is het risico inderdaad groot dat de
bouw stagneert en dat er veel banen in deze belangrijke economische
sector verloren gaan. Ook in aanpalende sectoren, zoals de
installatiebranche, de woninginrichters en meubelverkopers.
Daarom heeft dit kabinet maatregelen genomen waarmee we én de
bouwsector ondersteunen én tegelijk het algemeen belang in de gaten
houden. Met dat algemeen belang bedoel ik niet alleen de continuïteit
in de bouw, de werkgelegenheid en het milieu, maar ook het
huishoudboekje van de staat. Ik ga er van uit dat u er begrip voor
hebt dat we niet ál onze kaarten hebben gezet op de belangen van één
sector, hoe belangrijk die misschien ook is voor de Nederlandse
economie.
Vergeet niet dat er sectoren zijn die het momenteel ook moeilijk
hebben en waarin het kabinet niet of nauwelijks ingrijpt. Denkt u maar
aan de autobranche, de ICT-sector, de bloemensector of aan de
pensioenfondsen.
Ook indirect stimuleert het kabinet de bouw. Er gaat immers ook geld
naar maatregelen om de jeugdwerkloosheid te bestrijden en naar de
WW-regeling voor bedrijven die hun personeel bij gebrek aan werk niet
100 procent kunnen doorbetalen. En denk ook aan de GWW-sector, de
kredietverlening voor het Midden- en Kleinbedrijf en natuurlijk het
onderhoud- en energiepakket voor onder meer scholen en ziekenhuizen.
Al met al ligt er nu een evenwichtig pakket aan maatregelen van het
kabinet, waarmee we de Nederlandse economie er weer bovenop kunnen
helpen. En dat het draaiende houden van de bouwsector daarbij één van
de betere medicijnen is, daar zijn we het denk ik allemaal wel over
eens.
Natuurlijk kun je erover twisten of het nu gekozen medicijn en de
bijbehorende dosering het beste zijn om de patiënt te genezen. We
hebben tenslotte te maken met een uitzonderlijke situatie, waarbij
niemand de wijsheid in pacht heeft.
Maar het is een relevant feit dat diezelfde patiënt in de voorbije
jaren zeer gezond is gebleken en altijd voldoende vet op de botten
heeft gehad. De bouwsector en zeker de projectontwikkelaars mochten
zich tot voor kort verheugen in blozende groeicijfers en dito
omzetten.
Ik ken mijn klassiekers. Daarom weet ik dat in de periode 2002 - 2005
de woningbouw in een dip is beland. De productie viel in die jaren
terug naar zo'n 60.000 à 65.000 woningen per jaar. In diezelfde
periode is het aantal door projectontwikkelaars gebouwde woningen wel
stabiel gebleven: namelijk circa 65 procent van de productie.
Mede daardoor hebben de NEPROM-leden de afgelopen acht jaar dertig
procent van de totale bouwproductie in ons land voor hun rekening
kunnen nemen en dat is de helft van alles wat de marktsector in die
periode heeft gebouwd. Dat is best veel: In geld uitgedrukt hebben de
Neprom-leden in 2008 zo'n 2,5 miljard euro omzet gedraaid. U heeft
jarenlang buitengewoon goed geboerd.
En ik weet ook dat de gemiddelde stijging van de huizenprijzen het
afgelopen decennium gemiddeld ruim 8 procent per jaar was en de
daaraan voorafgaande tien jaar ruim 6,5 procent per jaar. Natuurlijk
waren er bouw- en grondkostenstijgingen. Die zijn zo ongeveer in
gelijke mate gestegen. Maar dit ging niet ten koste van het rendement.
Als mijn vriend Noordanus dan klaagt over het feit dat door het
volgens hem falende kabinetsbeleid de huizenprijzen in 2011 zo'n 5 à
7,5 procent onder het huidige niveau zullen liggen, dan denk ik: nou
èn? Maar ik denk vooral: het is wel heel dapper om dat zo één op één
aan het kabinet toe te rekenen. Je weet toch als geen ander waar de
crisis vandaan komt? Die begon in Amerika met de problemen op de
huizenmarkt, dat leidde vervolgens tot een wereldwijde financiële
crisis, die weer neersloeg in de reële economie wereldwijd. Dat heeft
met overheidsingrijpen niks te maken.
Ik snap best dat het niet leuk is of beroerd dat er na de vette jaren
magere jaren volgen. Maar om dan te suggereren dat dat komt doordat de
overheid niet precies dié maatregelen neemt die de sector zelf wenst,
grenst aan hoogmoed.
Dat is diezelfde overheid die de meesten van u in de tijd dat het u
goed ging, liever buiten de deur hielden. Die nu wel goed genoeg is om
financieel bij te springen om de bouw door de moeilijkste periode heen
te loodsen.
Ik neem de gelegenheid daarom graag te baat om uit te leggen wat het
kabinet doet, om hoeveel geld het gaat, waar dat geld voor is bestemd
en waarom we specifiek voor dié bestemming hebben gekozen. Met als
uitgangspunt: bouwen en ontwikkelen voor de publieke zaak. Nu, om de
vraaguitval zo veel mogelijk te compenseren en straks, om weer aan de
behoefte aan woningen te kunnen voldoen. Want er komen 500.000 extra
huishoudens voor 2020 op de markt.
Volgens mij is iedereen in deze zaal het er wel over eens dat in 2009
en 2010 de zwaarste klappen in de bouw dreigen te vallen. Daarom is
het zaak snel te handelen en dat is precies wat dit kabinet heeft
gedaan.
Wij maken de komende twee jaar 700 miljoen euro vrij voor het op gang
houden van de bouw, het behoud van banen in de bouw en in
energiebesparing van woningen. Daarvan is 400 miljoen euro beschikbaar
voor concrete projectsteun aan stilgevallen of nog net niet begonnen
woningbouwprojecten. Anders gezegd: voor dié projecten die een
financieel duwtje in de rug nodig hebben om óf de eerste paal in de
grond te kunnen slaan óf om verder te kunnen bouwen.
Dat moet ontwikkelaars, sociale verhuurders en bouwers in staat
stellen zoveel mogelijk door te bouwen. Belangrijke voorwaarde is dat
andere partijen, zoals gemeenten en provincies, ook een bijdrage
leveren. Anders komt de rijksoverheid niet over de brug.
De gemeenten zullen de regie krijgen bij het aanvragen van een
rijksbijdrage voor projecten. Voorwaarde is wèl dat de projecten in
2009 of 2010 ook daadwerkelijk van start gaan. Dat gebeurt in drie
rondes. De eerste komt 12 juni in het kabinet, de tweede in augustus
en de derde in 2010.
Ook kijken we of we iets kunnen doen aan liquiditeitsproblemen van de
corporatiesector door onder andere te kijken naar de
WSW-borgingsgrens. Verder zullen we commerciële verhuurders in het
kader van de vennootschapsbelasting 320 miljoen euro voor de
energieinvesteringsaftrek ter beschikking stellen. En voor de meest
gedupeerden van de woningcrisis, de huiseigenaren die te maken hebben
met bijvoorbeeld werkeloosheid of arbeidsongeschiktheid, wil ik in
overleg met de corporatie- en bankensector en samen met mijn collega
Donner de mogelijkheden verkennen welke initiatieven kunnen worden
genomen om de meest schrijnende gevallen tegemoet te komen.
Verder wordt een deel van die 400 miljoen in samenwerking met mijn
collega van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen besteed aan het
opknappen van monumenten.
Met die 700 miljoen dragen we er aan bij dat de bouwsector dit en
volgend jaar draait. En dat betekent simpelweg werk voor vele
duizenden bouwvakkers, installateurs, leveranciers en noem maar op.
Eén woning bouwen betekent nog altijd 1,3 arbeidsplaatsen in de
bouwsector. En als je de afbouw van woningen door bijvoorbeeld
installateurs meetelt, heb je het zelfs over 1,9 arbeidsplaatsen per
woning.
De werkgelegenheid in de bouw is dus vooral gebaat bij ondersteuning
van de nu stilvallende projecten. Want door de bouwmotor op de korte
termijn draaiende te houden, valt 'ie ook op de lange termijn niet
stil. Dan blijven immers voldoende én ervaren bouwvakkers aan het werk
en hetzelfde geldt voor de onderaannemers, de toeleveranciers, de
architecten enzovoort. Dat is in het belang van de héle sector en dus
ook in het belang van de plannen die grote projectontwikkelaars voor
de toekomst op stapel hebben staan.
Kortom: ook de leden van de NEPROM varen dus wèl bij wat dit kabinet
doet in de komende twee jaar. We hebben elkaar in de komende periode
extra hard nodig als partners. Want economische crisis of niet: er zal
altijd behoefte blijven bestaan aan voldoende en betaalbare koop- en
huurwoningen. Nu én straks.
Daarom vraag ik aan u: maak van de nood een deugd. Denk na over
innovatieve en creatieve concepten waarmee u zich als sector kunt
profileren en waarvan u, als de crisis voorbij is, profijt kunt
hebben. U beschikt als projectontwikkelaars samen over enorm veel
expertise om uw sector toekomstbestendig te maken. Zet die kennis om
in goede diensten en producten waar iedereen van profiteert.
Een goed voorbeeld is de regeling waarmee u garant staat voor de
verkoop van het oude huis van de kopers van nieuwbouwwoningen. U haakt
daarbij aan bij initiatieven van onder andere de provincies Gelderland
en Brabant. Ik vind dat een uitstekend initiatief. Zo houdt u de
bouwproductie en de doorstroming op de woningmarkt op gang.
Of neem het gegeven dat projectontwikkelaars zich altijd uitstekende
grondposities hebben kunnen verwerven. Gebruik deze grondposities om
in overleg met de gemeenten te zoeken naar creatieve oplossingen.
Gemeenten hebben vaak al lagere grondprijzen, erfpacht of andere
constructies aangeboden. Het mes snijdt dan aan twee kanten: gemeenten
krijgen de mogelijkheiden om versneld woningbouwprojecten in gang te
zetten. En voor u als projectontwikkelaar neemt het risicodragend
kapitaal af en dat geeft u de gelegenheid u voor te bereiden op andere
en betere tijden.
In dit verband wil ik ook wijzen op de zogeheten excellente gebieden.
Die gebieden, die ik later dit jaar zal aanwijzen, zijn bedoeld voor
zeer energiezuinige en innovatieve bouwprojecten, zowel woningen als
utiliteitsbouw. Ik daag u als bouwers uit om te komen met goeie
plannen voor schone en energiezuinige huizen, gebouwen en kantoren.
U kent zelf vast meer en betere voorbeelden. Want als er één sector is
die een goede neus heeft voor kansen in de markt, dan is het wel de
uwe. Gebruik deze marktsensitiviteit om dié projecten te identificeren
waarmee u een brug kunt slaan tussen de ontwikkelingen op de korte en
op de langere termijn.
Dames en heren,
Ik kwam niet om u de les te lezen, maar om u te vragen te stoppen met
het kabinet de les te lezen. Hetzelfde zal ik de bouwers, de makelaars
en zo nog wat marktpartijen vragen.
Blijven bouwen is niet de panacee voor álle kwalen waar we in ons land
aan lijden als gevolg van de economische crisis, maar het kan de pijn
ook in de ogen van het kabinet wel een heel stuk verzachten. Voor
constructief overleg over elk goed idee dat op een beetje normale
manier wordt gepresenteerd, ben ik 24 uur per dag beschikbaar. Op
voorwaarde dat we er als partners met elkaar over praten, dat we de
pech van de internationale crisis niet zo maar op het bord van de
overheid leggen en dat een afgewezen idee niet wordt uitgelegd als
bewijs van een comateuze overheid.
Als het kabinet en de sector samen in partnerschap bouwen en
ontwikkelen voor de publieke zaak, komt de patiënt snel van de
intensive care af en wordt het geen bloedbad. En ik denk dat Obama
vooral dan alleen maar kan dromen van de situatie in Nederland in
vergelijking met die in Amerika. Dat zou een goede reden zijn om niet
zijn bed uit te komen.
Dank u wel.
Zie ook:
* Nieuwsbericht: `Blijven bouwen om crisis in bouwsector te
bestrijden'
Minister Eberhard van der Laan