* Nieuws
Waarom was de Industriële Revolutie niet in China?
Vier Global History toppers komen volgende week maandag en dinsdag
naar Leiden op uitnodiging van geschiedenisstudenten. Ze gaan
debatteren over de rol van de staat in The Rise of the West, de grote
ontsnapping van Europa uit het algemene pre-industriële patroon. Een
interview met Peer Vries, hoogleraar economische geschiedenis in
Wenen.
Het leukste in de geschiedwetenschap zijn de grote debatten.
Bijna net zo leuk is het als studenten daar symposia over
organiseren en erin slagen daar dé internationale kopstukken
voor naar Leiden te halen.
Volgende week organiseert de Historische Studievereniging
Leiden samen met het blad Leidschrift drie lezingen en een
symposium over een van de klassieke en meest intrigerende
debatten uit de geschiedenis. Dit is het debat over 'The Rise
of the West', alias 'The European Miracle', alias 'The Great
Divergence': hoe komt het dat Europa, en niet een ander deel
van de wereld, tussen 1750 en 1850 een Industriële Revolutie
heeft doorgemaakt, die een volstrekt nieuw soort economische
groei inluidde en tot op heden de economische hegemonie van het
Westen heeft bezegeld?
Maandag 18 en dinsdag 19 mei: Symposium "The role of the state
in the Great Divergence"
Weber en Marx
Het debat speelt al langer dan een eeuw en niet de minste
geesten hebben er hun naam aan verbonden, onder wie klassiekers
als Weber en Marx, en later Fernand Braudel en Immanuel
Wallerstein. Nu is het een kerndebat binnen het nieuwe en
groeiende onderzoeksveld van de 'Global History' of 'World
History', waarin op wereldschaal samenlevingen bestudeerd en
vergeleken worden.
'Het is een vraag waar je als economisch historicus niet omheen
kunt', zegt Peer Vries, een van de sprekers op het symposium.
'Je primaire vraag is toch: hoe is de wereld überhaupt ontsnapt
aan het altijd maar arm zijn.'
Hij mag het gaan opnemen tegen Kenneth Pomeranz, een
vertegenwoordiger van de zogenoemde California School en auteur
van het invloedrijke boek The Great Divergence: China, Europe
and the Making of the Modern World Economy (2001). De derde
spreker is John Darwin uit Oxford, auteur van After Tamerlane
(2007), een werk over imperia, dat de Rise of the West in
perspectief plaatst. Vries zelf is sinds 2007 hoogleraar
economische geschiedenis in Wenen, maar was daarvoor lange tijd
verbonden aan de Universiteit Leiden. Ook hij vergelijkt het
Westen - vooral Engeland - met Azië - vooral China. En ook hij
schreef er een boek over: Via Peking back to Manchester:
Britain, the Industrial Revolution and China (2003). Moderator
van het symposium is de Utrechtse Spinozaprijswinnaar en
economisch historicus Jan Luiten van Zanden.
Hoe heeft de discussie over ' the Rise of the West' zich ontwikkeld?
Vries: 'In grote lijnen zijn er drie benaderingen. De eerste is
vrij oud, en bekijkt het probleem volledig vanuit een Europees
perspectief. Dit is de lijn van het "Europese exceptionalisme":
Europa is eigenlijk altijd al "anders" geweest. Je ziet dit
standpunt zowel bij Max Weber als bij Marx. Een moderne
exponent ervan is David Landes, die de culturele kant sterk
benadrukt.
'De tweede lijn is het beste verwoord door Immanuel
Wallerstein, die stelt: er is wel iets bijzonders aan Europa,
in die zin dat een deel van dit continent zich een speciale
positie in de wereldeconomie heeft verworven. Europa
ontwikkelde zich tot centrum daarvan en haalde systematisch
meer profijt uit zijn handelscontacten dan meer perifere
gebieden: het is voor een deel over de rug van anderen rijk
geworden.
'En de derde lijn is die van de tegenwoordig heel populaire
California School, waar Pomeranz bij hoort. Hij zegt: eigenlijk
is de Great Divergence voor een groot deel te verklaren vanuit
toeval; Europa was voor 1800 helemaal niet zo anders dan Azië.
Pomeranz spreekt steeds over "surprising resemblances" tussen
Engeland en China in de periode voor de Industriële Revolutie:
in landbouw, transport, technologie, maar ook in economische
organisatie, lees kapitalisme. De Industriële Revolutie was
volgens hem vooral het toevallige gevolg van "coal and
colonies", die een Malthusiaanse ramp hebben afgewend.'
Omslag Pomeranz
Zelf legt u de nadruk op de rol van de staat, het thema van dit
symposium.
'De staat en instituties hebben te weinig aandacht gekregen in
het debat. Wat de Californiërs zeggen is geen onzin en ik ben
een groot bewonderaar van Pomeranz, maar zij hebben duidelijk
blinde vlekken. Ik denk dat gestage economische groei
ondenkbaar is zonder een bepaalde
politieke structuur die sommige dingen bevordert en andere
afremt. En in dat opzicht vind ik de verschillen met China
enorm. Ik geloof steeds meer dat we, als we beter kijken,
zullen zien dat die "surprising resemblances" worden
overdreven, vooral wat betreft de staat en instituties.
'Hierin zit ik op één lijn met mijn Utrechtse collega Jan
Luiten van Zanden. Maar ik verwacht dat ik in de discussie de
rol van geweld en van het manipuleren van de markt zwaarder zal
aanzetten: het mercantilisme, de sterke militaire staat. Hij
denkt meer in termen van vreedzame competitie.
Ik geloof dat de staat, geweld en protectionisme heel
belangrijk zijn geweest. Dat is lastig te bewijzen, want geweld
kóst ook heel veel geld. Maar het lijkt mij geen toeval dat
Engeland de hoogste belastingen had, de grootste vloot, en een
empire. Én industrialiseerde.'
Wat gaat u de andere sprekers volgende week vragen?
Pomeranz ga ik echt vragen naar de rol van de staat. Naar
belasting, naar monetaire zaken, naar de staatsschuld. Die kom
je merkwaardig genoeg nauwelijks tegen in zijn boek. John
Darwin gaat mijns inziens niet diep genoeg in op de verschillen
tussen de Europese en de Aziatische staten.
Die enorme belastingdruk in Europese landen, de staatsschulden,
de militarisering: die móeten iets betekend hebben.'
Omslag After Tamerlane
van 'vlees en bloed'?
'Lang. Denk aan het Oosters despotisme, het stereotype van de
achterlijkheid van Azië. Dat het zo lang geduurd heeft komt
mede doordat de modernisten in de niet-westerse wereld zelf -
communisten in China, nationalisten in India - veel klassiek
negatieve westerse standpunten deelden. Pas in de jaren '70 en
'80, en voor China vooral in de jaren '90 is dat perspectief
veranderd. De mensen van de California School, zoals Pomeranz
en Roy Bin Wong, weten echt iets van China.'
....
Omslag Vries
....
Heeft de Global History de discussie naar een hoger plan getild?
'Zeker. Ten eerste bestuderen we nu serieus verschillende
samenlevingen. In het Global Economic History Network
bijvoorbeeld zitten mensen die echt verstand hebben van India,
van het Ottomaanse Rijk, van China. Dat maakt je feitelijk
voorzichtig en methodologisch scherp. En
ten tweede doen we nu echt systematische pogingen om
vergelijkbare data te ontwikkelen. Het klinkt misschien niet
heel avontuurlijk, maar als je niets weet van
prijsgeschiedenis, inkomensgeschiedenis, of geldgeschiedenis
kun je iedere vorm van economische geschiedenis wel vergeten.'
Komen we er ooit uit?
'Nee, in laatste instantie kom je er niet uit. Er zal altijd
het probleem zijn dat het verwerken van alle gegevens toch niet
zal leiden tot iets sluitends; uiteindelijk zal er nog steeds
te weinig informatie zijn. Bovendien kun je nu eenmaal niet
zoals een natuurwetenschapper
experimenten doen. Je kunt je ideeën nooit echt toetsen. In
laatste instantie zal het er toch op neerkomen dat we zo
intelligent mogelijk proberen te schrijven over unieke
configuraties.'
Universiteit Leiden