De kwaliteit van leerlingenzorg in het mbo
15 mei. 2009
Uit eerdere reguliere inspectieonderzoeken bleek dat mbo-instellingen
zich steeds meer geconfronteerd zien met de instroom van grotere
groepen probleemleerlingen. Het gaat dan niet alleen om
sociaal-emotionele of psychische problematiek. Er zijn ook steeds meer
leerlingen met een problematische onderwijshistorie of grote
onderwijsachterstanden.
Op acht locaties binnen vier instellingen heeft de inspectie in 2008
een verkennend onderzoek uitgevoerd. Daarbij heeft de inspectie
gekeken naar de manier waarop leerlingen uit het praktijkonderwijs,
leerlingen met een (voormalige) lwoo-indicatie uit het vmbo en
leerlingen met een `rugzak' worden aangenomen, geplaatst en begeleid.
Tevens is onderzocht wat er van deze intake en begeleiding is
vastgelegd. Tenslotte is nagegaan of betere begeleiding aantoonbaar
leidt tot minder voortijdige en ongekwalificeerde uitval.
De onderzochte locaties hebben geïnvesteerd in het verbeteren van de
intake, maar dit leidt vaak niet tot een goede vaststelling van de
beginsituatie van de leerling. De informatie uit de intake wordt
nauwelijks gebruikt om begeleiding vorm te geven. Tevens wordt weinig
van de begeleiding vastgelegd. Tenslotte kon niet worden vastgesteld
of een betere begeleiding leidt tot minder uitval; er wordt te weinig
vastgelegd om een goede evaluatie te kunnen doen.
Gezien de uitkomsten van dit onderzoek zal de inspectie het toezicht
op de zorg voor specifieke groepen verscherpen. Daartoe is als extra
onderwerp in het waarderingskader van de inspectie BVE 2009 de
begeleiding die besteed wordt aan deelnemers met specifieke
zorgbehoeften opgenomen.
Inspectie v/h Onderwijs