NOS, Met het oog op morgen, Radio 1
Radio / TV-interview | 15-05-2009
Minister-president Balkenende, na afloop van de wekelijkse
ministerraad, over de economische krimp, het Eurovisie Songfestival en
de internationale rol van Nederland
- ECONOMISCHE KRIMP -
VULLINGS:
Vandaag het CBS, het eerste kwartaal een krimp van 4,5%. Daar zijn ze
toch wel een beetje van geschrokken, dus daar begint het gesprek mee.
BALKENENDE:
Iedereen maakt zich zorgen over de economische ontwikkeling. Dit
cijfer komt natuurlijk hard aan. We hadden eerst een percentage in
onze eigen boeken staan van ruim 3 procent krimp. Nu ineens 4,5
procent. Aan de andere kant, je schrikt wel van zo'n cijfer, maar ik
was zelf niet helemaal verbaasd. Waarom? De afgelopen tijd hebben we
cijfers gezien uit Duitsland. Toen ging het over een percentage van
min 6. Je hebt niet veel fantasie nodig om te weten dat wanneer
Duitsland dergelijke cijfers te zien geeft, dat het dan natuurlijk ook
relevant is voor ons. Bijvoorbeeld omdat we eg afhankelijk zijn van de
Duitse economie. Duitsland is net als Nederland een open economie, met
veel internationale contacten. Nederland heeft eigenlijk een
vergelijkbare economische structuur. Dus in die zin ben je daar ook
weer niet helemaal verbaasd.
VULLINGS:
Hoe verklaart u dan het verschil tussen Duitsland en Nederland? Want
wij doen het dan relatief beter, voor wat het waard is.
BALKENENDE:
Min 6 of min 4,5, het zijn toch hele negatieve dingen. Duitsland heeft
te maken waar wij ook mee zitten: problemen me de financiële sector,
bedrijven die problemen hebben met export, werkloosheid die ook daar
fors toeneemt. Het percentage mag dan wat verschillen, maar de lijn en
de richting heeft natuurlijk wel vergelijkbare ontwikkelingen.
Nederland staat er relatief gewoon goed voor. Dan praat ik over ons
kennisniveau, de verhouding tussen werkgevers en - nemers en overheid,
de sterke exportpositie.. Maar die landen die afhankelijk zijn van de
wereldhandel, die hebben daar last van. Ik was bijvoorbeeld nog niet z
lang geleden in Brazilië. Daar was opvallend dat de economische
ontwikkeling er beter uitziet. Hoe komt dat? Omdat die economie voor
85 procent puur binnenlands is. Dan heb je een heel ander beeld. Dat
is waar.
VULLINGS:
Het blijkt nu ook nog eens uit de cijfers van het CBS dat de
Nederlandse consument ook op het geld is gaan zitten.
BALKENENDE:
De Nederlandse consument laat zich ook leiden door de vraag: heb ik
vertrouwen in de economie? Heb ik vertrouwen in mijn baan? Dat is
natuurlijk datgene wat je ziet. Nederlanders hebben - althans zolang
je je baan behoudt- een behoorlijk inkomen, goed inkomen. Het is zelfs
nog wat beter geworden omdat de inflatie lager is dan we vorig jaar
dachten. Dus het probleem is niet zozeer de koopkracht, maar veel
meer: ben ik bereid geld uit te geven aan een nieuwe auto, een nieuw
huis of wat dan ook? Nu krijg je dat mensen zeggen: ik vertrouw toch
niet meer de economie, dus ik houd het geld maar in de knip.
VULLINGS:
Ziet het kabinet al licht aan het einde van de tunnel?
BALKENENDE:
Een paar signalen wijzen op een wat betere situatie. Bijvoorbeeld dat
de aandelenmarkten - in Nederland, maar ook wereldwijd - zijn wat
beter geworden.
VULLINGS:
Dat loopt altijd wat vooruit op de economie?
BALKENENDE:
Ja, maar daar zit ook iets bij van het feit dat de aandelen omhoog
gaan, dat zegt ook iets over het feit dat het vertrouwen voor een deel
aan het toenemen is. Dat is op zichzelf niet onbelangrijk. Tweede
voorbeeld: de olieprijzen zijn toch een beetje aan het stijgen. Dat
merken de consumenten, je betaalt meer voor een liter benzine. Maar
het feit dat de olieprijzen wat aan het stijgen zijn betekent ook dat
er weer meer vraag naar olie gaat komen. Dat kan voor ons relevant
zijn voor de aardgasinkomsten.
VULLINGS:
Dat is voor de schatkist altijd leuk hè?
BALKENENDE:
Dat is altijd leuk. Maar het feit dat de vraag naar olie stijgt is wel
een indicator dat de zaken wat beter gaan. Tegelijkertijd zeg ik: dat
zijn een aantal positieve signalen en sommige bedrijven doen het ook
gewoon goed. Maar door de bank genomen - daar moet ik eerlijk in zijn-
hebben we wel met een forse krimp van de economie te maken. We zien
dat heel veel mensen te maken krijgen met het gevaar van je baan
verliezen, werkloosheid. Er zijn veel faillissementen. Nederlanders
maken zich daar zorgen over. Wanneer we het hebben over de
werkloosheid: kijk, het valt nu relatief gezien nog mee, maar ik
verwacht wel dat we na de zomer echt te maken zullen krijgen met fors
oplopende werkloosheidpercentages.
- SONGFESTIVAL-
VULLINGS:
Dan nog iets wat tegen zit: het Eurovisie Songfestival. De Toppers
hebben het niet gehaald. Is dat nog in het kabinet besproken?
BALKENENDE:
Dat is niet in het kabinet besproken. Maar ik vind het wel jammer. Ik
moet zeggen dat we nu al een paar keer hebben gezien dat Nederland
niet doordringt tot de finale. Ik doe maar geen uitspraken over het
hele systeem, maar ik moet zeggen - ik zie het trouwens ook nauwelijks
meer- dat vroeger was het Eurovisie Songfestival echt iets waar je met
plezier naar keek.
VULLINGS:
Was ook een West-Europees feestje toen.
BALKENENDE:
Maar toen was het ook iets waar mensen naar keken. Er werd over
gepraat. Er waren mooie liedjes die op een gegeven moment op de eerste
plaats kwamen. Het is nu toch een heel ander spektakel geworden.
VULLINGS:
Uw lijsttrekker voor de Europese verkiezingen, Wim Van de Camp, zegt
daarover: het moet weer een ouderwets songfestival worden.
BALKENENDE:
Laat ik daar niet te wilde uitspraken over doen. Daar ga ik verder
niet over. Maar ik kan me wel voorstellen dat mensen zeggen: vergelijk
nu eens zoals het nu gaat en zoals het vroeger was. Ik zie wel een
groot mediaspektakel in grote gebouwen en ik zie vuurwerk. Het ziet er
allemaal spectaculair uit, alleen iets van het hart van het
Songfestival wil je toch graag overeind houden. In die zin begrijp ik
wel dat deze opmerkingen er komen.
- INTERNATIONALE ROL NEDERLAND -
VULLINGS:
Aan de andere kant kun je natuurlijk zeggen: het is maar een
liedjeswedstrijd. Maar het heeft misschien wel te maken met een breder
gevoel. Want we zijn eigenlijk niet alleen op het Songfestival
gemarginaliseerd als Nederland, ook binnen de EU is de Nederlandse
stem verwaterd. Het lijkt wel of de wereld steeds groter wordt.
Europa, de EU, wordt letterlijk steeds groter, waardoor Nederland
relatief kleiner wordt. Dat maakt mensen angstig en wantrouwend.
Begrijpt u die angstgevoelens?
BALKENENDE:
Uw vraag is heel erg interessant. Als elke journalist nu dit verhaal
gaat vertellen, dan is dat het beeld dat mensen krijgen van de positie
van Nederland in Europa.
VULLINGS:
Dat krijgen ze toch ook na zo'n avond Songfestival?
BALKENENDE:
Nee, het gaat mij om de rol die Nederland speelt. Dan is mijn beeld
echt heel anders. Als je nu ziet de laatste jaren hoe wij hebben
bijgedragen aan het vinden van oplossingen toen Nederland den
Frankrijk 'nee' zeiden tegen het referendum. Toen hebben wij gezegd:
we moeten hier lessen uit trekken. Het is een wake-up call voor
politici. Het is belangrijk dat Europa in de hoofden en harten van
mensen. laten we dat dan door middel van een wijzigingsverdrag die
oplossingen vinden. Dat is één. Twee. Op het gebied van klimaat. Ik
weet dat heel veel mensen zich bezighouden met het thema van
klimaatverandering. Logisch, want we zitten aan de Noordzee, de
stijging van de zeespiegel, we moeten onszelf beschermen. Samen met
Tony Blair hebben we destijds genomen om meer te doen op het gebied
van het thema klimaat.
VULLINGS:
U bedoelt te zeggen: we doen ertoe?
BALKENENDE:
Ja. Het feit dat Nederland nu ook bij die G20-bijeenkomst aanwezig is.
Wij behoren niet tot die groep. We zijn vorig jaar uitgenodigd om in
Washington aanwezig te zijn; kort geleden in Londen. Nu weer zullen de
Italianen ons uitnodigen voor de bijeenkomst die in Italië plaats zal
vinden. Ik vind dat we onszelf niet klein moeten maken. We zijn de 16e
economie ter wereld. We zijn één van de grootste exporteurs en
importeurs. We investeren in tal van landen.
VULLINGS:
Dus we zijn eigenlijk wel belangrijk?
BALKENENDE:
Ja, we zijn wel belangrijk. En we dragen geweldig veel bij aan het
werk van de VN. Praat maar een met Ban Ki-Moon. Als ik zie wat wij
doen op het gebied van ontwikkelingssamenwerking.
VULLINGS:
Maar goed, dat gevoel wordt niet altijd gedeeld door mensen in de
samenleving.
BALKENENDE:
Ja, maar dat is ook een beetje wat we elkaar voor houden. Ik vind dat
er soms veel te veel negativisme is. Wat ik juist zo belangrijk vind
is dat een land als Nederland zich internationaal constructief
opstelt. Dat je met anderen werkt aan de vragen van deze tijd. We
hebben het over de financieel-economische crisis. We zeggen dan ook
als Nederland: zie dat nu in samenhang met het thema
klimaatverandering, de positie van de armste landen en zorg dat er
vrijhandel kan zijn wereldwijd. Dat is ook in het belang van de
kwetsbare landen. Dat is een houding die ik sterk vind van Nederland,
dat we juist ons steentje willen bijdragen aan die internationale
ontwikkeling. Ik heb niks met die beelden van 'Nederland wordt
gemarginaliseerd.' Als je zegt: we gaan met de rug naar Europa staan,
ja, dan houdt die invloed op. Maar zo zit ik toevallig nie in
elkaar.
VULLINGS:
U gaat dus ook positief de Europese campagne in, neem ik aan na dit
betoog. Morgen gaat u zich er mee bemoeien. U gaat ook racen tegen uw
eigen lijsttrekker. U in een snelle auto, hij op een motor. Wie gaat
er winnen?
BALKENENDE:
We moeten eerst maar eens kijken wat er met de regen gaat gebeuren.
VULLINGS:
Regenbanden?
BALKENENDE:
Weet ik nog niet. Nog maar eens even goed nadenken wat ik ga doen. Een
nat circuit is best even een risico. Maar het gaat natuurlijk niet
zozeer om die race. Het is een feest van ontmoeting. We zijn toevallig
op die locatie, maar uiteindelijk gaat het erom - en dat is ook veel
belangrijker - wat je over Europa hebt te melden. Dan heb je soms een
aantal ludieke elementen erbij. Dat is ook de reden waarom hij een
motor heeft en ik een auto. Maar het gaat er uiteindelijk om het
verhaal van Europa en hoe we daar tegenaan kijken. Ik hoop ook dat er
de komende weken- dat geldt voor alle partijen- een levendig debat
over Europa zal zijn. Ik hoop dat mensen naar de stembus zullen gaan,
welke partij ze ook kiezen. Maar dat we ons niet afkeren van Europa,
maar juist goed erover nadenken wat we willen met Europa. En als we
dingen goed vinden dan zeggen we dat en als we dingen niet goed vinden
zeggen we dat ook.
VULLINGS:
Mag ik concluderen dat we hopen dat de Europese verkiezingen én u
morgen niet in de grindbak belanden?
BALKENENDE:
Laten we hopen dat veel mensen gaan stemmen en dat heel veel mensen
over Europa praten. Dat is belangrijker dan wat er op het circuit
gebeurt.
(letterlijke tekst, ongecorrigeerd, TO)
Ministerie van Algemene Zaken