Ministerraad
Sociaal Jaarverslag Rijk 2008: meer vrouwen bij het rijk, nog te weinig
allochtonen
Persbericht | 15-05-2009
Het gaat de goede kant op met het aandeel vrouwelijke ambtenaren in
rijksdienst. Het percentage allochtone ambtenaren blijft daarentegen
achter op het streefdoel. Dat zijn belangrijke conclusies uit het
Sociaal Jaarverslag Rijk 2008. De ministerraad heeft op voorstel van
minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
ingestemd met toezending van het jaarverslag aan de Tweede Kamer.
Het jaarverslag beschrijft de ontwikkelingen op personeelsterrein bij
het Rijk. Thema van 2008 is 'de kracht van variatie'. Dit benadrukt
het belang dat het kabinet hecht aan een gevarieerd personeelsbestand.
Meer vrouwen, ook in hogere functies
In 2008 lag het aandeel vrouwen in dienst van de rijksoverheid op 42,1
procent (in 2007 was dit 41,7 procent). Vooral in de hogere schalen
neemt het aandeel vrouwen toe. In schaal 17 en hoger was in 2008 18,2
procent van de medewerkers een vrouw. Een stijging van bijna 3 procent
ten opzichte van 2007. Het aandeel vrouwen in de Algemene
Bestuursdienst (ABD) steeg van 18,1 procent in 2007 naar 19,6 procent
eind 2008. In de zogeheten topmanagementgroep (TMG) is het aantal
vrouwen toegenomen tot 25 procent.
Nog te weinig allochtonen in dienst
Bij culturele diversiteit is de ambitie van het kabinet hoog: een
toename van allochtone medewerkers van 7,9 procent in 2007 naar 11,8
procent in 2011. Het sociaal jaarverslag laat zien (8,2 procent in
2008) dat die ambitie waarschijnlijk niet gehaald wordt, tenzij extra
inspanningen worden gepleegd.
Veilige Publieke Taak
Respect voor werknemers met een publieke taak is van groot belang. In
het kader van het programma Veilige Publieke Taak lopen er pilots met
een agressieregistratiesysteem. Ook zijn er in 2008 een
geweldsprotocol voor de rijksinspecties en een checklist agressie en
geweld ontwikkeld. Verder is agressie en geweld een belangrijk
onderwerp in de rijksbrede arbocatalogus, waarvan de ontwikkeling
vorig jaar is gestart.
Minder beloningen boven ministersalaris
Het gemiddelde belastbare jaarloon van ministers is in 2008
vastgesteld op 181.000 euro (bruto jaarsalaris van 135.000 euro plus -
fictieve - bijtellingen voor pensioenbijdrage en dienstauto). Bij het
Rijk zaten vorig jaar 32 medewerkers boven deze norm, die volgt uit de
Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens
(WOPT). Bij 20 medewerkers gaat het om regulier inkomen. Hiervan
behoren er 15 tot de topmanagementgroep (TMG), dat zijn er 8 minder
dan in 2007. Voor 14 TMG-leden geldt dat zij vooral boven de norm
uitkomen vanwege een langere arbeidsduur dan 36 uur.