- Persbericht -
Bedrijfsleven kan onderwijs onder voorwaarden verrijken
Grenzen en randvoorwaarden niet altijd even helder
Utrecht, 14 mei 2009
Scholen die gebruikmaken van alternatieve aanbieders van lesmateriaal kunnen daar veel baat bij hebben, mits dit onder bepaalde voorwaarden gebeurt. Een belangrijke hindernis is dat scholen zoveel materiaal krijgen aangeboden en van verschillende kwaliteit, dat zij het overzicht verliezen. Deze conclusies werden gisteren getrokken bij een rondetafelsessie over onderwijsvernieuwingen, georganiseerd door telecombedrijf Ziggo, zelf producent van een lespakket over scriptschrijven. Emiel Willms (voorzitter van het LAKS), Wim de Boer (Stichting Leerplanontwikkeling) en Ton van Haperen (docent en onderwijscolumnist) spraken met elkaar en met de zaal over de randvoorwaarden en grenzen van deze vorm van onderwijsvernieuwing.
Of commercie in het onderwijs uiteindelijk onvermijdelijk is, is al langer onderwerp van debat in het Nederlandse onderwijs. De deelnemers aan de ronde tafel hadden verschillende visies op de grenzen die hierbij moeten worden gehanteerd. Van Haperen, zelf docent en auteur van het boek 'De ondergang van de Nederlandse leraar', trekt de grens bij de basisvaardigheden die alle kinderen moeten leren: "In het basispakket heeft de commercie niets te zoeken. Daarbuiten zijn er wel mogelijkheden, maar bedrijven zijn ook niet geïnteresseerd om in het lesprogramma in te grijpen. McDonald's voelt zich niet geroepen om het leren van de stelling van Pythagoras te stimuleren."
Onbespreekbaar
Grote moeite had Van Haperen ook met het initiatief van een chipsfabrikant die de consumptie van haar product koppelde aan investeringen in schoolbibliotheken. "Dat is voor mij onbespreekbaar. Er moeten voor scholen of ouders geen kosten zijn verbonden aan een dergelijke samenwerking en er mag geen tegenprestatie nodig zijn, zeker niet een die slecht is voor je gezondheid." De Boer van SLO vond het chipsvoorbeeld nog relatief onschuldig, al stelt hij wel dat het gevaar van een glijdende schaal ontstaat. Beïnvloeding van het lesprogramma was voor alle aanwezigen een absolute overschrijding van grenzen. Ook moet het helder zijn waar de belangen liggen. Willms: "Er kan geen inmenging zijn in het curriculum of in de keuze van een lesmethode. Als een fabrikant van voetbalschoenen de nieuwe gymzaal sponsort is dat prima, maar niet als dat betekent dat er niet meer gehockeyd mag worden."
Een aanwezige docente was van mening dat het bedrijfsleven het onderwijs ook verrijkt, omdat vakken zo steeds contextgerichter kunnen worden gegeven. Authentieke voorbeelden uit de praktijk kunnen een positieve invloed hebben op de motivatie van leerlingen en hun enthousiasme. Van Haperen had een kanttekening: "Aanvullende lespakketten van andere dan de gevestigde partijen zijn niet de redding van het onderwijs. Hiervoor zijn simpelweg investeringen nodig, die nu niet worden gedaan. Nederland investeert veel meer in het basisonderwijs en hoger onderwijs dan in het middelbaar onderwijs. Als scholen genoeg geld hebben om goed onderwijs aan te bieden hebben ze die commerciële bijdragen ook niet nodig."
Keurmerk
Vanuit de zaal kwam de suggestie om een onafhankelijk keurmerk te maken voor lespakketten van andere dan de gevestigde partijen. De Boer bevestigde dat het woud aan lespakketten van verschillende afzenders en van verschillende kwaliteit de keuze voor docenten er niet makkelijker op maakt. "Het is soms niet meteen duidelijk wat de samenhang is met de leerdoelen. Het lijkt eenvoudig om deze informatie te groeperen op bijvoorbeeld een website, maar dat is ongelofelijk complex door de grote verschillen tussen alle lopende initiatieven."
- Einde bericht -
Over deze rondetafelsessie
In het onderwijs vindt voortdurend vernieuwing plaats. De vraag of deze vernieuwingen ook een toegevoegde waarde hebben - en zo ja, in welke vorm - wordt steeds vaker gesteld. De veranderingen betreffen de vorm van het onderwijs, maar ook de inhoud. De Ziggo High School Movie Awards is een voorbeeld van deze ontwikkeling, waarbij een onverwachte partij (Ziggo) in samenwerking met een kennispartner (het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid) lesinhoud aanbiedt aan het onderwijs. Ziggo speelt met het interactieve en sterk visueel gerichte lespakket in op de beeldcultuur onder jongeren en heeft de behoefte om het bredere kader rondom dit maatschappelijke project te verkennen.
Over de Ziggo High School Movie Awards
In het kader van de Ziggo High School Movie Awards ontwikkelde initiatiefnemer Ziggo, in samenwerking met kennispartner het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid, een speciaal scriptlespakket voor scholieren. Ziggo speelt hiermee in op de beeldcultuur waar jongeren, getuige de vele amateurfilms op YouTube en MyVideo, een grote belangstelling voor hebben. De ongeveer 240 deelnemende scholierenteams hadden de keuze om hun script ook in te zenden voor de wedstrijd. Onderdeel van het lespakket was de Ziggo Filmdag in december. Tijdens deze dag gaven negen bekende Nederlanders uit de filmwereld, waaronder ook juryleden Willeke van Ammelrooy en Sebastiaan Labrie, workshops aan ruim 150 scholieren. De vijf winnende scholen kregen de kans hun script professioneel te verfilmen tot een korte speelfilm van 15 minuten.
Over Ziggo
Ziggo is een landelijke aanbieder van media- en communicatiediensten. Ziggo bedient circa 3,2 miljoen huishoudens, 1,4 miljoen breedband internetklanten, 1,2 miljoen afnemers van digitale televisie en 820.000 telefonieabonnees. Producten en diensten voor de klein- en grootzakelijke markt betreffen zaken als telefonie, datacommunicatie en elektronische betalingsmogelijkheden. Het verzorgingsgebied - met sterke regionale bases - strekt zich uit over heel Nederland.
Meer informatie over Ziggo:
Noot voor de redactie/