Raad van de Europese Unie

9400/09 (Presse 112) 1
L
RAAD VA
DE EUROPESE UIE
NL
9400/09 (Presse 112)
(OR. en)
PERSMEDEDELIG

2940e zitting van de Raad
Economische en Financiële Zaken

Brussel, 5 mei 2009

Voorzitter de heer Miroslav KALOUSEK
minister van Financiën van de Tsjechische Republiek 5.V.2009
9400/09 (Presse 112) 2
L
Voornaamste resultaten van de Raadszitting

De Raad heeft ermee ingestemd het leenplafond van het EU-mechanisme voor financiële ondersteuning van de niet tot de eurozone behorende lidstaten die in financiële moeilijkheden verkeren, te verhogen van 25 miljard euro tot 50 miljard euro. Onlangs is een beroep gedaan op het mechanisme voor financiële ondersteuning om steun op middellange termijn te verlenen aan Hongarije en Letland, als onderdeel van een ruimere steunverlening door het IMF en andere geldschieters. Het leenplafond is verhoogd teneinde, in het licht van de economische en financiële crisis, tegemoet te kunnen komen aan eventuele verzoeken van lidstaten. In dit verband heeft de Raad besloten steun op middellange termijn te verlenen aan Roemenië.
)aar aanleiding van de bijwerking van de leeftijdsgebonden uitgavenplanningen voor de lidstaten van de EU heeft de Raad tevens conclusies betreffende de kwaliteit en houdbaarheid van de overheidsfinanciën aangenomen.
In de conclusies wordt benadrukt dat, niettegenstaande de huidige moeilijke economische omstandigheden, een langetermijnplanning voor de overheidsfinanciën van groot belang is. In de conclusies wordt gewezen op de verscheidenheid aan situaties in de verschillende lidstaten, alsook op de noodzaak om de gevolgen van de vergrijzing voor de overheidsuitgaven en voor de potentiële groeipercentages aan te pakken.
De Raad heeft de wetteksten aangenomen die voortvloeien uit het in maart bereikte politieke akkoord over het gebruik van verlaagde btw-tarieven in bepaalde sectoren, en over een specifieke btw-derogatie voor het Verenigd Koninkrijk ter bestrijding van fraude. De Raad heeft verordeningen aangenomen die erop zijn gericht de toegang tot steun uit het Europees Sociaal Fonds te faciliteren teneinde de sociale gevolgen van de financiële crisis te mitigeren, en energie-efficiëntieverbeteringen en hernieuwbare energiestructuren in aanmerking te doen komen voor steun uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling. Beide teksten maken deel uit van het in december goedgekeurde Europese economische herstelplan. De Raad heeft ook conclusies aangenomen over de economische prestaties en uitdagingen vijf jaar na de grootste uitbreiding van de EU ooit.
5.V.2009

1 . Wanneer de Raad verklaringen, conclusies of resoluties heeft aangenomen, wordt dat in de titel van het betrokken punt vermeld. De aangenomen teksten staan tussen aanhalingstekens. . De documenten waarvan het nummer in de tekst wordt genoemd, staan op de internetsite van de Raad http://www.consilium.europa.eu.
. Besluiten ten aanzien waarvan verklaringen voor de Raadsnotulen zijn afgelegd die beschikbaar zijn voor het publiek, zijn aangegeven met een asterisk; de tekst van de verklaringen staat op de bovengenoemde internetsite van de Raad en is ook verkrijgbaar bij de Persdienst. 9400/09 (Presse 112) 3
L
IHOUD1
DEELEMERS.................................................................................................................................5 BESPROKE PUTE
ECONOMISCHE EN FINANCIËLE SITUATIE ...............................................................................7 LENINGEN AAN LIDSTATEN IN FINANCIËLE MOEILIJKHEDEN ..........................................8 KWALITEIT EN HOUDBAARHEID VAN DE OVERHEIDSFINANCIËN - Conclusies van de Raad................................................................................................................................................9 DIALOOG MET DERDE LANDEN OVER ECONOMISCHE EN FINANCIËLE VRAAGSTUKKEN ........................................................................................................................................10 ACCIJNS OP TABAKSFABRIKATEN ...........................................................................................11 GOED BESTUUR IN BELASTINGZAKEN....................................................................................12 EU-BEGROTING - VOORONTWERP VAN ALGEMENE BEGROTING 2010 ..........................13 DIVERSEN.......................................................................................................................................14 BIJEENKOMSTEN IN DE MARGE VAN DE RAAD....................................................................15 ADERE GOEDGEKEURDE PUTE
ECO)OMISCHE E) FI)A)CIËLE AA)GELEGE)HEDE)
­ Verlaagde btw-tarieven.........................................................................................................................................16 ­ Btw-derogatie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk......................................................................................17 ­ Vijf jaar na de uitbreiding van de EU - Conclusies van de Raad...........................................................................18 COHESIEBELEID
­ Gemakkelijkere toegang tot het Europees Sociaal Fonds ......................................................................................19 ­ Investeringen in energie-efficiëntie en hernieuwbare energie op het vlak van huisvesting ...................................20 5.V.2009
9400/09 (Presse 112) 4
L
EXTER)E BETREKKI)GE)
­ Latijns Amerika - ministeriële bijeenkomsten .......................................................................................................22 O)TWIKKELI)GSBELEID
­ EU/SADC-staten - Economische partnerschapsovereenkomst ..............................................................................22 HA)DELSPOLITIEK
­ Artikelen voor tweeërlei gebruik ...........................................................................................................................23 ­ Antidumping - Draden en strengen - China ...........................................................................................................23 VERVOER
­ EU/Mexico - Overeenkomst over luchtdiensten ....................................................................................................24 I)TER)E MARKT
­ Goedkeuringssysteem voor motorvoertuigen ........................................................................................................24 CO)SUME)TE)BESCHERMI)G
­ Samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en de VS ..........................................................................................24 LA)DBOUW
­ Eenvoudigere procedures op veterinair en zoötechnisch gebied............................................................................25 5.V.2009
9400/09 (Presse 112) 5
L
DEELEMERS
De regeringen van de lidstaten en de Europese Commissie waren als volgt vertegenwoordigd: België:
de heer Didier REYNDERS vice-eersteminister en minister van Financiën Bulgarije:
de heer Boyko KOTZEV permanent vertegenwoordiger
Tsjechië:
de heer Miroslav KALOUSEK minister van Financiën
de heer TomᚠZlDEK viceminister van Financiën, sectie internationale betrekkingen en financieel beleid
Denemarken:
de heer Claus Hjort FREDERIKSEN minister van Financiën Duitsland:
de heer Peer STEINBRÜCK minister van Financiën
Estland:
de heer Ivari PADAR minister van Financiën
Ierland:
de heer Rory MONTGOMERY permanent vertegenwoordiger Griekenland:
de heer Ioannis PAPATHANASIOU minister van Economische Zaken en Financiën Spanje:
mevrouw Elena SALGADO tweede viceminister-president en minister van Economische Zaken en Financiën
Frankrijk:
mevrouw Christine LAGARDE minister van Economische Zaken, Industrie en Werkgelegenheid
Italië:
de heer Giulio TREMONTI minister van Economische Zaken en Financiën Cyprus:
de heer Andreas MAVROYIANNIS permanent vertegenwoordiger Letland:
de heerMr Einars REPŠE minister van Financiën
Litouwen:
de heer Rytis MARTIKONIS permanent vertegenwoordiger Luxemburg:
de heer Luc FRIEDEN minister van Justitie, minister van de Schatkist en van Begroting
Hongarije:
de heer Péter OSZKÓ minister van Financiën
Malta:
de heer Richard CACHIA CARUANA permanent vertegenwoordiger ederland:
de heer Wouter BOS minister van Financiën, viceminister-president Oostenrijk:
de heer Josef PRÖLL vicekanselier en minister van Financiën Polen:
de heer Jan VINCENT-ROSTOWSKI minister van Financiën Portugal:
de heer Manuel LOBO ANTUNES permanent vertegenwoordiger 5.V.2009
9400/09 (Presse 112) 6
L
Roemenië:
de heer Gheorghe POGEA minister van Financiën
Slovenië:
de heer Franc KRIŽANIC minister van Financiën
Slowakije:
de heer Ján POCIATEK minister van Financiën
Finland:
de heer Jyrki KATAINEN minister van Financiën, viceminister-president Zweden:
de heer Anders BORG minister van Financiën
Verenigd Koninkrijk:
de heer Stephen TIMMS financieel secretaris van de Schatkist Commissie:
de heer Joaquín ALMUNIA lid
de heer László KOVÁCS lid
de heer Charlie MCCREEVY lid
Overige deelnemers:
de heer Philippe MAYSTADT president van de Europese Investeringsbank de heer Thomas WIESER voorzitter van het Economisch en Financieel Comité de heer Christian KASTROP voorzitter van het Comité voor de economische politiek 5.V.2009
9400/09 (Presse 112) 7
L

BESPROKE PUTE
ECOOMISCHE E FIACIËLE SITUATIE
De Raad heeft van gedachten gewisseld over de economische situatie en de laatste ontwikkelingen op de financiële markten.
De Raad heeft nota genomen van de op 4 mei bekendgemaakte economische voorjaarsprognoses van de Commissie en stemt in grote lijnen in met de door de Commissie gemaakte analyse van de situatie.
In vergelijking met de tussentijdse prognoses die de Commissie in januari heeft bekendgemaakt, zijn de economische groeivooruitzichten voor dit en volgend jaar in de voorjaarsprognoses van de Commissie aanzienlijk neerwaarts bijgesteld.
De voorzitter van de Raad heeft ook verslag uitgebracht over een bijeenkomst van de ministers van Financiën en de presidenten van de centrale banken van de G-20 in de marge van de voorjaarsbijeenkomsten van de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds in Washington op 25 en 26 april.
5.V.2009
9400/09 (Presse 112) 8
L
LEIGE AA LIDSTATE I FIACIËLE MOEILIJKHEDE
De Raad heeft, in overeenstemming met de conclusies van de bijeenkomst van de Europese Raad op 20 maart, een politiek akkoord bereikt over een ontwerp-verordening die erop is gericht het plafond voor leningen aan in financiële moeilijkheden verkerende lidstaten buiten de eurozone in het kader van het EU-mechanisme voor financiële ondersteuning te verhogen (doc. 9129/09). De Raad zal de verordening tijdens een komende zitting zonder verder debat aannemen nadat aan de tekst de laatste hand is gelegd.
Verordening 332/2002, waarop het EU-mechanisme voor financiële ondersteuning is gebaseerd, wordt door de tekst in die zin gewijzigd dat het leenplafond in het licht van de economische en financiële crisis wordt verhoogd van 25 miljard euro tot 50 miljard euro. Doel van de verhoging is tegemoet te kunnen komen aan eventuele verzoeken van niet tot de eurozone behorende lidstaten om steun op middellange termijn voor hun betalingsbalansen. In dit verband heeft de Raad ook besloten steun op middellange termijn te verlenen aan Roemenië. Er is recentelijk voor het eerst een beroep gedaan op het mechanisme voor financiële ondersteuning om steun op middellange termijn te verlenen aan Hongarije (zie persmededeling 15103/08) en daarna aan Letland (5498/09), als onderdeel van een ruimere steunverlening door het IMF en andere geldschieters. Het leenplafond is reeds eenmaal verhoogd, namelijk van 12 miljard euro tot 25 miljard euro (16565/1/08 REV 1).
5.V.2009
9400/09 (Presse 112) 9
L

KWALITEIT E HOUDBAARHEID VA DE OVERHEIDSFIACIË - Conclusies van de Raad
De Raad heeft nota genomen van de presentatie door de Commissie van een mededeling betreffende de gevolgen van de vergrijzing in tijden van economische crisis (9200/09), en van het vergrijzingsverslag 2009, een gezamenlijk verslag van de Commissie en het Comité voor de economische politiek dat een bijwerking bevat van de leeftijdsgebonden uitgavenplanningen voor de 27 lidstaten over de periode 2008-2060 (doc. 9199/09).
De Raad heeft de conclusies in (doc 8818/09) aangenomen. 5.V.2009
9400/09 (Presse 112) 10
L
DIALOOG MET DERDE LADE OVER ECOOMISCHE E FIACIËLE
VRAAGSTUKKE
De Raad is door de Commissie geïnformeerd over de vooruitgang in haar dialogen betreffende macro-economische vraagstukken en financiële diensten met de belangrijkste internationale partners van de EU, met name de Verenigde Staten, Japan, China en Rusland. Hij heeft van gedachten gewisseld over prioriteiten voor de nabije toekomst. 5.V.2009
9400/09 (Presse 112) 11
L
ACCIJS OP TABAKSFABRIKATE
De Raad heeft een bespreking gewijd aan een ontwerp-richtlijn waarin de EU-voorschriften betreffende de structuur en de tarieven van het accijns op tabaksfabrikaten worden bijgewerkt. Doel van de ontwerp-richtlijn is de bestaande voorschriften te moderniseren, te vereenvoudigen en transparanter te maken. De richtlijn is er in het bijzonder op gericht het minimumaccijns voor tabak van fijne snede geleidelijk dichter bij dat voor sigaretten te brengen. Voorts beoogt de richtlijn een hoger niveau van bescherming van de volksgezondheid te garanderen door de minimumtarieven voor tabaksfabrikaten te verhogen. De Raad heeft het Comité van permanente vertegenwoordigers verzocht de ontwerp-richtlijn verder te bespreken op basis van de door de ministers geboekte vooruitgang, zodat hij tijdens een komende zitting een akkoord daarover kan bereiken.
5.V.2009
9400/09 (Presse 112) 12
L

GOED BESTUUR I BELASTIGZAKE
De Raad:
­ heeft nota genomen van de presentatie door de Commissie van een mededeling over de bevordering van goed bestuur in belastingzaken (doc. 9281/09); ­ is door de Commissie geïnformeerd over de vorderingen die zijn gemaakt bij de onderhandelingen over een overeenkomst met Liechtenstein betreffende maatregelen ter bestrijding van belastingfraude.
De Raad is overeengekomen om, in het licht van de verdere ontwikkelingen, tijdens zijn zitting van 9 juni op de kwestie terug te komen.
De mededeling van de Commissie biedt een overzicht van de kwestie van goed bestuur in belastingzaken (internationale samenwerking op belastinggebied en gemeenschappelijke normen) in de context van de economische en financiële crisis en de recente bijeenkomsten van de G-20. De Raad gaat met betrekking tot rechtstreekse belastingen na: ­ hoe goed bestuur in belastingzaken binnen de EU kan worden verbeterd; ­ over welke instrumenten de Gemeenschap en de lidstaten beschikken om goed bestuur op internationaal niveau te bevorderen; en ­ welke ruimte er is voor een gecoördineerder optreden van de lidstaten teneinde de maatregelen die worden genomen in internationale fora als de OESO en de VN, te ondersteunen, te stroomlijnen en aan te vullen.
De Commissie stelt in haar mededeling voor vaart te zetten achter de besprekingen over de herziening van de richtlijn betreffende administratieve samenwerking tussen de lidstaten, de richtlijn betreffende wederzijdse bijstand inzake de invordering van belastingen en de richtlijn betreffende belastingheffing op de rente van spaargelden, en voorrang te blijven geven aan de uitbanning van schadelijke belastingpraktijken. De Commissie stelt tevens voor om clausules inzake goed bestuur op te nemen in overeenkomsten van de EU met derde landen. 5.V.2009
9400/09 (Presse 112) 13
L

EU-BEGROTIG - VOOROTWERP VA ALGEMEE BEGROTIG 2010
De Raad heeft nota genomen van de presentatie door de Commissie van haar voorontwerp van algemene begroting van de EU voor 2010.
De Raad heeft het Comité van permanente vertegenwoordigers verzocht het voorontwerp te behandelen, zodat hij tijdens zijn zitting van 10 juli in eerste lezing een ontwerp-begroting kan opstellen. De Raad heeft op 10 maart de beginselen voor de voorbereiding van de begroting voor 2010 vastgesteld (doc. 6767/09).
In haar voorontwerp van begroting stelt de Commissie een totaalbedrag voor van 138,6 miljard euro in vastleggingskredieten (+1,5% ten opzichte van 2009), en 122,3 miljard euro in betalingskredieten (+5,3% ten opzichte van 2009). De vastleggingskredieten vertegenwoordigen 1,18% van het bruto nationaal inkomen van de EU, de betalingskredieten 1,04%. De Commissie geeft in de uitgaven voor 2010 een centrale plaats aan het economische herstel; het grootste deel van de middelen (45%) is bestemd voor maatregelen voor groei en werkgelegenheid, die moeten bijdragen tot herstel van het concurrentievermogen in de gehele EU. Zij stelt tevens voor om de middelen voor belangrijke programma's betreffende onderzoek en energiebeleid met meer dan 12% te verhogen, alsook om meer middelen toe te wijzen voor economische en sociale cohesie.
5.V.2009
9400/09 (Presse 112) 14
L
DIVERSE
De Raad heeft nota genomen van de vooruitgang die is geboekt bij de volgende dossiers inzake financiële diensten:
­ Solvabiliteitsvereisten voor verzekeringsmaatschappijen (ontwerp-richtlijn "Solvabiliteit II");
­ Ratingbureaus (ontwerp-verordening);
­ Elektronisch geld (ontwerp-richtlijn);
­ Grensoverschrijdende betalingen in de EU (ontwerp-verordening). Het voorzitterschap heeft met betrekking tot alle vier dossiers een akkoord in eerste lezing met het Europees Parlement bereikt, zodat de Raad deze teksten tijdens een komende zitting kan aannemen nadat daaraan de laatste hand is gelegd.
5.V.2009
9400/09 (Presse 112) 15
L
BIJEEKOMSTE I DE MARGE VA DE RAAD
In de marge van de Raad vonden de volgende bijeenkomsten plaats: ­ Eurogroep
De ministers van de lidstaten van de eurozone hebben op 4 mei een vergadering van de eurogroep bijgewoond.
­ Ministeriële dialoog met kandidaat-lidstaten van de EU De ministers hielden hun jaarlijkse dialoog over het economisch beleid met de ministers van Financiën en de vertegenwoordigers van de centrale banken van de kandidaat-lidstaten van de EU: Turkije, Kroatië en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië.
*

* *
Tijdens de lunch bespraken de ministers de voorbereidingen voor de top van de sociale trojka inzake werkgelegenheid1 die op 7 mei te Praag zal plaatsvinden, en hebben zij hun goedkeuring gehecht aan een bijdrage betreffende de economische aspecten die aan de voorzitter van de Europese Raad zal worden toegezonden.
In de aanloop naar de bijeenkomst van de Europese Raad op 18 en 19 juni hebben zij tevens, op basis van de aanbevelingen van een reflectiegroep op hoog niveau onder voorzitterschap van Jacques de Larosière2, een bespreking gewijd aan de werkzaamheden ter versterking van de reglementering van en het toezicht op financiële instellingen. De Raad zal dit punt in zijn zitting van 9 juni voorbereiden voor de bijeenkomst van de Europese Raad.
1 Trojka van het voorzitterschap (ministers-presidenten en ministers van Werkgelegenheid), Commissie, Europese sociale partners en platform van Europese sociale NGO's.
2 Voormalig directeur van het Internationaal Monetair Fonds. 5.V.2009
9400/09 (Presse 112) 16
L

ADERE GOEDGEKEURDE PUTE
ECO%OMISCHE E% FI%A%CIËLE AA%GELEGE%HEDE%
Verlaagde btw-tarieven
De Raad heeft een richtlijn aangenomen waarbij, op permanente basis, het facultatief gebruik van verlaagde btw-tarieven wordt toegestaan voor bepaalde arbeidsintensieve lokale diensten, daaronder begrepen restaurantdiensten, waarvoor geen risico bestaat van oneerlijke concurrentie tussen dienstverleners in verschillende lidstaten.
De aanneming van de richtlijn volgt op het tijdens de Raadszitting van 10 maart bereikte politieke akkoord. Het facultatief gebruik van verlaagde btw-tarieven in bepaalde sectoren is een van de maatregelen die zijn vastgesteld in het economisch herstelplan dat de Europese Raad in december heeft goedgekeurd.
Volgens de EU-voorschriften betreffende btw-tarieven, die zijn vastgesteld in Richtlijn 2006/112/EG, moeten de lidstaten op de meeste goederen en diensten een minimaal standaardtarief van 15 % toepassen. De lidstaten mogen evenwel op een beperkt aantal leveringen een of twee verlaagde btw-tarieven toepassen. Ingeval een verlaagd tarief wordt toegestaan, moet dit ten minste 5 % van de waarde van de levering bedragen.
De huidige voorschriften vormen het resultaat van diverse initiatieven in de loop der jaren, waaronder het besluit van 1992 betreffende de harmonisatie van btw-tarieven in de eengemaakte EU-markt, het besluit van 2000 om verlaagde btw-tarieven toe te staan voor arbeidsintensieve lokale diensten ter stimulering van de werkgelegenheid, en in 2004 toegestane afwijkingen voor nieuwe toetredende staten.
De verlaagde tarieven voor arbeidsintensieve lokale diensten zijn tot dusver alleen tijdelijk toegestaan.
Krachtens de door de Raad aangenomen richtlijn kunnen lidstaten desgewenst permanent verlaagde btw-tarieven toepassen op:
5.V.2009
9400/09 (Presse 112) 17
L
­ de volgende arbeidsintensieve lokale diensten:
­ kleine herstellingen van fietsen, schoeisel en lederwaren, kleding en huishoudlinnen (ook herstellen en vermaken);
­ glazenwassen en schoonmaken van particuliere woningen; ­ thuiszorg zoals hulp in de huishouding en zorg voor kinderen, ouderen, zieken of gehandicapten;
­ kappersdiensten;
­ renovatie en herstel van particuliere woningen, met uitzondering van materialen die een beduidend deel vertegenwoordigen van de waarde van de verstrekte diensten; ­ restaurant­ en cateringdiensten;
­ boeken op alle fysieke dragers.
Bovendien mag Portugal een verlaagd btw-tarief toepassen op de tolheffing op bruggen rond Lissabon, mag Cyprus een verlaagd btw-tarief toepassen op de levering van lpg in flessen, en mag Malta een btw-nultarief handhaven met betrekking tot de levering van levensmiddelen en van geneesmiddelen.
De richtlijn wordt van kracht op de eerste dag van de maand volgend op die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad.
Btw-derogatie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk De Raad heeft, in overeenstemming met het in de zitting van 10 maart bereikte politieke akkoord, een besluit aangenomen waarbij de aan het Verenigd Koninkrijk toegestane derogatie betreffende de betaling van btw op bepaalde elektronische goederen van grote waarde tot en met 30 april 2011 wordt verlengd.
5.V.2009
9400/09 (Presse 112) 18
L
Doel van de maatregel is een einde te maken aan bepaalde vormen van belastingfraude, met name de zogenaamde carrouselfraude waarbij goederen meerdere malen door verschillende leveranciers worden verhandeld zonder btw te betalen aan de belastingdiensten. De derogatie geldt voor de levering van mobiele telefoons en geïntegreerde schakelingen, op voorwaarde dat de maatstaf van heffing voor de levering ten minste 5.000 pond sterling bedraagt. Door een verleggingsregeling toe te passen zorgt de derogatie ervoor dat de aansprakelijkheid voor de betaling van de btw wordt verlegd van de leverancier (zoals normaal vereist door de EUvoorschriften) naar de belastbare entiteit waaraan de levering wordt verricht. Vijf jaar na de uitbreiding van de EU - Conclusies van de Raad De Raad nam de volgende conclusies aan:
"Nu de vijfde verjaardag van de grootste recente uitbreiding daar is, SPREEKT de Raad ZIJN VOLDOENING uit over het rapport van de Commissie dat als titel heeft "De EU vijf jaar na de uitbreiding - Economische prestaties en uitdagingen", en steunt hij de algemene beoordeling die erin wordt gemaakt.
De uitbreiding heeft economische groei en meer welvaart gebracht De Raad ECOFIN BENADRUKT dat de recente uitbreiding van de EU niet alleen een historische stap was voor de eenmaking van Europa, dat zo lang verdeeld was, maar ook economisch gezien een succes was dat heeft geleid tot een situatie die voor de gehele EU winst heeft opgeleverd. De uitbreiding heeft een aanzienlijke verbetering van de levensstandaard meegebracht, evenals een toename van de economische groei, die geprofiteerd heeft van de betere kansen voor handel, investeringen en werkgelegenheid, en van een krachtiger financiële integratie. De Raad ECOFIN BENADRUKT dat de uitbreiding ertoe heeft bijgedragen dat de gehele economie van de EU nu beter in staat is het hoofd te bieden aan de uitdagingen van de huidige economische en financiële crisis, evenals aan die van de mondialisering.
Er hebben zich een opmerkelijke economische integratie en een echte convergentie van de nieuwe lidstaten voorgedaan. Daarom ERKENT de Raad ECOFIN dat het geen zin meer heeft onderscheid te maken tussen "oude" en "nieuwe" lidstaten.
5.V.2009
9400/09 (Presse 112) 19
L
Er moet nog meer worden gedaan om volledig profijt te trekken van de uitgebreide EU De Raad ECOFIN BENADRUKT dat de huidige financiële en economische crisis heeft bevestigd dat een gezond macro-economisch en structureel beleid van cruciaal belang is. Centraal hierin staan een goede institutionele structuur op nationaal niveau, met gezonde begrotingskaders, evenals de uitvoering van bestaand EU-beleidskader, zoals de interne markt, het stabiliteits- en groeipact en de strategie van Lissabon. Verder heeft de uitbreiding duidelijk de rol laten zien die de financiële sector speelt in het convergentieproces en de noodzaak aangetoond van meer grensoverschrijdende samenwerking bij financieel toezicht en van een betere controle op macrofinanciële risico's, teneinde te voorkomen dat er kwetsbare situaties ontstaan. Doordat er aanzienlijke onevenwichtigheden en fundamentele zwakheden zijn ontstaan, die gerelateerd waren aan een schuldenlast in vreemde valuta, aanhoudend hoge begrotingstekorten en een gebrek aan duurzaamheid of voortdurende tekorten op de lopende rekening, is de gevoeligheid voor klappen van buitenaf toegenomen. Meer in het algemeen kan worden gezegd dat de verwezenlijkingen niet in alle landen gelijkvormig en even duurzaam waren. In dit verband BENADRUKT de Raad ECOFIN dat het binnenlands beleid en de uitvoering van EU-beleidskaders en de prudentiële onderdelen ervan verder moeten worden versterkt, dat de inspanningen voor structurele hervorming een nieuwe impuls moeten krijgen overeenkomstig de strategie van Lissabon, dat het financiële toezicht moet worden verbeterd en dat de doeltreffendheid van multilateraal toezicht en economische coördinatie op EU-niveau moeten worden vergroot.
Voorts BEKLEMTOONT de Raad ECOFIN dat de in de strategie van Lissabon bedoelde hervormingen van essentieel belang zijn om het economisch herstel te ondersteunen, de veerkracht te vergroten en het potentieel van de uitgebreide interne markt volledig te benutten. De nog bestaande belemmeringen op de interne markt moeten worden weggenomen en protectionistische tendensen moeten worden verworpen."

COHESIEBELEID
Gemakkelijkere toegang tot het Europees Sociaal Fonds De Raad heeft een verordening aangenomen die erop is gericht de toegang tot mede door het Europees Sociaal Fonds gefinancierde steun te faciliteren teneinde de sociale gevolgen van de financiële crisis te mitigeren (3618/09).
Hoofddoel van de nieuwe verordening is de vereenvoudiging van het beheer, de administratie en de controle van door het ESF gesubsidieerde acties door een vereenvoudiging van de verantwoording van indirecte kosten (te weten kosten die niet rechtstreeks verband houden met het project, maar die noodzakelijk zijn voor de uitvoering ervan, zoals telefoon- en elektriciteitskosten) en door een vermindering van de werklast en van het aantal bewijsstukken ter verantwoording van de uitgaven. 5.V.2009
9400/09 (Presse 112) 20
L
In overeenstemming met de aanbevelingen van de Europese Rekenkamer1 en na een akkoord in eerste lezing met het Europees Parlement, heeft de Raad besloten om het toepassingsgebied van de ESF-verordening uit te breiden met drie extra vormen van subsidiabele kosten: ­ indirecte kosten gedeclareerd op forfaitaire basis tot 20% van de directe kosten voor een actie;
­ forfaitaire kosten berekend door toepassing van door de lidstaten vastgestelde standaardschalen van eenheidskosten;
­ vaste bedragen voor alle of een deel van de kosten van een actie, met een plafond van 50 000 euro.
Op dit ogenblik is de terugbetaling van de ESF-uitgaven gebaseerd op het beginsel van de werkelijke kosten. Dit betekent dat één euro subsidie moet overeenstemmen met ten minste één euro verantwoorde uitgaven. De verantwoording van de uitgave is gebaseerd op facturen en andere boekhoudkundige documenten die aantonen wat er werkelijk is gebeurd; daartoe kunnen gemakkelijk honderden documenten nodig zijn. Bovendien moeten alle bewijsstukken voor een periode van drie jaar na afsluiting van het programma ter beschikking worden gehouden. De nieuwe voorschriften, die deel uitmaken van het herstelpakket2, zijn met terugwerkende kracht van toepassing vanaf 1 augustus 2006.
Investeringen in energie-efficiëntie en hernieuwbare energie op het vlak van huisvesting De Raad heeft, na een akkoord in eerste lezing met het Europees Parlement, een verordening aangenomen op grond waarvan energie-efficiëntieverbeteringen en hernieuwbare energiestructuren in alle lidstaten in aanmerking komen voor steun uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) (3619/09). De nieuwe verordening, die deel uitmaakt van het Europees economisch herstelplan3 vergemakkelijkt tevens de toegang tot mede door het EFRO gefinancierde steun.


1 Gedaan in zijn jaarverslag over 2007
(http://eca.europa.eu/portal/pls/portal/docs/1/1569525.PDF).
2 De twee andere delen betreffende het cohesiebeleid zijn erop gericht het tempo van de uitgaven van de structuurfondsen van de EU te verhogen (8585/09) en meer steun te verlenen aan investeringen in energie-efficiëntie en hernieuwbare energie op het vlak van huisvesting (9467/09).

3 De twee andere delen betreffende het cohesiebeleid zijn erop gericht het tempo van de uitgaven van de structuurfondsen van de EU te verhogen (8585/09) en de toegang tot mede door het Europees Sociaal Fonds (ESF) gefinancierde steun te vergemakkelijken (9456/09). 5.V.2009
9400/09 (Presse 112) 21
L

Het hoofddoel van de nieuwe verordening bestaat erin het aandeel van investeringen in energieefficiëntie te verhogen en het beheer, de administratie en de controle van door het EFRO gesubsidieerde acties te vereenvoudigen door een vereenvoudiging van de verantwoording van indirecte kosten (te weten kosten die niet rechtstreeks verband houden met het project, maar die noodzakelijk zijn voor de uitvoering ervan, zoals telefoon- en elektriciteitskosten) en door een vermindering van de werklast en van het aantal bewijsstukken ter verantwoording van de uitgaven. De nieuwe verordening voorziet erin dat uitgaven voor verbetering van de energie-efficiëntie en voor het gebruik van hernieuwbare energie in bestaande woningen subsidiabel zijn voor een bedrag dat maximaal 4 % van de totale EFRO-toewijzing beloopt (te weten in totaal 8 miljard euro). Op dit ogenblik worden door het EFRO alleen interventies in de woningbouwsector, daaronder begrepen energie-efficiëntie, gesteund in de twaalf lidstaten die sedert 1 mei 2004 tot de EU zijn toegetreden, en dit voor maximaal 2% van de totale EFRO-toewijzing. In overeenstemming met de aanbevelingen van de Europese Rekenkamer1 breidt de verordening het toepassingsgebied van de EFRO-verordening uit met drie extra vormen van subsidiabele kosten: ­ indirecte kosten gedeclareerd op forfaitaire basis tot 20% van de directe kosten voor een actie;
­ forfaitaire kosten berekend door toepassing van door de lidstaten vastgestelde standaardschalen van eenheidskosten;
­ vaste bedragen voor alle of een deel van de kosten van een actie, met een plafond van 50 000 euro.
Op dit ogenblik is de terugbetaling van de EFRO-uitgaven gebaseerd op het beginsel van de werkelijke kosten. Dit betekent dat één euro subsidie moet overeenstemmen met ten minste één euro verantwoorde uitgaven. De verantwoording van de uitgave is gebaseerd op facturen en andere boekhoudkundige documenten die aantonen wat er werkelijk is gebeurd; daartoe kunnen gemakkelijk honderden documenten nodig zijn. Bovendien moeten alle bewijsstukken voor een periode van drie jaar na afsluiting van het programma ter beschikking worden gehouden. De nieuwe voorschriften betreffende het faciliteren van de toegang tot mede door het EFRO gefinancierde steun zullen, met terugwerkende kracht, met ingang van 1 augustus 2006 van toepassing zijn, terwijl maatregelen ter verbetering van de energie-efficiëntie en investeringen in hernieuwbare energie op het vlak van huisvesting van kracht worden op de twintigste dag volgend op die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
1 Gedaan in zijn jaarverslag over 2007
(http://eca.europa.eu/portal/pls/portal/docs/1/1569525.PDF). 5.V.2009
9400/09 (Presse 112) 22
L

EXTER%E BETREKKI%GE%
Latijns Amerika - ministeriële bijeenkomsten
De Raad heeft nota genomen van de voorbereidingen voor zes biregionale ministeriële bijeenkomsten die in Praag zullen plaatsvinden:
­ Ministeriële bijeenkomst van de EU en de Groep van Rio: 13-14 mei; ­ Associatieraad EU-Chili: 13 mei;
­ Gezamenlijke Raad EU-Mexico: 14 mei;
­ Ministeriële bijeenkomst van de EU en de Andesgemeenschap: 14 mei; ­ Ministeriële bijeenkomst van de EU en Mercosur: 14 mei; ­ Ministeriële bijeenkomst van de EU en Centraal-Amerika: 14 mei. O%TWIKKELI%GSBELEID
EU/SADC-staten - Economische partnerschapsovereenkomst De Raad heeft een besluit aangenomen ter goedkeuring van de ondertekening en de voorlopige toepassing van de interim-overeenkomst met het oog op een economische partnerschapsovereenkomst met de staten van de Ontwikkelingsgemeenschap van Zuidelijk Afrika Botswana, Lesotho, Mozambique, Namibië en Swaziland (14062/08). 5.V.2009
9400/09 (Presse 112) 23
L

De doelstellingen van deze overeenkomst zijn:
­ bijdragen aan het terugdringen en uiteindelijk het uitroeien van armoede door de instelling van een handelspartnerschap dat in overeenstemming is met het doel van een duurzame ontwikkeling, de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling van de VN en de ACS-EU-Partnerschapsovereenkomst;
­ bevorderen van regionale integratie, economische samenwerking en goed bestuur om op deze manier een doeltreffend, voorspelbaar en transparant regionaal regelgevend kader voor handel en investeringen tussen de partijen en tussen de SADC-EPO-staten tot stand te brengen en ten uitvoer te leggen;
­ bevorderen van de geleidelijke integratie van de SADC-EPO-staten in de wereldeconomie, in overeenstemming met hun politieke keuzes en ontwikkelingsprioriteiten. HA%DELSPOLITIEK
Artikelen voor tweeërlei gebruik
De Raad heeft een verordening aangenomen tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik (7815/09, 7815/09 COR1).
De verordening, die Verordening (EG) nr. 1334/2000 vervangt, heeft tot doel de EU-regeling betreffende de controle op de uitvoer van goederen voor tweeërlei gebruik te versterken en verbeteren. In de verordening is rekening gehouden met de aanbevelingen van de Peer Review van 2004 betreffende de uitvoercontrolesystemen van de lidstaten en de toetredende landen en de resultaten van een daaropvolgende effectbeoordelingsstudie, alsook met de verplichtingen van de EU uit hoofde van de in 2004 aangenomen Resolutie 1540 van de VN-Veiligheidsraad. Antidumping - Draden en strengen - China
De Raad heeft een verordening aangenomen tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige recht op bepaalde voor- en naspandraad en voor- en naspanstrengen van niet-gelegeerd staal (PSC-draad en -strengen) van oorsprong uit de Volksrepubliek China (8684/09).
5.V.2009
9400/09 (Presse 112) 24
L

VERVOER
EU/Mexico - Overeenkomst over luchtdiensten
De Raad heeft een besluit aangenomen tot goedkeuring van de sluiting van een overeenkomst met Mexico inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten. De overeenkomst is het resultaat van onderhandelingen die zijn gevoerd in het kader van een door de Raad in 2003 verleend mandaat waarin is bepaald dat de Commissie met ieder derde land kan onderhandelen om de bestaande bilaterale luchtvaartovereenkomsten van de lidstaten met dat land in overeenstemming te brengen met het Gemeenschapsrecht. I%TER%E MARKT
Goedkeuringssysteem voor motorvoertuigen
De Raad heeft een besluit aangenomen dat de aanvaarding, door de Europese Gemeenschap, mogelijk maakt van Reglement nr. 61 van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (VN/ECE) inzake eenvormige voorschriften voor de goedkeuring van bedrijfsvoertuigen wat hun naar buiten uitstekende delen vóór de achterwand van de cabine betreft (7240/09).
De eenvormige eisen van Reglement nr. 61 van de VN/ECE zijn bedoeld om de technische belemmeringen voor de handel in motorvoertuigen op te heffen en om ervoor te zorgen dat die voertuigen een hoog veiligheids- en beschermingsniveau bieden. De verordening zal in de EUwetgeving betreffende het goedkeuringssysteem voor motorvoertuigen worden geïntegreerd. CO%SUME%TE%BESCHERMI%G
Samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en de VS
De Raad heeft een besluit aangenomen houdende machtiging van de Commissie om met de Verenigde Staten van Amerika onderhandelingen te openen over een samenwerkingsovereenkomst op het gebied van de handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming. 5.V.2009
9400/09 (Presse 112) 25
L
LA%DBOUW
Eenvoudigere procedures op veterinair en zoötechnisch gebied De Raad heeft een beschikking aangenomen tot vereenvoudiging van de procedures voor het opstellen en publiceren van lijsten met informatie op veterinair en zoötechnisch gebied (7761/09).