PB09-036
14 mei 2009 Inflatie Nederland daalt licht
9.30 uur
· Inflatie in april 1,8 procent · Voeding en energie drukken inflatie · Inflatie in eurozone blijft veel lager dan in Nederland
De inflatie in april 2009 is uitgekomen op 1,8 procent. Dat is 0,2 procentpunt
lager dan in maart. Dit blijkt uit cijfers van het CBS. De inflatie in de eurozone
bleef gelijk op 0,6 procent.
De prijzen van voedingsmiddelen hadden een inflatieverlagend effect.
Voedingsmiddelen waren in april nog wel 3 procent duurder dan een jaar
eerder, maar vorige maand was dit nog 3,6 procent. In april waren verse
groenten een stuk goedkoper dan een maand eerder.
Ook de prijzen van gas en elektriciteit drukten de inflatie. Energie was in april
11,4 procent duurder dan een jaar eerder. Vorige maand was dit nog 12,7
procent. Dit verschil wordt veroorzaakt door de prijsontwikkeling van nieuw
afgesloten contracten waarvan de prijs voor langere tijd vast staat. Deze
werden in april flink goedkoper. De tarieven voor de meeste contracten van
gas en elektriciteit worden alleen in januari en juli aangepast.
De Nederlandse inflatie volgens de Europees geharmoniseerde methode
(HICP) was in april 1,8 procent. Dit is gelijk aan vorige maand. De inflatie in de
eurozone is een stuk lager en bleef gelijk op 0,6 procent. Het verschil met
Nederland komt vooral doordat de prijsontwikkeling van aardolie in Nederland
later doorwerkt in de energieprijzen dan in de rest van de eurozone.
% mutatie t.o.v. jaar eerder Prijsontwikkeling voeding en inflatie (CPI)
8
7
ln.... 6
5
4
sbc.... 3
2
1
0
w -1
n b tr r
aj ef p
m a
w 2006 2007 2008 2009
CPI Prijsindex voeding
w Bron: CBS
CBS Persbericht PB09-036 pagina 1 van 5
Technische toelichting
Inflatie
De inflatie in Nederland wordt gemeten als de stijging van de
consumentenprijsindex (CPI) ten opzichte van de overeenkomstige periode in
het voorgaande jaar. De consumentenprijsindex geeft het prijsverloop weer
van een pakket goederen en diensten zoals dit gemiddeld wordt aangeschaft
door de Nederlandse huishoudens.
Europees geharmoniseerde consumentenprijsindex
Naast de nationale prijsindex publiceert elke lidstaat van de Europese Unie
een geharmoniseerde prijsindex. Deze Europese indices dienen speciaal voor
het vergelijken van de inflatie tussen de lidstaten van de Europese Unie. Het
CBS publiceert daartoe voor Nederland naast de CPI de HICP (Harmonized
Index of Consumer Prices).
Voor Europa zijn er twee met de Nederlandse HICP vergelijkbare
inflatiemaatstaven. De consumentenprijsindex voor de monetaire unie (de
MUICP) geeft de gemiddelde prijsontwikkeling weer in de groep van landen
die de euro hebben ingevoerd (de eurozone). De Europese index van
consumentenprijzen (EICP) geeft de prijsontwikkeling weer zoals die
gemiddeld in de gehele Europese Unie is. De uitkomsten over april 2009 voor
de afzonderlijke landen van de Europese Unie worden op 15 mei gepubliceerd
door Eurostat.
Voorlopige uitkomsten
De uitkomsten over de consumentenprijsindex zijn in de regel één maand
voorlopig. Cijfers kunnen worden aangepast op grond van nagekomen
gegevens.
Meer informatie
Voor meer informatie kunt u de website van het CBS bezoeken (www.cbs.nl).
Op de website vindt u ook het conjunctuurbericht van het CBS, waarin een
samenhangend beeld wordt gegeven van de conjuncturele ontwikkeling. U
kunt zich op het conjunctuurbericht abonneren via de website (Informatie
voor/Publiek/Abonnementen).
CBS Persbericht PB09-036 pagina 2 van 5
Inflatie, historische reeks
Jan. Febr. Maart April Mei Juni Juli Aug. Sept. Okt. Nov. Dec. Jaar
In procenten
1989 0,8 0,9 0,8 1,1 1,0 1,0 1,1 1,1 1,3 1,4 1,2 1,3 1,1
1990 2,2 2,3 2,3 2,2 2,3 2,3 2,4 2,4 2,7 2,9 2,8 2,6 2,5
1991 3,2 2,9 3,2 3,1 3,2 3,4 4,5 4,6 4,4 4,5 4,8 4,9 3,9
1992 4,1 4,4 4,2 4,4 4,2 4,0 3,1 3,5 3,4 3,0 2,9 2,6 3,7
1993 2,5 2,4 2,3 2,3 2,3 2,1 2,2 2,0 1,8 1,9 1,7 1,7 2,1
1994 2,4 3,0 2,9 2,8 2,9 3,0 2,7 2,6 2,7 2,8 2,5 2,6 2,7
1995 2,4 2,4 2,3 2,3 2,1 2,1 1,8 1,5 1,5 1,3 1,6 1,7 2,0
1996 1,9 1,8 2,0 2,0 2,0 1,8 2,2 1,9 2,0 2,4 2,3 2,5 2,1
1997 2,3 2,2 2,0 1,8 2,2 2,2 2,3 2,6 2,6 2,3 2,5 2,3 2,2
1998 1,8 2,2 2,3 2,4 2,0 2,2 2,0 1,7 1,7 1,9 1,7 1,7 2,0
1999 2,2 2,1 2,2 2,2 2,3 2,3 2,1 2,6 2,2 2,1 2,2 2,2 2,2
2000 2,0 2,0 1,9 2,1 2,4 2,7 2,8 2,5 2,9 3,1 3,0 2,9 2,6
2001 4,2 4,5 4,6 4,9 4,9 4,5 4,6 4,7 4,7 4,3 4,2 4,4 4,5
2002 4,0 3,8 3,6 3,6 3,3 3,4 3,4 3,3 3,3 3,2 3,1 3,1 3,4
2003 2,4 2,4 2,4 2,1 2,0 2,0 2,1 2,1 2,0 2,0 2,0 1,7 2,1
2004 1,3 1,2 1,1 1,4 1,5 1,4 1,1 1,1 1,0 1,4 1,3 1,2 1,2
2005 1,5 1,6 1,8 1,5 1,3 1,6 1,6 1,8 1,8 1,6 1,8 2,0 1,7
2006 1,3 1,1 1,0 1,2 1,2 1,3 1,3 1,4 1,1 0,9 1,0 1,1 1,1
2007 1,4 1,5 1,8 1,8 1,8 1,7 1,5 1,1 1,3 1,6 1,9 1,9 1,6
2008 2,0 2,2 2,2 2,0 2,3 2,6 3,2 3,2 3,1 2,8 2,3 1,9 2,5
2009 1,9 2,0 2,0 1,8 *)
*) Voorlopige cijfers.
NB. Van jan. 1989 jan. 1994: reeks werknemers met een laag inkomen 1985=100
Van febr. 1994 sep. 1997: reeks alle huishoudens 1990=100
Van okt. 1997 dec. 2002: reeks alle huishoudens 1995=100
Van jan. 2003 dec. 2006: reeks alle huishoudens 2000=100
Vanaf jan. 2007: reeks alle huishoudens 2006=100
Prijsstijging en bijdrage aan inflatie van enkele artikelgroepen
2008 2009
gewicht 2007 2008 Nov. Dec. Jan. Feb. Mrt Apr*
Prijsstijging ten opzichte van een jaar eerder %
0 Totaal bestedingen 100,0 1,6 2,5 2,3 1,9 1,9 2,0 2,0 1,8
1 Voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken 11,0 1,0 5,6 5,0 4,7 4,2 4,3 3,6 3,0
2 Alcoholhoudende dranken en tabak 2,9 1,9 4,8 9,3 10,7 10,3 9,8 9,4 9,7
3 Kleding en schoeisel 5,1 1,2 0,3 0,1 -0,1 -3,4 -2,4 0,9 0,7
4 Huisvesting, water en energie 24,4 2,6 2,1 3,2 3,1 4,3 4,1 4,0 3,6
5 Stoffering, huishoudelijke apparaten 6,4 1,2 2,1 2,3 2,4 2,2 2,4 2,7 2,8
6 Gezondheid 1,3 1,2 0,3 0,4 0,8 0,0 -0,1 0,1 0,1
7 Vervoer 10,8 1,8 3,9 -2,5 -4,0 -4,0 -2,8 -3,0 -3,3
8 Communicatie 3,9 -2,8 -4,1 -2,5 -1,8 -2,2 -2,0 -1,5 -0,9
9 Recreatie en cultuur 10,8 -0,7 -1,3 -0,3 -0,1 0,8 -0,2 -0,3 0,2
10 Onderwijs 0,1 -1,4 2,2 3,0 3,0 1,6 1,3 1,3 1,6
11 Hotels, cafés en restaurants 4,8 3,5 4,2 4,4 4,2 3,7 4,1 3,5 4,3
12 Diverse goederen en diensten 10,9 2,9 3,8 3,9 3,5 2,6 2,9 2,5 2,8
13 Consumptiegebonden belastingen en overheidsd. 3,3 2,9 4,2 4,5 4,5 6,2 4,2 4,2 3,7
14 Consumptie in het buitenland 4,4 2,3 4,8 3,9 1,1 -0,3 -1,0 -0,6 -2,4
Bijdrage aan de inflatie procentpunt
0 Totaal bestedingen 100,0 1,6 2,5 2,3 1,9 1,9 2,0 2,0 1,8
1 Voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken 11,0 0,1 0,6 0,5 0,5 0,5 0,5 0,4 0,3
2 Alcoholhoudende dranken en tabak 2,9 0,1 0,1 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3
3 Kleding en schoeisel 5,1 0,1 0,0 0,0 0,0 -0,2 -0,1 0,1 0,1
4 Huisvesting, water en energie 24,4 0,6 0,5 0,8 0,7 1,0 1,0 0,9 0,9
5 Stoffering, huishoudelijke apparaten 6,4 0,1 0,1 0,1 0,2 0,1 0,2 0,2 0,2
6 Gezondheid 1,3 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
7 Vervoer 10,8 0,2 0,4 -0,3 -0,5 -0,5 -0,3 -0,3 -0,4
8 Communicatie 3,9 -0,1 -0,2 -0,1 -0,1 -0,1 -0,1 -0,1 0,0
9 Recreatie en cultuur 10,8 -0,1 -0,1 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0
10 Onderwijs 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
11 Hotels, cafés en restaurants 4,8 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2
12 Diverse goederen en diensten 10,9 0,3 0,4 0,4 0,4 0,3 0,3 0,3 0,3
13 Consumptiegebonden belastingen en overheidsd. 3,3 0,1 0,1 0,1 0,1 0,2 0,1 0,1 0,1
14 Consumptie in het buitenland 4,4 0,1 0,2 0,2 0,1 0,0 0,0 0,0 -0,1
*) Voorlopige cijfers.
Bron: CBS
CBS Persbericht PB09-036 pagina 3 van 5
Procentuele veranderingen t.o.v. de overeenkomstige periode uit het voorgaande jaar
Nationale CPI Nederland Geharmoniseerde index
Alle Alle Nederland Eurozone Europese
huishoudens huishoudens Unie
afgeleid 1)
jaargemiddelden
1997 2,2 2,0 1,9 1,6 1,7
1998 2,0 1,7 1,8 1,1 1,3
1999 2,2 1,7 2,0 1,1 1,2
2000 2,6 2,2 2,3 2,1 1,9
2001 4,5 3,6 5,1 2,3 2,2
2002 3,4 3,4 3,9 2,2 2,1
2003 2,1 1,9 2,2 2,1 2,0
2004 1,2 0,9 1,4 2,1 2,0
2005 1,7 1,4 1,5 2,2 2,2
2006 1,1 1,5 1,7 2,2 2,2
2007 1,6 1,5 1,6 2,1 2,3
2008 2,5 2,2 2,2 3,3 3,7
maanden
2007 januari 1,4 1,2 1,2 1,8 2,1
februari 1,5 1,3 1,4 1,8 2,1
maart 1,8 1,6 1,9 1,9 2,3
april 1,8 1,6 1,9 1,9 2,2
mei 1,8 1,6 2,0 1,9 2,1
juni 1,7 1,6 1,8 1,9 2,1
juli 1,5 1,3 1,4 1,8 2,0
augustus 1,1 1,0 1,1 1,7 1,9
september 1,3 1,2 1,3 2,1 2,2
oktober 1,6 1,5 1,6 2,6 2,7
november 1,9 1,8 1,8 3,1 3,1
december 1,9 1,7 1,6 3,1 3,2
2008 januari 2,0 1,9 1,8 3,2 3,4
februari 2,2 2,1 2,0 3,3 3,5
maart 2,2 2,0 1,9 3,6 3,8
april 2,0 1,9 1,7 3,3 3,6
mei 2,3 2,1 2,1 3,7 4,0
juni 2,6 2,4 2,3 4,0 4,3
juli 3,2 2,9 3,0 4,0 4,4
augustus 3,2 3,0 3,0 3,8 4,3
september 3,1 2,8 2,8 3,6 4,2
oktober 2,8 2,5 2,5 3,2 3,7
november 2,3 1,8 1,9 2,1 2,8
december 1,9 1,5 1,7 1,6 2,2
2009 januari 1,9 1,4 1,7 1,1 1,8
februari 2,0 1,5 1,9 1,2 1,8
maart 2,0 1,5 1,8 0,6 *) 1,3 *)
april 1,8 *) 1,4 *) 1,8 *) 0,6 *)
1) In de afgeleide consumentenprijsindices van het CBS is het effect van veranderingen in de tarieven van de consumptie-
gebonden belastingen en subsidies uit de prijsontwikkeling geëlimineerd. Enkele voorbeelden zijn BTW en accijns,
motorrijtuigenbelasting, hondenbelasting, maar ook subsidies op milieuvriendelijke producten.
*) Voorlopige cijfers.
Bron: CBS/Eurostat
CBS Persbericht PB09-036 pagina 4 van 5
Verandering consumentenprijsindex alle huishoudens (2006 = 100) naar artikelgroep
Artikelgroep Weging Mutatie in % apr '09 *) t.o.v. Bijdrage aan inflatie in %-punt
% mrt '09 apr '08 mrt '09 apr '09 *)
0 Totaal bestedingen 100,0 0,2 1,8 2,0 1,8
1 Voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken 11,0 -0,1 3,0 0,4 0,3
Voedingsmiddelen 10,1 -0,1 3,1 0,4 0,3
Brood en graanproducten 2,1 0,6 3,5 0,1 0,1
Vlees 2,2 0,4 4,7 0,1 0,1
Vis, schaal- en schelpdieren 0,4 -0,5 1,6 0,0 0,0
Melk, kaas en eieren 1,4 0,3 0,8 0,0 0,0
Oliën en vetten 0,2 0,6 5,5 0,0 0,0
Fruit 0,8 -0,1 0,7 0,0 0,0
Groenten en aardappelen 1,2 -3,6 2,7 0,1 0,0
Suiker, zoetwaren en ijs 0,8 0,7 5,2 0,0 0,0
Overige voedingsmiddelen 1,1 0,8 2,8 0,0 0,0
Alcoholvrije dranken 0,9 0,1 2,2 0,0 0,0
Koffie, thee en cacao 0,3 -0,2 0,9 0,0 0,0
Mineraalwater, frisdranken en sappen 0,6 0,3 2,9 0,0 0,0
2 Alcoholhoudende dranken en tabak 2,9 0,3 9,7 0,3 0,3
Alcoholhoudende dranken 1,1 0,3 4,7 0,1 0,1
Tabak 1,8 0,4 13,1 0,2 0,2
3 Kleding en schoeisel 5,1 0,8 0,7 0,1 0,1
Kleding en kledingstoffen 4,2 0,6 1,0 0,1 0,1
Schoeisel en schoenreparaties 0,8 1,9 -0,3 0,0 0,0
4 Huisvesting, water en energie 24,4 -0,3 3,6 0,9 0,9
Werkelijke huur 6,2 0,0 1,9 0,1 0,1
Toegerekende huur eigen woning 10,0 0,0 1,9 0,2 0,2
Onderhoud en reparatie van de woning 1,6 -0,4 -2,2 0,0 0,0
Watervoorziening en overige diensten i.v.m. de woning 1,3 0,0 2,0 0,0 0,0
Energie 5,3 -1,0 11,4 0,6 0,6
5 Stoffering, huishoudelijke apparaten 6,4 0,3 2,8 0,2 0,2
Meubelen en vloerbedekking 2,7 0,3 2,0 0,1 0,1
Huishoudtextiel 0,5 0,8 1,6 0,0 0,0
Huishoudelijke apparatuur incl. reparatie 0,8 0,9 3,7 0,0 0,0
Vaat- en glaswerk en huishoudelijke artikelen 0,6 0,3 4,4 0,0 0,0
Gereedschappen en werktuigen voor huis en tuin 0,4 -1,8 -1,3 0,0 0,0
Dagelijks woningonderhoud 1,5 0,2 4,4 0,1 0,1
6 Gezondheid 1,3 0,3 0,1 0,0 0,0
7 Vervoer 10,8 1,2 -3,3 -0,3 -0,4
Aankoop voertuigen 3,0 0,3 0,1 0,0 0,0
Gebruik van privé-voertuigen, w.o. autobrandstoffen 6,0 1,4 -7,0 -0,5 -0,5
Vervoersdiensten 1,8 2,2 5,2 0,1 0,1
8 Communicatie 3,9 0,1 -0,9 -0,1 0,0
9 Recreatie en cultuur 10,8 -0,1 0,2 0,0 0,0
Audio en video, computers en software 2,0 -0,2 -10,6 -0,2 -0,2
Duurzame goederen voor recreatie en cultuur 0,5 0,0 1,9 0,0 0,0
Spelartikelen, bloemen, planten en huisdieren 2,0 -1,6 -1,0 0,0 0,0
Recreatieve en culturele dienstverlening 2,8 0,8 3,6 0,1 0,1
Boeken, kranten, tijdschriften en schrijfwaren 1,7 0,3 4,1 0,0 0,1
Pakketreizen 1,7 0,0 4,5 0,1 0,1
10 Onderwijs 0,1 0,0 1,6 0,0 0,0
11 Hotels, cafés en restaurants 4,8 1,7 4,3 0,2 0,2
Restaurants, cafés en kantines 4,3 0,5 3,9 0,2 0,2
Accommodatie 0,4 15,1 8,5 0,0 0,0
12 Diverse goederen en diensten 10,9 0,2 2,8 0,3 0,3
Lichaamsverzorging 2,3 0,0 2,3 0,0 0,1
Artikelen voor persoonlijk gebruik, n.e.g. 0,8 0,3 2,5 0,0 0,0
Sociale bescherming (w.o. kinderopvang, thuiszorg) 1,4 0,0 1,2 0,0 0,0
Verzekering 3,3 0,2 3,7 0,1 0,1
Financiële diensten 1,1 0,1 1,2 0,0 0,0
Andere diensten n.e.g. 2,0 0,7 3,9 0,1 0,1
13 Consumptiegebonden belastingen en overheidsd. 3,3 0,3 3,7 0,1 0,1
Consumptiegebonden belastingen 2,6 0,4 4,1 0,1 0,1
Overheidsdiensten, w.o. college- en lesgeld VO 0,7 0,0 2,3 0,0 0,0
14 Consumptie in het buitenland 4,4 -0,5 -2,4 0,0 -0,1
*) Voorlopige cijfers.
Bron: CBS
CBS Persbericht PB09-036 pagina 5 van 5
---- --
Centraal Bureau voor de Statistiek
Persbericht
PB09-037
14 mei 2009 Uitgaven aan zorg stijgen met 6,2 procent
9.30 uur
· Versnelde groei van de zorguitgaven
· Flinke stijging uitgaven aan ziekenhuiszorg en specialistenpraktijken
· Beperkte toename uitgaven aan huisartsenpraktijken en
geneesmiddelen
· Bovengemiddelde toename uitgaven aan geestelijke
gezondheidszorg en gehandicaptenzorg
· Aandeel zorguitgaven in Bruto Binnenlands Product licht gestegen
In 2008 waren de uitgaven aan de zorg, gezondheids- en welzijnszorg
tezamen, 79 miljard euro, 6,2 procent meer dan in 2007. In de periode 2004-
2008 zijn de uitgaven aan zorg steeds harder gaan groeien. Aan
ziekenhuiszorg en specialistenpraktijken is 7,1 procent meer uitgegeven dan
in 2007, terwijl de uitgaven aan via apotheken verstrekte geneesmiddelen met
1,4 procent zijn toegenomen. Dit blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS.
Door een toenemend aantal banen en de oplopende stijging van de lonen
namen de loonkosten van de zorginstellingen in 2008 verder toe. Daarnaast
was er sprake van uitbreidingen in het basispakket van de
Zorgverzekeringswet (tandheelkundige zorg, geneesmiddelen, kraamzorg en
ambulancevervoer).
De uitgaven aan ziekenhuiszorg en specialistenpraktijken zijn in 2007 met 7,1
procent gestegen ten opzichte van 2007. De uitbreiding van het deel van de
ziekenhuiszorg waarover vrij onderhandeld kan worden tussen
zorgverzekeraar en zorgaanbieder, het zogenoemde DBC-B segment, en de
afschaffing van de vaste vergoeding voor medisch specialisten, de
zogenoemde lumpsum, lijken te hebben geleid tot een toename van het aantal
geleverde zorgdiensten.
De uitgaven aan huisartsenpraktijken en paramedische en
ln.... verloskundigenpraktijken zijn in 2008 met respectievelijk 1,5 en 4,4 procent
gestegen. Bij de tandartsenpraktijken was sprake van een toename van de
uitgaven met 9,6 procent. Deze toename is mede het gevolg van het
sbc.... optrekken van de leeftijdsgrens voor het periodiek onderzoek in het
basispakket, naar 21 in plaats van 18 jaar.
De uitgaven aan via apotheken verstrekte geneesmiddelen zijn met 1,4
procent toegenomen. In 2007 was de stijging nog 7,5 procent. Enerzijds is
w sprake van een toenemend gebruik van dure geneesmiddelen en is het
w basispakket uitgebreid met de anticonceptiepil voor alle vrouwen, anderzijds
heeft het zogenaamde preferentiebeleid van de zorgverzekeraars geleid tot
w een sterke prijsdaling van generieke geneesmiddelen, medicijnen waarvan het
patent is verlopen. Het preferentiebeleid houdt in dat een zorgverzekeraar
CBS Persbericht PB09-037 pagina 1 van 4
binnen een groep van onderling vergelijkbare geneesmiddelen een
voorkeursmiddel aanwijst. Meestal is dat het goedkoopste geneesmiddel in
die groep.
De uitgaven aan leveranciers van hulpmiddelen zijn met 11,0 procent
gestegen. Deze stijging wordt grotendeels veroorzaakt door een sterke groei
in de bestedingen aan brillen in 2008.
De uitgaven aan gehandicaptenzorg en geestelijke gezondheidszorg zijn in
2008 gestegen met respectievelijk 9,0 en 11,6 procent. Het cijfer over de
geestelijke gezondheidszorg is door de invoering van een nieuwe
financieringssystematiek met extra onzekerheden omgeven. Aan ouderenzorg
is ruim 5 procent meer besteed.
Het aandeel van de zorguitgaven in het BBP is in 2008 licht gestegen tot 13,3
procent. In 2007 was dit nog 13,1 procent. In de periode 1998-2003 steeg dit
aandeel van 11,3 naar 13,3 procent. Sindsdien ligt dit percentage op ruim 13
procent.
In 2008 bedroegen de uitgaven per hoofd van de bevolking 4809 euro, tegen
4545 euro in 2007.
Grafiek: Zorguitgaven (mutatie t.o.v. jaar eerder)
%
14
12
10
8
6
4
2
0
1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007* 2008*
Bron: CBS
CBS Persbericht PB09-037 pagina 2 van 4
Technische toelichting
De Zorgrekeningen omvatten het volledige terrein van de gezondheids- en
welzijnszorg. De terreindekking in de Zorgrekeningen wijkt af van die van het
Ministerie van VWS. Het Ministerie van VWS bakent de zorgkosten af in
termen van ministeriële verantwoordelijkheid. Centraal daarin staan
begrotingsgefinancierde uitgaven, bijvoorbeeld op het terrein van de
programmatische preventie, en het Budgettair Kader Zorg (BKZ) dat de zorg
omvat die uit de collectieve premies wordt gefinancierd. Daarbuiten vallen
bijvoorbeeld de kosten van gemeentelijke gezondheidsdiensten, arbodiensten,
praktijken voor alternatieve gezondheidszorg en kinderopvangcentra, evenals
de uitgaven aan zorg die via aanvullende verzekeringen worden gedekt.
Tegelijk met de overheveling van de curatieve geestelijke gezondheidszorg
naar de basisverzekering in 2008 is in de geestelijke gezondheidszorg ook
een nieuwe financieringssystematiek op basis van Diagnose Behandel
Combinaties (DBC's) ingevoerd. De wijze van declareren door de
zorgaanbieders, maar ook de verantwoording van de lasten door de
zorgverzekeraars, is hierdoor ingrijpend gewijzigd. De instellingen declareren
hun kosten nu door middel van DBC's, terwijl de zorgverzekeraars de kosten
van een DBC moeten verantwoorden bij de opening van een DBC. Een deel
van de kosten dat voorheen pas in een volgend jaar zichtbaar zou worden
komt nu in de cijfers van de zorgverzekeraars tot uiting in 2008, waarmee de
ontwikkeling van de kosten van de geestelijke gezondheidszorg in 2008 wordt
overschat. De in dit persbericht vermelde cijfers voor de geestelijke
gezondheidszorg zijn gecorrigeerd voor deze eenmalige lastenverschuiving
van 2009 naar 2008. Omdat 2008 een overgangsjaar is zijn de voorlopige
cijfers voor 2008 van de geestelijke gezondheidszorg met extra onzekerheden
omgeven.
In de ziekenhuiszorg wordt voor de financiering onderscheid gemaakt tussen
het DBC-A en DBC-B segment. Voor de geleverde diensten in het DBC-A
segment gelden vaste tarieven, terwijl voor de diensten in het DBC-B segment
de tarieven het resultaat zijn van onderhandelingen tussen zorgaanbieders en
zorgverzekeraars. In 2008 is de omvang van het DBC-B segment vergroot van
circa 10 naar circa 20 procent van de DBC-kosten.
De lumpsum was het vaste honorariumdeel van de vrijgevestigde specialist in
het verrekentarief van de door ziekenhuizen geleverde diensten. Door de
afschaffing in 2008 van de lumpsum krijgen de specialisten geen vast uurtarief
meer, maar is hun inkomen afhankelijk van het aantal declaraties.
De kosten van beleids- en beheersorganisaties hebben betrekking op de
kosten van de zorgverzekeraars voor de uitvoering van de
Zorgverzekeringswet, AWBZ en aanvullende verzekeringen, alsmede op de
kosten van de overheid voor beleid en toezicht.
De gepresenteerde bedragen zijn in lopende prijzen. Gegevens over prijs- en
volumeontwikkelingen, verleende diensten en gebruik van diensten komen in
een later stadium beschikbaar.
CBS Persbericht PB09-037 pagina 3 van 4
Tabel 1. Uitgaven aan aanbieders van zorg, 2006-2008
2006 2007* 2008* 2008*
mln %-mutatie
euro t.o.v. 2007
Totale uitgaven 70532 74447 79091 6,2
Aanbieders gezondheidszorg 40683 43390 46382 6,9
Ziekenhuizen, specialistenpraktijken 17593 19012 20371 7,1
Verstrekkers van geestelijke
gezondheidszorg 4208 4385 4895 11,6
Huisartsenpraktijken 2296 2435 2471 1,5
Tandartsenpraktijken 1886 2021 2215 9,6
Paramedische en
verloskundigenpraktijken 1471 1580 1649 4,4
Gemeentelijke Gezondheidsdiensten 711 729 789 8,3
ARBO en reintegratie 999 1069 1150 7,6
Leveranciers van geneesmiddelen 5601 6020 6103 1,4
Leveranciers van therapeutische
middelen 2597 2698 2993 11,0
Verstrekkers van ondersteunende
diensten 1195 1190 1404 17,9
Overige verstrekkers van
gezondheidszorg 2125 2252 2341 3,9
Aanbieders welzijnszorg 27523 28562 30204 5,7
Verstrekkers van ouderenzorg 13392 13776 14496 5,2
Verstrekkers van gehandicaptenzorg 6581 6917 7542 9,0
Verstrekkers van kinderopvang 3057 3284 3526 7,4
Verstrekkers van jeugdzorg 1148 1214 1275 5,0
Asielzoekerscentra en internaten 571 541 476 -12,0
Sociaal-cultureel werk 1218 1227 1232 0,4
Overige verstrekkers van welzijnszorg 1556 1603 1657 3,4
Beleids- en beheersorganisaties 2327 2494 2505 0,4
Uitgaven zorg per hoofd van de
bevolking 4315 4545 4809 5,8
Uitgaven zorg als % BBP 13,1 13,1 13,3
*) voorlopige cijfers.
Bron: CBS.
CBS Persbericht PB09-037 pagina 4 van 4
---- --