Ministerie van Verkeer en Waterstaat


1 1 > Retouradres: Postbus 20901, 2500 EX Den Haag
De voorzitter van de Tweede Kamer Plesmanweg 1-6 der Staten-Generaal 2597 JG Den Haag Binnenhof 4 Postbus 20901 2500 EX Den Haag 2513 AA DEN HAAG T 070 351 61 71 F 070 351 78 95

Contactpersoon
---
T -

Ons kenmerk VenW/DGMo/2009/2644

Uw kenmerk Datum 14 mei 2009 2009/Z05607

Onderwerp Kamervragen haltepalen Veolia Bijlage(n)
---

Geachte voorzitter,

Hiermee beantwoord ik de vragen die het lid Roefs heeft gesteld over de rechtsgeldigheid van Veolia-haltepalen.


1. Bent u bekend met het artikel "Kantonrechter erkent halte Veolia niet" uit De Limburger 21 maart 2009?


1. Ja.


2. Welke nadelige gevolgen voor de verkeersveiligheid heeft de rechtelijke uitspraak als de 3500 haltes wel blijven dienen als bushalte, maar volgens de voorschriften en verkeersregels als gewone parkeerplaats moeten worden gezien?


2. Bij de beantwoording van uw vragen van 6 juli 2007 over hetzelfde onderwerp heb ik toegelicht dat ten aanzien van bushaltes bepaalde gedragsregels gelden. De basis hiervoor is het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990). In bijlage 1 van het RVV 1990 is met bord L3 aangegeven wat onder een bushalte/tramhalte wordt verstaan. De bedoelde gedragsregels gelden alleen als een bushalte door middel van bord L3 is aangeduid. Aangezien Veolia de bushaltes in Limburg niet door middel van dat bord heeft aangeduid, gelden de bedoelde gedragsregels niet voor de desbetreffende bushaltes van Veolia. De kantonrechter is in zijn uitspraak tot dezelfde conclusie gekomen. Dit betekent dat de volgende gedragsregels uit het RVV 1990 niet gelden voor de desbetreffende bushaltes van Veolia:

· binnen de bebouwde kom mag een bestuurder zijn voertuig niet bij de bushalte stil laten staan.

· Binnen de bebouwde kom heeft een bus die wegrijdt bij een bushalte voorrang op de overige bestuurders.

Zowel de provincie als Veolia waren, mede door de publiciteit en de beantwoording van de eerdere kamervragen, op de hoogte van het feit dat de bushaltes niet voldoen aan het RVV 1990.

a

Pagina 1 van 2






3. Bent u voornemens om de wegenverkeerswet en/of de onderliggende Datum regelgeving zodanig aan te passen dat, naast het oude gele bord L3, ook de 14 mei 2009

Veolia-haltepaal aan het verkeersreglement zal voldoen? Zo ja, op welke termijn? Ons kenmerk Zo nee, waarom niet? VenW/DGMo/2009/2644

3. Zoals ik, bij de beantwoording van uw eerdere kamervragen over dit onderwerp, al heb aangegeven, is bord L3 vastgelegd in het Verdrag van Wenen inzake verkeersregels en verkeerstekens. Nederland is tot dat verdrag toegetreden. Gelet op het verdrag ben ik niet voornemens het RVV 1990 zodanig aan te passen dat naast het bord L3 ook de Veolia-haltepaal een geldige manier is om een bushalte aan te duiden. Uniforme herkenbaarheid van de halte is van groot belang voor de verkeersveiligheid en van de afdwingbaarheid van de gedragsregels, zoals parkeerverboden en voorrangsregels. In 2007 is onder andere door mij de suggestie gedaan dat Veolia dan wel de provincie alsnog een bord L3 bij de halte moet plaatsen bovenop of naast de haltezuilen. Ik zal per brief de Provincie Limburg hierover informeren.

Hoogachtend,

DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

J.C. Huizinga-Heringa

Pagina 2 van 2