Verschijningsdatum 14-05-2009
De trajectnota/MER is te downloaden op www.rijkswaterstaat.nl/ a4delftschiedam.
Vorige week is op 7 mei de Trajectnota/MER A4 Delft-Schiedam ter inzage gegaan. Advies- en ingenieursbureau DHV heeft in opdracht van Rijkswaterstaat Zuid-Holland gewerkt aan deze mijlpaal met een team van circa 10 medewerkers. Minister Eurlings heeft de A4 tot absoluut topproject benoemd en werkt er voortvarend aan als bestuurlijk duo met gedeputeerde Van Engelshoven-Huls van de provincie Zuid-Holland.
DHV was verantwoordelijk voor het tijdig opleveren van de Trajectnota/MER en betrokken bij diverse voorbereidende werkzaamheden voor de planstudie en aanleg van de A4 Delft-Schiedam. Tevens adviseert DHV over het komende tracébesluit en de marktbenadering. Een groot deel van het inhoudelijke werk is uitbesteed aan diverse bureaus (Arcadis, Witteveen+Bos, Advin, Goudappel-Coffeng en TNO). DHV ondersteunt de uitvoering van deze contracten.
De doelstelling - en daarmee een belangrijke opgave voor DHV - is om het voorbereidingstraject van dit project te versnellen. Er worden daarom diverse procesinnovaties toegepast. Zo worden de betrokken bureaus begeleid m.b.v. SCB, Systeemgerichte Contractbeheersing. Daarnaast zijn de toetsende beleids- en kennisinstituten van Verkeer en Waterstaat vroegtijdig betrokken bij de te leveren en te bereiken kwaliteit. Ook worden diverse deelproducten parallel uitgewerkt om extra tijdwinst te behalen. Op deze wijze kan de besluitvorming worden versneld conform de voorstellen van de Commissie Elverding uit 2008.
Achtergrond
De discussie rondom de mogelijke aanleg van deze 7 km snelweg woedt al sinds eind jaren 60. Vanaf 2004 is er een nieuwe procedure voor de projectstudie opgestart. In 2007 heeft minister Eurlings besloten dat er twee alternatieve oplossingsrichtingen nader worden bestudeerd om de verkeersproblemen tussen Den Haag en Rotterdam op te lossen. Dat zijn de geplande aanleg van de A4 tussen Schiedam en Delft en een verbreding en verbinding tussen de A13 en A16. Voor beide alternatieven zijn in de op 7 mei verschenen Trajectnota/MER de effecten op het verkeer, woon- en leefomgeving, lucht en geluid, en natuur en milieu uitvoerig op een rij gezet.
Dit najaar neemt minister Eurlings een standpunt in over de keuze voor één van de alternatieven. Daarna wordt het voorkeursalternatief definitief uitgewerkt en worden marktpartijen benaderd om in het voorjaar van 2011 met de aanleg te beginnen.
Meer informatie
Suzette Schreuder
Pers en publiciteit
(033) 468 20 26
06-29 09 82 38