Rechtbank Amsterdam
4 jaar gevangenisstraf voor poging tot verkrachting en verkrachting
Amsterdam, 14 mei 2009 - De rechtbank Amsterdam heeft op 13 mei een
35-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaren voor
(onder meer) poging tot verkrachting en verkrachting van een 27-jarige
vrouw op de Herengracht in Amsterdam op 29 oktober 2008.
In deze zaak staat de verklaring van het slachtoffer tegenover de
verklaring van de verdachte, vooral wat betreft de (on)vrijwilligheid
van de seksuele handelingen. De rechtbank is daarom in het vonnis
uitvoerig ingegaan op de betrouwbaarheid van de verklaringen van het
slachtoffer en van verdachte. De rechtbank heeft onderzocht of sprake
is van feiten of omstandigheden die hun verklaringen ondersteunen of
juist tegenspreken.
De rechtbank is tot het oordeel gekomen dat zij de verklaring van het
slachtoffer geloofwaardig acht, en die van verdachte niet, omdat kort
gezegd, de verklaring van het slachtoffer op enkele punten steun vindt
in meerdere andere bewijsmiddelen, waaronder technisch bewijs en
getuigenverklaringen. Daarnaast is de verklaring van verdachte niet
consistent en op meerdere onderdelen aantoonbaar onjuist gebleken.
Hoe betrouwbaar de verklaring van het slachtoffer ook is, het
wettelijk bewijsstelsel brengt mee dat naast die verklaring aanvullend
bewijs voorhanden moet zijn. Een veroordeling kan niet worden
gebaseerd op uitsluitend de verklaring van één getuige. Daarom heeft
de rechtbank verdachte vrijgesproken op de punten waarvoor geen
aanvullend bewijs aanwezig is.
Wél bewezen acht de rechtbank dat verdachte zich schuldig heeft
gemaakt aan verkrachting, poging tot verkrachting, diefstal met geweld
en afpersing. Voor deze feiten acht de rechtbank een onvoorwaardelijke
gevangenisstraf van vier jaar passend en geboden.
LJ Nummer
BI3717
Bron: Rechtbank Amsterdam
Datum actualiteit: 14 mei 2009 Naar boven