kwalitatief goed
14 mei 2009
Vakpersbericht
Nieuwe woningen in de gehandicaptenzorg zijn kwalitatief goed
Onderzoek toont dynamiek sector aan
Sinds 2002 zijn 10.000 van de 65.000 verblijfscliënten in de
gehandicaptenzorg in kleinschalige woonvoorzieningen in de wijk gaan
wonen. Dit hoge aantal verhuizingen toont aan dat de gehandicaptenzorg
sterk in beweging is. De cliënten wonen nu in woonvoorzieningen die
buiten de bouwregelgeving in de gezondheidszorg (bouwregime) om tot
stand zijn gekomen. De woonkwaliteit van deze woningen is over het
algemeen goed; dit laat zien dat het loslaten van bouwregime voor deze
voorzieningen goed heeft uitgepakt.
Dit concludeert het Centrum Zorg en Bouw van TNO in het rapport
"Nieuwe kleinschalige woonvoorzieningen in de Gehandicaptenzorg" dat
vandaag is overhandigd aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg. In
het rapport zijn de gebouwen die sinds 2002 onder de beleidsregel
kleinschalige woonvoorzieningen in gebruik zijn genomen
steekproefsgewijs onderzocht. Het onderzoek is grotendeels uitgevoerd
door het College bouw zorginstellingen (Bouwcollege) dat sinds 1
januari 2009 ten dele is overgegaan in het Centrum Zorg en Bouw.
Kwaliteit nieuwe woningen goed
Uit het onderzoek blijkt dat er een flinke slag is gemaakt richting
kleinschaligheid. De verdeling naar locatie (stad, dorp, etc.) is
vergelijkbaar met de verdeling van de Nederlandse woningvoorraad. Het
aandeel huurwoningen is groot, evenals het aandeel (reguliere)
eengezins- en meergezinswoningen. Ook is een grote diversiteit aan
woningen aangetroffen, variërend van appartementen tot groepswoningen
in alle soorten en maten. De kwaliteit van de huisvesting van de
cliënten is in de regel goed en vaak beter dan de prestatie-eisen van
het Bouwcollege destijds voorschreven. De privacy is goed voor elkaar.
Ruim 80% van de cliënten heeft geen mobiele beperkingen. Een derde
deel van de cliënten is woonachtig in appartementen, wat kan duiden op
een zekere mate van zelfredzaamheid.
Woonvoorzieningen kwetsbare groepen
Ook is vandaag het rapport "Woonvoorzieningen voor de meest kwetsbare
doelgroepen in de Gehandicaptenzorg" uitgebracht. Kwetsbare
doelgroepen betreft cliënten die schelp-, bed-, of rolstoelgebonden
zijn, intensieve zorg nodig hebben en niet of nauwelijks zelfstandig
kunnen functioneren, cliënten met een zintuiglijke èn een
verstandelijke handicap en volwassen en jeugdige cliënten met ernstige
gedragsproblemen. In totaal gaat het om een kwart van de 65.000
cliënten. Per cliëntencategorie is een steekproef getrokken uit alle
gebouwen op alle typen locaties, van de nieuwe kleinschalige locaties
tot de grootste locaties met honderden cliënten. De huisvesting voor
deze kwetsbare doelgroepen blijkt in de regel goed op orde te zijn.
Praktisch alle cliënten blijken over een eigen zit-/slaapkamer te
beschikken. Daar waar cliënten nog een kamer moeten delen gaat het
vooral om meervoudig complex gehandicapten. De groepsgrootte is
meestal kleiner dan 6 cliënten. De oppervlakte van de zit-/slaapkamers
is in een aantal woningen, vooral bij gehandicapten met
mobiliteitsproblemen, aan de lage kant. Apparatuur voor alarmering is
ruim toegepast. Ruim 10% van de onderzochte gebouwen beschikt over een
afzonderingskamer. Deze voorziening is vooral bij de cliënten met
gedragsproblemen aanwezig.
In 2003 heeft het Bouwcollege alle woongebouwen voor gehandicapten
onderzocht. Naar aanleiding van dit onderzoek heeft het ministerie van
Volksgezondheid actie ondernomen om de "rode" en "oranje" plaatsen op
de grotere intramurale locaties (> 50 plaatsen) te verbeteren. In 2008
is de helft van deze plaatsen daadwerkelijk verbeterd; de komende drie
jaren worden de overige plaatsen aangepakt.
bericht 2009-27
Dit artikel afdrukken Stuur deze pagina door per e-mail Voeg deze
pagina toe aan uw favorieten
Contactpersoon
drs%2E%20M%2EJ%2EM%2E%20%28Maarten%29%20L%C3%B6rtzer
drs. M.J.M. (Maarten) Lörtzer
015 269 49 75
TNO