De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA 's-GRAVENHAGE
uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum
2009/605
IZ. 13 mei 2009
onderwerp bijlagen
erslag Landbouw- en Visserijraad
V
d.d. 23-24 april 2009
Geachte Voorzitter,
In deze brief informeer ik u over de uitkomsten van de Landbouwraad die op 23 en
24 april jl. in Luxemburg plaatsvond.
Op donderdag 23 april begon de Raad met het EU-haaienactieplan. Vervolgens heeft de
Commissie kort haar mededeling over de herziening van het Gemeenschappelijk Visserij-
beleid (GVB) gepresenteerd, evenals een mededeling over de strategie aquacultuur. Op
vrijdag 24 maart heeft de Raad allereerst uitgebreid gesproken over de vereenvoudiging
van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). Daarna heeft de Raad van gedachten
gewisseld over de herziening van de richtlijn over Less Favoured Areas (LFA's) nadat de
Commissie haar nieuwe mededeling had gepresenteerd.
Onder het agendapunt "diversen" stonden de volgende onderwerpen geagendeerd:
- Piraterij in Somalische wateren (verzoek Spaanse delegatie);
- CITES en aal (verzoek Nederlandse delegatie);
- Staand want/bruinvis (verzoek Nederlandse delegatie);
- Benutting middelen Europees Visserij Fonds (EVF) (verzoek Commissie);
- Goedkeuring van de rekeningen: flat rate correcties (verzoek Deense delegatie);
- Voorschotbetalingen in verband met liquiditeitsproblemen bij boeren (verzoek Duitse
delegatie);
- Situatie op de zuivelmarkt (verzoek Ierse delegatie);
- Situatie op de varkensvleesmarkt (verzoek Belgische delegatie).
Roemenië heeft haar diversenpunt over het optoppen van hectaresteun teruggetrokken.
Dit onderwerp is derhalve niet in de Raad behandeld.
Commissiemededeling over het EU-actieplan voor het beheer van haaien
(Aanname van Raadsconclusies en debat over toekomstig actieplan)
De Raad heeft zonder discussie ingestemd met de voorliggende Raadsconclusies over het
EU-haaienactieplan.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
13 mei 2009 IZ. 2009/605 2
De Raad uit in haar conclusies de zorg over het effect van de visserij op kwetsbare haaien
en roggen en steunt de drie doelstellingen van het EU-haaienactieplan, namelijk: het
vergroten van kennis over haaien en roggen en de visserij, het verduurzamen van gerichte
haaienvisserij en het beperken van bijvangsten in andere visserijen en een grotere
coherentie tussen intern en extern EU-visserijbeleid onderling en in relatie tot mondiale
afspraken over mariene biodiversiteit.
In de Raadsconclusies vraagt de Raad om een uitvoeringsagenda, op basis van weten-
schappelijke adviezen. Voorts roepen de Raadsconclusies op tot toepassing van het
voorzorgsbeginsel, niet alleen in gerichte visserij, maar ook in bijvangsten. De coherentie
met andere verdragen en de internationale samenwerking in regionale visserijbeheers-
organisaties. De Commissie wordt uitgenodigd om bestaande regelgeving te evalueren en
daar waar nodig extra maatregelen te nemen, rekening houdend met zaken als proportio-
naliteit en kosteneffectiviteit. Daarbij wordt in het bijzonder het ontvinbeleid genoemd.
Ik heb aangegeven dat ik erg verheugd ben met het actieplan. Wereldwijd worden haaien
en roggensoorten bedreigd en ook in de EU is de toestand van een aantal soorten
zorgwekkend. Een stevige aanpak is derhalve noodzakelijk. Hierbij staat internationale
samenwerking voorop. Tijdens de Raad heb ik benadrukt dat er mijns inziens drie
prioriteiten zijn: een concrete uitvoeringsagenda, start met soorten die vanwege kritische
status op korte termijn actie behoeven, coherentie met diverse mondiale en EU-verdragen.
Absolute prioriteit heeft het ontvinbeleid: een evaluatie is op zo kort mogelijke termijn
gewenst en aanscherping beleid is noodzakelijk. Uiteraard heb ik daarbij aangegeven dat
mijn inzet een totaal ontvinverbod zonder derogatie is. Tevens heb ik van de gelegenheid
gebruikgemaakt om mijn collega's in de Raad het actieplan te overhandigen dat ik op
1 april van Nederlandse Non-Gouvernementele Organisaties in Blijdorp heb ontvangen.
De Commissie reageerde verheugd op het actieplan. De Commissie zegde toe het met zorg
te bestuderen en tevens te bekijken of er elementen in zitten die nuttig kunnen zijn voor
het eigen actieplan. De Commissie heeft toegezegd binnenkort meer informatie te geven
over de mogelijkheden voor strengere maatregelen ten behoeve van ontvinnen.
Groenboek Herziening Gemeenschappelijk Visserijbeleid
(Presentatie Commissie)
De Raad heeft kennisgenomen van de presentatie van Commissaris Borg van het groen-
boek over de hervorming van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB). Het groenboek
betekent een keerpunt voor het GVB. De Commissie benadrukte dat hervorming van het
beleid noodzakelijk is en dat we niet op deze weg door blijven kunnen gaan. Mede gelet
op de huidige economische situatie moeten overbevissing en overcapaciteit worden
tegengegaan om te komen tot een bloeiende kustvisserij. Ecologische duurzaamheid moet
centraal komen te staan; er is geen evenwicht tussen de vlootcapaciteit en de bescherming
van de bestanden. Dit gaat ten koste van de duurzaamheid. De Commissie hecht groot
belang aan de betrokkenheid van vissers, industrie, wetenschappers, milieuorganisaties en
burgers. De Europese Commissie nodigt daarom alle relevante partijen uit hun visie op het
GVB te geven. De Raad zal in mei discussiëren over de hervorming van het GVB.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
13 mei 2009 IZ. 2009/605 3
Ik heb de Commissie bedankt voor de toelichting op het Groenboek en heb haar gecompli-
menteerd met het beoogde proces. Niet alleen een vroegtijdige gedachtewisseling in de
Raad is van belang, ook de brede maatschappelijk discussie die de Commissie organiseert,
is van groot belang. Ik heb aangegeven dat ikzelf begin dit jaar ben gestart met de
voorbereiding van de Nederlandse visie op het toekomstig visserijbeleid. Ik heb daarbij
aangegeven ernaar te streven om deze visie in september 2009 aan het Nederlandse
Parlement voor te leggen. Ik heb kort uiteengezet dat de centrale elementen van de visie
zullen zijn: perspectief voor een maatschappelijk geaccepteerde duurzame visserijsector,
duurzaam gebruik en instandhouding van onze natuurlijk hulpbronnen en marine
ecosystemen en een doeltreffend, uitvoerbaar en handhaafbaar beheer van de
visbestanden. Voorts heb ik aangegeven dat ik veel belang hecht aan een zorgvuldig
maatschappelijk consultatietraject. Daarom vindt ter voorbereiding van de Nederlandse
visie een brede maatschappelijke consultatie plaats en wordt een publieksonderzoek
uitgevoerd.
Tevens heb ik aangegeven dat de grootste uitdaging is hoe om te gaan met de korte
termijn economische belangen en de lange termijn ecologische belangen. In Nederland is
vrijwel iedereen het er over eens dat het anders moet. Daarvoor is een substantiële
wijziging nodig die Nederland niet uit de weg zal gaan.
Commissiemededeling over duurzame ontwikkeling van aquacultuur
(Presentatie Commissie)
De Raad verwelkomde het Actieplan voor de duurzame ontwikkeling van aquacultuur.
Wereldwijd groeit aquacultuur sterk, maar in Europa (en in Nederland) stagneert de
ontwikkeling. De oorzaken zijn deels gelegen in hogere productiekosten, onder andere
door strenge wetgeving, maar ook door minder gunstige productieomstandigheden,
hogere kosten voor arbeid en onbekendheid van het product bij de consumenten. Op
basis van een eerder paper is tijdens de Raad van juni 2008 reeds informeel over aqua-
cultuur gesproken. De Commissie benoemde toen 3 speerpunten voor de ontwikkeling
van de Europese aquacultuur, te weten: duurzame groei, concurrentievermogen, en
bestuur. Deze punten zijn door de Commissie opgenomen in de mededeling. De Raad zal
in juni discussiëren over deze mededeling.
Ik heb aangegeven dat ik veel belang hecht aan de verdere duurzame ontwikkeling van de
aquacultuur. Ik ben daarom verheugd dat de mededeling verschillende belangrijke
elementen bevat die de verdere duurzame ontwikkeling van aquacultuur kunnen
bevorderen, zoals verbetering van de concurrentiekracht, inzet op onderzoek en innovatie,
aandacht voor visgezondheid en inzet op verbetering van dierenwelzijn. Ik heb daarom
aangegeven de 3 speerpunten van de Europese Commissie te ondersteunen.
Tevens heb ik aangegeven dat ik het belangrijk vind dat de ontwikkeling van aquacultuur
wordt bezien vanuit een integratie met andere economische activiteiten. Hiervoor zijn
innovatieve concepten noodzakelijk. Ook viswelzijn en coherente wetgeving die rekening
houdt met het economisch belang van aquacultuur zijn onderwerpen die belangrijk zijn
voor de ontwikkeling van aquacultuur. In onderzoek wordt aandacht besteed aan hoe
aquacultuur zich op duurzame wijze kan ontwikkelen.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
13 mei 2009 IZ. 2009/605 4
Vooral de verdere ontwikkeling van aquacultuur op het land of van systemen die niet
direct in verbinding staan met open water, kunnen hier een belangrijke bijdrage aan
leveren. De meest kansrijke oplossing is volgens mij de ontwikkeling van viskweek in
gesloten recirculatiesystemen. Ook viswelzijn is belangrijk voor de duurzaamheid en ik
heb dan ook het voornemen van de Commissie ondersteund om een evaluatie uit te
voeren naar welzijnsaspecten en het verkennen van mogelijke maatregelen. Wereldwijd is
er een groeiende vraag naar vis en visserijproducten en aquacultuur zal hier het antwoord
op moeten geven. Ik heb benadrukt dat Europa deze kans niet mag laten schieten.
Vereenvoudiging GLB
(Debat)
Aan de hand van een drietal vragen van het voorzitterschap heeft de Raad gediscussieerd
over de richting, reikwijdte en intensiteit van verdere vereenvoudiging van het
Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). De aanleiding van deze discussie was de
recente mededeling van de Commissie `Een vereenvoudigd GLB voor Europa - in het
voordeel van iedereen'. Deze mededeling is een voortgangsverslag van wat er tot nu toe is
bereikt op het gebied van de vereenvoudiging van het GLB en bouwt voort op de
mededeling van de Commissie hierover uit 2005 met daarin haar voornemens op dit
gebied. Het voorzitterschap streeft ernaar in mei te komen tot Raadsconclusies over het
voortgangsverslag.
Uit de discussie kwam naar voren dat het doel van de vereenvoudiging in de EU algemeen
aanvaard is. Elke lidstaat gaf aan er nationaal ook druk doende mee te zijn; de één is
hierin wat verder dan de ander. Tevens bestaat algemeen het beeld dat vereenvoudiging,
inclusief vermindering van administratieve lasten, een proces van lange adem is. Twaalf
lidstaten, waaronder Nederland, hebben tijdens de Raad aangegeven dat het belangrijk is
om af te stappen van de theoretische aanpak en om echte concrete resultaten te gaan
boeken. Zij hebben daarom gezamenlijk een `longlist' ingediend, waarin 39 voorstellen
voor vereenvoudiging zijn opgenomen.
Ik heb aangegeven dat ik verdere concrete en tastbare vereenvoudiging van het GLB van
groot belang acht. Daar moeten de Commissie en lidstaten gezamenlijk prioriteit aan
blijven geven. Voorts heb ik aangegeven positief te staan in de aanpak van de Commissie,
dat zij de lidstaten voortdurend belaagt met verzoeken om concrete vereenvoudigings-
mogelijkheden in de bestaande regelgeving. Dat geeft het proces immers een dynamisch
en permanent karakter. Daarom heb ik aangegeven dat ook in de lopende uitvoerings-
periode van het GLB nog verdere vereenvoudigingen tot stand moeten en kunnen komen.
Dat heeft voor mij hoge prioriteit. Dat heeft de Raad ook afgesproken toen we een
politiek akkoord bereikten over de `Health Check'. Ik heb hierbij een voorbeeld genoemd:
op het gebied van `cross-compliance' heeft de `Health Check' onvoldoende opgeleverd.
Dat betekent dat daar de handschoen snel weer moet worden opgepakt. Maar ook in
andere elementen van de regelgeving rondom directe inkomenssteun is verdere vereen-
voudiging absoluut mogelijk. Een ander voorbeeld van een terrein waar tastbare vereen-
voudiging is te realiseren, is de verplichting van in- en uitvoercertificaten voor sommige
producten. In sommige sectoren is die verplichting er alleen om gemakkelijk aan handels-
statistieken te komen. Noodzakelijk voor een goede werking van het GLB is zij echter niet.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
13 mei 2009 IZ. 2009/605 5
Voorts heb ik aangegeven dat ik het met de Commissie eens ben dat niet alleen naar EU-
regelgeving hoeft te worden gekeken als het gaat om vereenvoudiging van regelgeving en
vermindering van administratieve lasten. We moeten ook kijken naar de uitvoeringslasten
op nationaal en regionaal niveau. Ik heb aangegeven dat mijn drie grootste vereenvoudi-
gingsprioriteiten daar ook juist vandaan komen: 1) `cross-compliance', 2) de bedrijfs-
toeslagregeling en 3) in- en uitvoercertificaten. Net zoals ik eerder in oktober 2008 en
maart 2009 heb gedaan, heb ik aangegeven dat het mij een goed idee lijkt dat we in de
Raad structureel stilstaan bij de concrete suggesties voor vereenvoudiging van de
directeuren van de Europese betaalorganen. Zij hebben immers als uitvoerders van het
beleid dagelijks directe contacten met boeren en daarom hebben zij ook het beste zicht op
de complexiteit van de regelgeving. Tijdens deze Raad heb ik voor dit voorstel veel steun
gekregen van mijn collega's.
Commissaris Fischer Boel gaf aan zeer te hechten aan de vereenvoudiging, ook vanwege
de taakstelling van 25% verlaging van de administratieve lasten in 2012. De Commissie gaf
aan dat zij de gedane suggesties van de lidstaten een goed initiatief vindt en bereid is om
dit verder te brengen. De Commissie heeft aangegeven dat zij alle voorstellen zal bezien
tegen de achtergrond van twee principes: handhaving van het controlesysteem en gezond
financieel management. De Commissie gaf aan de betrokkenheid van de Raad te willen
vergroten door de meer politieke punten aldaar te bespreken. De meer technische punten
zouden dan in een `rolling agenda' van een Actieplan kunnen worden opgenomen.
Less Favoured Areas
(Presentatie en discussie)
Commissaris Fischer Boel heeft tijdens de Raad haar Mededeling over de `Less Favoured
Areas' gepresenteerd. Zij gaf aan de criteria voor de aanwijzing en begrenzing van de
categorie `andere probleemgebieden', nu gebaseerd op sociaal-economische criteria, te
willen herzien. De herziening wordt gedaan op verzoek van de Europese Rekenkamer. De
Commissie wenst de oude sociaal-economische uitgangspunten te herzien en is op zoek
gegaan naar duidelijke fysieke criteria als klimaat en bodem.
Momenteel zijn er meer dan 100 verschillende criteria in de lidstaten toegepast om deze
categorie LFA vast te stellen. Het gaat in totaal om 7% van de totaal beschikbare middelen
voor plattelandsbeleid in de periode 2007/14. Het doel van de Commissie is niet om het
aantal gebieden te verminderen of uit te breiden, maar om te komen tot objectieve
criteria en een transparant systeem. Het is de bedoeling dat er een betaling komt voor
natuurlijke handicaps in die gebieden waar die natuurlijke handicaps ook echt bestaan. De
Commissie heeft de Raad uitgenodigd om met de mededeling in te stemmen en heeft de
lidstaten uitgenodigd om simulaties uit te voeren voor de voorgestelde criteria. Daarnaast
moeten de lidstaten een diepgaande test van de criteria doen en kaarten opstellen met de
effecten van die criteria op hun land.
Een aanzienlijk aantal lidstaten gaf tijdens de Raad aan niet zonder meer afstand te willen
doen van de sociaal-economische criteria. Nieuwe uitgangspunten betekent een grote
herziening van soms al heel lang lopend beleid.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
13 mei 2009 IZ. 2009/605 6
Zelf heb ik allereerst aangegeven dat ik er voorstander van ben de aanduiding `Less
Favoured Areas' te vervangen door `Valuable Areas'. Ik beschouw deze gebieden namelijk
nadrukkelijk niet als probleemgebied. Integendeel, ik ben van mening dat dit juist
gebieden zijn met een belangrijke en maatschappelijk waardevolle functie die
onlosmakelijk verbonden zijn met de landbouw. Voorts heb ik aangegeven dat ik
inhoudelijk positief ben over de Mededeling. Het is bekend dat ik groot voorstander ben
van het belonen van de publieke goederen die de landbouw voortbrengt. Ik zie daarover
in de Mededeling goede ideeën. De nieuwe criteria die de Commissie noemt voor de
categorie `overige probleemgebieden' zijn gericht op fysieke kenmerken die veel
duidelijker en concreter zijn dan de huidige sociaal-economische. Die grotere duidelijkheid
spreekt mij zeer aan. Daarom heb ik de constatering van de Commissie onderschreven dat
het belangrijk is dat alle lidstaten snel hun biofysische gegevens aanleveren. Dan kan de
Raad wellicht volgend jaar concrete beslissingen nemen over een modernisering van het
LFA-instrumentarium en hopelijk een nieuwe naam.
Naar aanleiding van het debat gaf de Commissie aan dat uiterlijk op 21 januari 2010
kaarten en informatie moeten worden aangeleverd bij de Commissie. Zo niet, zal de
Commissie haar eigen kaarten maken. De Commissie verzekerde verder dat het opstellen
van de kaarten niet vooruit zou lopen op beslissingen over de toekomst van het GLB.
Diversen
De Raad heeft onder dit agendapunt kennisgenomen van diverse verzoeken van
verschillende lidstaten over de volgende negen thema's:
a) Piraterij in Somalische wateren
(Verzoek van de Spaanse Delegatie)
De Spaanse minister heeft tijdens de Raad aandacht gevraagd voor piraterij in de Oost-
Afrikaanse wateren. Volgens haar hebben Somalische piraten in 2008 zo'n 150 miljoen
euro verdient aan het kapen van schepen. Alleen al in de periode van 21 tot 24 maart 2009
zijn er tenminste 10 aanvallen geweest op Europese vissers in de Exclusieve Economische
Zone van de Seychellen en ten noordwesten van Madagaskar. Volgens de Spaanse
delegatie neemt de piraterij niet alleen in omvang, maar ook in ernst toe en breidt het uit
naar het zuiden. De aanvallen zijn in strijd met recht van vrije doorgang voor schepen (UN
Law of the Sea) en ondermijnen de visserijakkoorden tussen de Gemeenschap en de
betreffende derde landen. De Spaanse regering heeft de Raad gevraagd om passende
maatregelen te nemen en heeft derhalve voorgesteld om activiteiten van de "EU NAVFOR
Somalië/Atalanta-operatie" (een soort kustwacht van Europese landen) uit te breiden naar
het zuiden.
De Commissie onderstreepte het standpunt van Spanje dat piraterij een ernstige
bedreiging vormt. Daarom is er actie ondernomen in de vorm van het Atalanta-initiatief en
dat is doeltreffend gebleken. Dit heeft tot gevolg dat de piraterijactiviteiten zijn
verschoven. De Commissie heeft toegezegd het verzoek van Spanje door te geven aan de
verantwoordelijkde Commissaris. De Commissie ziet echter de structurele oplossing in de
economische ontwikkeling van Somalië. De Commissie biedt hiertoe financiële
ondersteuning.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
13 mei 2009 IZ. 2009/605 7
b) Convention on International Trade in Endangered Species of wild fauna and flora
(CITES) en aal
(Verzoek Nederlandse Delegatie)
Tijdens de Raad heb ik aandacht gevraagd voor de afspraken die zijn gemaakt over de im-
en export van glasaal buiten de communautaire grenzen in het kader van de Europese
aalverordening en het CITES-verdrag. Ik heb u daarover geïnformeerd in mijn brief van
3 april jl. De regels van CITES en de mogelijke nationale invulling ervan lijken op
gespannen voet te staan met het functioneren van de Europese interne markt. Ik heb
derhalve bij de Commissie gepleit voor één Europese lijn: een volledige stop van export
van aal naar derde landen, inclusief glasaal, andere aal en aalproducten. Tevens heb ik
gepleit voor een nader onderzoek naar dit probleem en naar de verhouding van het
gemeenschaprecht en het CITES-verdrag. Ik heb de Commissie verzocht in de Raad van juni
op dit onderwerp terug te komen.
Commissaris Borg erkende dat de aalbestanden in gevaar zijn en dat maatregelen nodig
zijn. De Commissie heeft toegezegd strikt toe te zien op de kwaliteit van de beheer-
plannen, die door lidstaten zijn ingediend. Als deze niet aan de eisen voldoen, worden de
plannen afgekeurd. De Europese aal is in het CITES-verdrag opgenomen en handel is
gereguleerd toegelaten. Hoewel er geen sprake is van een verbod, kan uitvoer slechts
plaatsvinden als een gedegen aalbeheerplan bestaat. Tevens is de handel aan
voorwaarden gebonden. Ook moet de nationale export verminderen. Met de beheer-
plannen is volgens de Commissie een belangrijke stap voorwaarts gezet. De Commissie
heeft toegezegd te willen kijken naar de verhouding tussen de EU-wetgeving en het CITES-
verdrag op dit onderwerp.
c) Staandwantvisserij/Bruinvis
(Verzoek Nederlandse Delegatie)
Tevens heb ik aandacht gevraagd voor de problematiek van de strandingen van bruinvis
op de Nederlandse kust. Zoals u weet, zijn er gedurende het afgelopen winterseizoen op
de Nederlandse kust circa 200 bruinvissen aangespoeld, een ongebruikelijk hoog aantal.
Een van de mogelijke oorzaken is de sterk groeiende staandwantvisserij in de Nederlandse
kustzone. Ik heb derhalve gepleit voor een gezamenlijke aanpak ten aanzien van regel-
geving met betrekking tot het gebruik van staand want in de kustzone. Momenteel wordt
dit onvoldoende gereguleerd in het GVB. Er zijn goede redenen om over te gaan tot
begrenzing van de staandwantvisserij. Zo leidt de groei van de staandwantvisserij tot een
toename van de visserijdruk, zoals op de soorten kabeljauw en tong. Daarnaast kunnen
lidstaten op die manier conflicten tussen vissers onderling en met andere gebruikers van
de kustzone beheersbaar houden. Ik heb de Commissaris gevraagd communautaire
maatregelen te overwegen.
Commissaris Borg heeft toegezegd dit probleem en eventuele maatregelen te bekijken.
De Commissie is echter van mening dat niet zozeer het beperken van de inspanning de
oplossing is, maar veeleer het beperken van het aantal nationale vergunningen. In het
kader van de technische maatregelen Noordzee wordt op EU-niveau gekeken naar het
gebruik van de netten. De verordening biedt flexibiliteit tot het nemen van nationale
maatregelen, mits deze niet discriminerend zijn.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
13 mei 2009 IZ. 2009/605 8
d) Benutting middelen Europees Visserij Fonds (EVF)
(Verzoek Commissie)
De Commissie heeft tijdens de Raad geconstateerd dat er tot op dit moment door de
lidstaten de benutting van de middelen van het fonds achterloopt. Het baart de Commissie
zorgen dat slechts voor twee lidstaten de zogeheten `art 71 beschrijving van het EVF' (een
beschrijving van de controle- en beheerssystemen van het EVF) is goedgekeurd. Die
goedkeuring is nodig om uitgaven ook daadwerkelijk te kunnen declareren. Het
ontbreken van de goedkeuring betekent overigens niet dat lidstaten hun regelingen niet
kunnen openstellen. De goedkeuring is `slechts' een eis om te kunnen declareren in
Brussel. De Commissie heeft toegezegd na te gaan of bij andere structuurfondsen het
percentuele bijdrage van de overheid is opgetrokken. Flexibiliteit is echter niet het enige
probleem; niet alle lidstaten hebben de vereiste beheersstructuur en zonder dat kan er
überhaupt geen uitbetaling plaatsvinden. Dus voor desbetreffende lidstaten ligt daar een
actiepunt.
De relatief late besluitvorming in de Raad over het EVF (2006) is één van de oorzaken dat
in het overgrote deel van de lidstaten het EVF pas in 2008 operationeel werd. Het
opstellen en goedkeuren van het Operationeel Programma (OP) kost immers veel tijd.
Nederland kreeg zijn OP als één van de eerste lidstaten goedgekeurd, eind 2007.
Vervolgens is Nederland in 2008 met regelingen onder het EVF gestart. De artikel 71-
beschijving heeft Nederland op 16 december 2008 bij de Commissie ingediend. De
verwachting is dat de artikel 71 beschrijving op korte termijn wordt goedgekeurd.
e) Goedkeuring van de rekeningen
(Verzoek van de Deense delegatie)
De Deense delegatie heeft aandacht gevraagd voor het opleggen van forfaitaire correcties
(flate rate correcties) aan de lidstaten in het kader van de goedkeuring van de rekeningen.
De Deense delegatie wees erop dat het totale bedrag aan opgelegde correcties de laatste
jaren fors is gestegen. Dit wordt onder andere veroorzaakt door het feit dat een groot
deel van het budget nu is geconcentreerd in één regeling. De opgelegde correcties staan
daarmee niet meer in verhouding tot het financiële risico voor de EU-begroting. De
Deense delegatie wees er verder op dat de Commissie niet aan termijnen is gebonden
voor de afhandeling van controlebezoeken. De afhandeling kan soms jaren duren.
Daardoor worden er soms boetes opgelegd voor regelingen die al lang niet meer bestaan.
De Denen verzochten de Commissie derhalve om het systeem van forfaitaire correcties te
herzien vanwege de concentratie van het budget in één regeling. Tevens suggereerde de
Deense delegatie om de Commissie aan termijnen te binden voor de afhandeling van
controlebezoeken.
Ik heb de oproep van mijn Deense collega om het systeem van forfaitaire correcties nog
eens tegen het licht te houden van harte ondersteund. Met name door de concentratie
van middelen in één regeling, krijgt de huidige systematiek een sterk disproportioneel
karakter. Ik heb aangegeven dat het idee om te gaan werken met vaste boetes een
interessante gedachte is, die ik graag door de Commissie nader uitgewerkt zie. Ook heb ik
mijn Deense collega gesteund ten aanzien van de termijnen. Er gaan nu soms jaren
overheen voordat de Commissie tot een oordeel komt over een controlebezoek.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
13 mei 2009 IZ. 2009/605 9
Daarmee verliest het systeem z'n opvoedende werking. Als de lidstaten verplicht zijn
binnen bepaalde termijnen te reageren, mogen we dat mijns inziens ook van de
Commissie vragen.
De Commissie gaf aan de goekeuring van de rekening een essentieel element in haar
begrotingsbeleid te vinden. De belastingbetalers hebben er recht op zekerheid te hebben
dat het geld goed wordt besteed. Een goed financieel management is van groot belang.
De kritiek van Denemarken gaat er om dat er te vaak een `flat rate' reductie plaatsvindt;
dit is echter nooit de eerste keuze. Het probleem is dat de gegevens van de lidstaten vaak
onvoldoende zijn om tot een andere korting te komen. De Europese Rekenkamer steunt
het instrument als zodanig. Op basis van haar eigen gegevens stelde de Commissie vast
dat er maar een beperkte stijging is in de gevallen waarbij `flat rate' correctie is toegepast.
De Commissie is net zoals de Deense delegatie van mening dat de procedure zo kort
mogelijk moet zijn. De praktijk laat zien dat bijna alle gevallen gemiddeld iets korter dan
twee jaar duren, met een paar uitzonderingen.
f) Voorschot in het kader van de betalingsregeling als liquiditeitssteun voor de
landbouw
(Verzoek van de Duitse delegatie)
De Duitse delegatie heeft tijdens de Raad aandacht gevraagd voor de financiële situatie
van melkveehouders en stelde dat die het heel moeilijk hebben, net als bijvoorbeeld de
graansector. De liquiditeit is erg slecht bij de boeren in het algemeen. Daarom wil
Duitsland graag een voorschot op de bedrijfstoeslag 2010 verstrekken, conform de
mogelijkheden van de EU-regels. Er zou zo vroeg mogelijk betaald moeten worden en bij
uitzondering voordat alle controles hebben plaatsgevonden. De Commissie stelde tijdens
de Raad dat een basisprincipe is dat voorschotten niet uitbetaald kunnen worden voordat
de controles verricht zijn en het Duitse verzoek daarom niet te willen honoreren. De
datum van 16 oktober is de eerste datum voor voorschotbetaling, en alleen als een lidstaat
aantoont dat er sprake is van een zeer uitzonderlijke situatie. Of daar sprake van is, kan
pas later dit jaar worden beoordeeld.
Ik heb mijn begrip uitgesproken voor het Duitse verzoek, maar heb tegelijkertijd
aangegeven dat het betalen van voorschotten binnen de huidige regels maar een beperkte
oplossing biedt. Gezien de uitzonderlijke situatie waar we ons nu in bevinden, heb ik de
Commissie verzocht om van een 100%-betaling vanaf 16 oktober mogelijk te maken. Dit
als éénmalige, uitzonderlijke crisismaatregel. Daarbij heb ik bedrukt dat ik begrijp dat pas
kan worden overgegaan tot betaling als alle vereiste controles zijn verricht. De Commissie
sprak haar sympathie uit voor mijn voorstel, maar gaf aan dat de bestaande regelgeving
100%-betaling per 16 oktober niet toestaat. De Commissaris toonde zich evenmin bereid
de regelgeving terzake aan te passen.
g) Situatie op de melkmarkt
(Verzoek van de Ierse delegatie)
De Ierse delegatie heeft aandacht gevraagd voor de situatie op de zuivelmarkt.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
13 mei 2009 IZ. 2009/605 10
De Commissaris gaf aan de moeilijke situatie te herkennen en te erkennen. De Commissie
doet alles in haar vermogen op het gebied van exportrestituties, private opslag en
interventie. De prijzen lijken zich te stabiliseren, maar dan wel op een laag niveau. De
Commissie zal de markt strikt blijven monitoren.
Ik heb aangegeven volledig achter de aanpak van de Commissie te staan.
h) Situatie op de varkensvleesmarkt
(Verzoek van de Belgische delegatie)
België heeft opnieuw aandacht gevraagd voor de situatie op de EU-varkensvleesmarkt.
Volgens België bevinden de varkensvleesprijzen zich nog steeds op een laag niveau. De
veevoederprijzen zijn volgens België het afgelopen jaar weliswaar gedaald, maar nog
steeds aan de hoge kant. De marges voor de varkensvleesproducenten blijven daardoor
beneden het door België gewenste niveau. België heeft eerder de Commissie verzocht om
ondersteuning van de varkensvleesmarkt door middel van exportrestituties en steun voor
particuliere opslag.
De Commissaris gaf aan dat de Raad al een aantal keer over dit thema heeft gedebatteerd.
De Commissie volgt de ontwikkelingen in deze sector op de voet. In maart 2009 heeft de
Commissie besloten niet op te treden en de Commissie staat nog steeds achter dit besluit.
De producentenprijzen zijn in een aantal lidstaten gestegen. Waarschijnlijk zullen de
prijzen hoger uit kunnen komen dan het gemiddelde niveau van 2008, aldus de
Commissaris.
Overig
Jacht op kieviten in Frankrijk
Conform mijn toezegging aan uw Kamer tijdens het AO d.d. 16 april heb ik en marge van
de Raad mijn Franse collega gesproken over de jacht op kieviten in Frankrijk. Ik heb
daarbij mijn zorgen geuit over het aantal kieviten dat in Frankrijk wordt geschoten. Gelet
op het feit dat minister Barnier inmiddels is teruggetreden als minister van Landbouw, zal
ik dit punt opnieuw bespreken met zijn opvolg(st)er.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
13 mei 2009 IZ. 2009/605 11
Bijlage: A-punten
De volgende punten heeft de Raad als A-punt aangenomen, dat wil zeggen zonder
discussie:
- Comité van de Regio's Benoeming van een lid (DE);
- Voorstel voor kredietoverschrijving nr. DEC3/2009 binnen Afdeling III - Commissie - van
de algemene begroting 2009 (NVU);
- Voorstel voor kredietoverschrijving nr. DEC4/2009 - Afdeling III - Commissie - van de
algemene begroting 2009 (NVU);
- Voorstel voor kredietoverschrijving nr. DEC7/2009 - Afdeling III - Commissie - van de
algemene begroting 2009 (NVU);
- Voorstel voor kredietoverschrijving nr. DEC9/2009 binnen Afdeling III - Commissie - van
de algemene begroting 2009 (NVU);
- Voorstel voor kredietoverschrijving nr. DEC10/2009 binnen afdeling III - Commissie -
van de algemene begroting voor het begrotingsjaar 2009 (NVU);
- Transparantie - toegang van het publiek tot documenten
a) Confirmatief verzoek van de heer Klaus-Dieter SOHN (05/c/01/09)
b) Confirmatief verzoek 06/c/01/09
c) Confirmatief verzoek van mevrouw Eva MORAGA GUERRERO (07/c/02/09)
- Verzoek van Montenegro om lid te worden van de Europese Unie. Ontwerp-conclusies
van de Raad;
- Ontwerpconclusies van de Raad inzake Speciaal Verslag nr. 10/2008 over
ontwikkelingshulp van de EG aan de gezondheidsdiensten in Afrika bezuiden de
Sahara, vergezeld van de antwoorden van de Commissie;
- Ontwerpbesluit van het Gemengd Comité van de EER tot wijziging van bijlage II
(Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) en tot wijziging van
Protocol 37 bij de EER-Overeenkomst - Standpunt van de Gemeenschap;
- Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de
vereenvoudiging van de voorwaarden voor de overdracht van defensiegerelateerde
producten binnen de Gemeenschap;
- Betrekkingen met Egypte. Vaststelling van de Europese Unie met het oog op de vijfde
zitting van de Associatieraad (Luxemburg 27 april 2009).
---- --
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit