ChristenUnie
Bijdrage Ed Anker aan het plenaire debat over toename
asielverzoeken
Bijdrage Ed Anker aan het plenaire debat over toename asielverzoeken
woensdag 13 mei 2009 10:15
De heer Anker (ChristenUnie):
Voorzitter. Asielbeleid moet, wat de ChristenUnie betreft, altijd
inhoudelijk of kwalitatief benaderd worden. Het gaat om het bieden van
een toevluchtshaven voor mensen die op de vlucht zijn. Een
kwantitatieve benadering past daar niet zo goed zijn. Alsof het leed
elders minder erg is geworden als wij een te groot aantal
vluchtelingen op ons afkrijgen. Ik ben dan ook niet zo erg gelukkig
met de titel van dit debat.
Met betrekking tot asielbeleid heb ik al eerder betoogd dat wij ons
vasthouden aan twee principes: barmhartigheid en rechtvaardigheid.
Asiel is een serieuze kwestie en voor mensen soms bittere noodzaak,
omdat zij hun leven in eigen land niet zeker zijn. Die mensen moeten
wij barmhartig tegemoetkomen. Asiel moet ook rechtvaardig zijn en
alleen gegeven worden aan diegenen die er recht op hebben. Onze
asielwetgeving mag niet misbruikt worden voor misdaden als
mensenhandel.
Zo kom ik bij Somalië. Het gaat daar niet goed. De dagelijkse
berichten over Somalische kapers bevestigen telkens weer het beeld van
een volledig wetteloze en rechteloze samenleving. Het ambtsbericht
over Somalië is overduidelijk. De situatie in dat land is onverminderd
ernstig. De mensen zijn er hun leven niet zeker. Die omstandigheid
rechtvaardigt absoluut het categorale beschermingsbeleid zoals wij dat
tot voor kort voerden. Tegelijkertijd zien wij dat de wetteloosheid
ook doorwerkt in het asielbeleid. Er wordt misbruik gemaakt. Er wordt
gefraudeerd met de identiteitsvaststelling en met nareizende familie.
Het verhaal van de gemutileerde vingertoppen is ernstig. Echter, als
ik denk aan de tientallen kinderen die in Nederland aan hun lot worden
overgelaten, vrees ik nog veel ergere dingen.
Deze fraude heeft de staatssecretaris doen besluiten om het
categoriale beschermingsbeleid af te schaffen.
Het afschaffen van deze vorm van bescherming terwijl er in het land
van herkomst een evidente dreiging is, is voor die mensen en voor ons
een zware beslissing. Het is een beslissing die wij dan ook niet
lichtvaardig steunen. Wij begrijpen het volledig dat mensen Somalië
ontvluchten. Wij kunnen onze ogen echter ook niet sluiten voor het
misbruik. Als ons asielbeleid misbruikt wordt zodat criminele
activiteiten als mensenhandel en mensensmokkel kunnen floreren, moeten
wij ons afvragen of juist ons beleid ook geen slachtoffers maakt. Het
is pijnlijk om vast te stellen, maar misschien is dat wel het geval.
Een groot aantal van de Somaliërs komt hier namelijk via
mensensmokkel. Het is zelfs ontluisterend om te zien dat elke
maatregel die wij hier nemen, wordt beantwoord met een nieuw fenomeen.
Denk aan de plotselinge stijging van het aantal pleegkinderen sinds er
een DNA-test wordt gedaan om de familieband vast te stellen. Blijkbaar
is de informatie over nieuwe maatregelen die hier worden genomen, snel
ter plaatse.
Daarom hebben wij begrip voor de beslissing van de staatssecretaris om
het categoriale beleid op te heffen. Wij hebben echter nog wel een
aantal vragen. Het is belangrijk dat de opvang van de Somaliërs die
hier terechtkomen, wel doorgaat. De staatssecretaris wil daarvoor een
groepenbeleid gaan hanteren, waarmee recht wordt gedaan aan de
ernstige toestand in Somalië. Graag hoor ik de staatssecretaris nog
eens uiteenzetten hoe dat er concreet gaat uitzien, dat mensen die
hier terechtkomen wel een plek krijgen.
De staatssecretaris wil niemand terugsturen tenzij sprake is geweest
van fraude. Wat betekent dat echter in de praktijk, als mensen uit
wanhoop geen andere mogelijkheid hadden dan gebruik te maken van een
mensensmokkelaar? Is dan sprake van fraude? Wat wordt dan precies
bekeken?
De staatssecretaris wil de bewijslast voor nareizende pleegkinderen
bij de ouders leggen. Zij moeten er alles aan doen om aan te tonen dat
pleegkinderen daadwerkelijk bij het gezin horen. Wat betekent dit
concreet? In het ambtsbericht kunnen wij ook lezen dat een centrale
autoriteit nagenoeg afwezig is in Somalië. Wat kunnen wij van de
bewijslast verwachten, als het verkrijgen van documenten feitelijk
onmogelijk is of bijna standaard met fraude gepaard gaat?
Er zijn nu kinderen in asielzoekerscentra achtergelaten. Mijn fractie
maakt zich grote zorgen over deze kinderen. Zijn dit slachtoffers van
mensenhandel? Zijn er indicaties dat deze kinderen verdwijnen uit de
azc's? Hoe wordt met deze kinderen omgegaan? Als sprake is van
mensenhandel, wordt dan ook geprobeerd om de daders te achterhalen?
De staatssecretaris schrijft dat er een aantal uitspraken van het
Europees Hof voor de Rechten van de Mens zijn, waaronder die in de
zaak-Salah Sheekh, maar vooral ook de jongste uitspraak van februari
jongstleden tegen Zweden, waardoor de artikel 3-toets veel ruimer moet
worden opgevat. Je kunt ook zeggen dat het beter mogelijk is om een
groepenbeleid te gaan voeren, zoals nu voor Somalië. De
staatssecretaris heeft een brief toegezegd over de gevolgen voor het
algemeen beleid. De uitspraak in de zaak-Salah Sheekh had volgens de
staatssecretaris indertijd weinig gevolgen voor het Nederlandse
asielbeleid, maar een combinatie van uitspraken maakt nu wel dit
speciale groepenbeleid mogelijk. Kan de staatssecretaris in de brief
aangeven hoe het totale beschermend instrumentarium er zal uitzien?
Het lijkt er namelijk op dat er alternatieven zijn ontstaan voor
categoriale bescherming. Dat betekent dat wij veel meer maatwerk
kunnen leveren.
Voorzitter. Ik zie dat ik moet afronden. Ik heb nog een paar korte
vragen. Het opheffen van de categoriale bescherming betekent een
enorme verzwaring van de werklast voor de IND, die immers individueel
moet gaan toetsen. Hoe is de dienst daarop voorbereid?
Ik heb ook nog een vraag hoe gewerkt wordt aan opvang in de regio. Dat
zou een beter alternatief zijn, maar wij horen ook dat de situatie in
de vluchtelingenkampen heel slecht is. Hoe is de staatssecretaris, hoe
is Nederland daarmee bezig, ook in VN-verband?
Mijn allerlaatste vraag -- wij hebben het vandaag over veel te veel
onderwerpen voor zo'n debat -- gaat over beloofde wetgeving. De heer
Van de Camp heeft daar uitgebreid over gesproken. Die hebben wij hard
nodig. Volgens mij is het ook nog steeds de bedoeling dat wij die
wetgeving voor de zomer behandelen, zodat de Eerste Kamer er kort na
de zomer mee aan de gang kan gaan. Wij willen de spoed aan alle kanten
steunen, maar de wetgeving moet zo langzamerhand dan wel een keer deze
kant op komen.