"Ethische vragen bij nanotechnologie vaak te futuristisch"
Filosofen houden pleidooi: `Keep it real'
De ethiek die zich bezighoudt met nieuwe ontwikkelingen in de
nanotechnologie, is vaak te futuristisch en speculatief van aard. Dat
werpt onnodige schaduwen over ontwikkelingen die nog lang niet zijn
uitgekristalliseerd. Of het speelt visionaire voorstanders van de
technologie eerder in de kaart dan dat het kritische vragen stelt.
Stel het realiteitsgehalte van beloften ter discussie en leg meer
nadruk op ontwikkelingen die nú spelen, is de visie van de filosofen
prof. Arie Rip van de Universiteit Twente en prof. Alfred Nordmann van
de TU Darmstadt, in hun commentaar in het meinummer van Nature
Nanotechnology.
Nano-implantaten die het mogelijk maken om `je gedachten te lezen'
roepen natuurlijk ethische vragen en wellicht allerlei doemscenario's
op, maar er gaat een hele serie `als...dan' veronderstellingen aan
vooraf. Rip en Nordmann spreken daarom van een nieuwe kloof die aan
het ontstaan is. De `oude kloof', waarin nanowetenschap snelle
vorderingen maakt en ethische reflectie achterblijft, wordt nu snel
gedicht met talloze publicaties en conferenties. Maar daardoor
ontstaat een nieuwe kloof: door de speculatieve aard van de ethische
beschouwingen schieten ze het eigenlijke doel voorbij. Rip: "In plaats
van inzicht te bieden hoe de huidige ontwikkelingen te beoordelen,
houden de ethici zich bezig met ethisch interessante
gedachtenexperimenten over `human enhancement'. Samen met UT-collega
Tsjalling Swierstra heb ik daarom al eerder een pleidooi gehouden om
de morele overwegingen die hier en nu over nanotechnologie naar voren
komen, op hun waarde te bezien."
Te grote stappen
Want nano-brein-implantaten zijn misschien technisch mogelijk, de stap
naar `gedachten lezen' is veel te groot. Zo is er weinig bekend over
de reactie van het brein op zo'n implantaat en over het kunnen
lokaliseren van `gedachten'. De technologische ontwikkeling loopt lang
niet altijd in de pas met de ontwikkelingen in de psychologie en de
kennis over het menselijk brein. Toch wagen ethici zich al wel aan
scenario's. Hun stappen zijn te groot, stellen Rip en Nordmann, en dat
komt de relevantie van hun analyses niet ten goede.
Hier en nu
Dat neemt niet weg dat ook beide filosofen graag kritische vragen
stellen bij de technologie, maar dan meer in het hier en nu: techniek
die dichtbij implementatie staat. `Deep brain stimulatie' kan de
kwaliteit van leven van Parkinsonpatiënten bijvoorbeeld aanzienlijk
verbeteren, dat is al bekend, maar de techniek heeft ook bijwerkingen
die zelfs gevolgen kunnen hebben voor de persoonlijkheid van de
patiënt. Dat zijn kwesties waar veel nano-ethici niet bij stil staan.
Een ander voorbeeld is nanotechnologie die het mogelijk maakt om
patiënten op afstand te `monitoren': ethische vragen genoeg, maar
ethici lijken zich liever over te geven aan meer futuristische
beschouwingen.
Prof.dr. Arie Rip is verbonden aan de vakgroep Science, Technology and
Policy Studies, faculteit Management en Bestuur. Hij is ook nauw
betrokken bij de onderzoeksprogramma's van het MESA+ Instituut voor
Nanotechnologie van de UT.
Prof.dr. Alfred Nordmann is verbonden aan het Institute for Philosophy
van de TU Darmstadt.
Het commentaar `Mind the gap revisited' van prof. Alfred Nordmann en
prof. Arie Rip is verschenen in het meinummer van Nature
Nanotechnology. Het kan op verzoek toegestuurd worden.
Contactpersoon voor de pers: Wiebe van der Veen, tel (053)4894244
Laatst gewijzigd op 13-05-2009 15:13:48 door Webmaster
Universiteit Twente