Effect vruchtwisseling op
bladvlekkenziekte in maïs nader onderzocht
13 mei 2009
Onderdeel: Animal Sciences Group
Dit jaar wordt door nader onderzoek gedaan naar het effect van
vruchtwisseling op mogelijke besmetting van maïs met Helminthosporium
(bladvlekkenziekte). Uit literatuuronderzoek is gebleken dat
schimmelsporen één tot drie jaar in de grond kunnen overleven. Om
dit te onderzoeken onder Nederlandse omstandigheden worden dit jaar
verschillende praktijkpercelen met en zonder vruchtwisseling
onderzocht op levensvatbare sporen van de schimmel.
In 2008 is door Praktijkonderzoek Plant en Omgeving (PPO) en de Animal
Sciences Group (ASG) onderzoek uitgevoerd naar oorzaken en gevolgen
van bladvlekkenziekte in maïs. Het onderzoek bestond uit een
deskstudie aangevuld met een veld- en kuilinventarisatie. Daarnaast is
er oriënterend onderzoek gedaan naar het effect van
voorjaarsgrondbewerking. De resultaten zijn beschreven in Rapport
168.
Geconcludeerd is dat maatregelen vooral gericht moeten zijn op het
voorkomen van een vroege (voor kolfzetting) besmetting van de maïs.
Belangrijkste maatregelen daarvoor zijn:
* Het telen van tolerante rassen. In 2007 en 2008 zijn de rassen in
het rassenonderzoek voor de Aanbevelende Rassenlijst beoordeeld op
de mate van tolerantie tegen Helminthosporium (zie ook
handboeksnijmais en www.ppo.wur.nl/NL/publicaties/rassenbulletins)
* Het toepassen van vruchtwisseling. Vruchtwisseling is een
belangrijke maatregel omdat schimmelsporen één tot drie jaar in
de grond kunnen overleven.
* Goed onderwerken van gewasresten in het voorjaar. Hierdoor kunnen
minder sporen, die op oude gewasresten zitten, opspatten naar de
onderste bladeren.
Door PZ is gevraagd om het effect van vruchtwisseling nader te
onderbouwen. Daartoe zijn dit voorjaar door PPO van vijf
praktijkpercelen, waar continu maïs wordt geteeld en van vijf
percelen waar na maïs in 2007 een ander gewas is geteeld
maïsgewasresten en grondmonsters verzameld. Deze gewasresten worden
onderzocht op levensvatbare sporen. In de grondmonsters wordt maïs
gezaaid om na te gaan of er levende sporen in de grond aanwezig zijn
die de maïs ziek kunnen maken. Zodoende hopen we meer inzicht te
krijgen in het effect van maïs telen in vruchtwisseling op de kans op
besmetting van maïs met Helminthosporium.
Contact
Herman van Schooten
Tel. 0320 - 293 438
Wageningen Universiteit en Researchcentrum