Gezamenlijke verklaring van de top betreffende het oostelijk
partnerschap - Praag, 7 mei 2009
In aanwezigheid van:
***
De EUROPESE UNIE, vertegenwoordigd door
Z. Exc. de heer Mirek TOPOLÁNEK
voorzitter van de Europese Raad
Z. Exc. de heer José Manuel BARROSO
voorzitter van de Europese Commissie
Z. Exc. de heer Javier SOLANA
secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie / hoge
vertegenwoordiger voor het Gemeenschappelijk Buitenlands en
Veiligheidsbeleid
***
ARMENIË , vertegenwoordigd door
Z. Exc. de heer Serzh SARGSYAN
president van de Republiek Armenië
OOSTENRIJK , vertegenwoordigd door
Z. Exc. de heer Hans Dietmar SCHWEISGUT
permanent vertegenwoordiger van Oostenrijk bij de Europese Unie
AZERBEIDZJAN , vertegenwoordigd door
Z. Exc. de heer Ilham ALIYEV
president van de Republiek Azerbeidzjan
BELARUS , vertegenwoordigd door
Z. Exc. de heer Vladimir SEMASHKO
eerste vice-minister-president van de Republiek Belarus
BELGIË , vertegenwoordigd door
Z. Exc. de heer Herman VAN ROMPUY
eerste minister van het Koninkrijk België
BULGARIJE ,vertegenwoordigd door
Z. Exc. de heer Sergei STANISHEV
minister-president van de Republiek Bulgarije
CYPRUS , vertegenwoordigd door
Z. Exc. de heer Markos KYPRIANOU
minister van Buitenlandse Zaken van de Republiek Cyprus
TSJECHIË , vertegenwoordigd door
Z. Exc. de heer Mirek TOPOLÁNEK
minister-president van de Tsjechische Republiek
DENEMARKEN , vertegenwoordigd door
Z. Exc. de heer Lars Løkke RASMUSSEN
minister-president van het Koninkrijk Denemarken
ESTLAND , vertegenwoordigd door
Z. Exc. de heer Andrus ANSIP
minister-president van de Republiek Estland
FINLAND , vertegenwoordigd door
Z. Exc. de heer Matti VANHANEN
minister-president van de Republiek Finland
FRANKRIJK , vertegenwoordigd door
Z. Exc. de heer François FILLON
eerste minister van de Franse Republiek
GEORGIË , vertegenwoordigd door
Z. Exc. de heer Mikheil SAAKASHVILI
president van Georgië
DUITSLAND , vertegenwoordigd door
H. Exc. mevrouw Angela MERKEL
Bondskanselier van de Bondsrepubliek Duitsland
GRIEKENLAND , vertegenwoordigd door
Z. Exc. de heer Konstantinos KARAMANLIS
minister-president van de Helleense Republiek
HONGARIJE , vertegenwoordigd door
Z. Exc. de heer Gordon BAJNAI
minister-president van de Republiek Hongarije
IERLAND , vertegenwoordigd door
Z. Exc. de heer Brian COWEN
Taoiseach van Ierland
ITALIË , vertegenwoordigd door
Z. Exc. de heer Maurizio SACCONI
minister van Welzijn van de Italiaanse Republiek
LETLAND , vertegenwoordigd door
Z. Exc. de heer Valdis DOMBROVSKIS
minister-president van de Republiek Letland
LITOUWEN , vertegenwoordigd door
Z. Exc. de heer Vygaudas USACKAS
minister van Buitenlandse Zaken van de Republiek Litouwen
LUXEMBURG , vertegenwoordigd door
Z. Exc. de heer Jean ASSELBORN
vice-minister-president en minister van Buitenlandse Zaken en
Immigratie van het Groothertogdom Luxemburg
MALTA , vertegenwoordigd door
Z. Exc. de heer Tonio BORG
vice-minister-president en minister van Buitenlandse Zaken van de
Republiek Malta
POLEN , vertegenwoordigd door
Z. Exc. de heer Donald TUSK
minister-president van de Republiek Polen
PORTUGAL , vertegenwoordigd door
Z. Exc. de heer Luís AMADO
minister van Staat en minister van Buitenlandse Zaken van de Portugese
Republiek
REPUBLIEK MOLDAVIË , vertegenwoordigd door
Z. Exc. de heer Andrei STRATAN
vice-minister-president en minister van Buitenlandse Zaken en Europese
Integratie van de Republiek Moldavië
ROEMENIË , vertegenwoordigd door
Z. Exc. de heer Emil BOC
minister-president van Roemenië
SLOWAKIJE , vertegenwoordigd door
Z. Exc. de heer Robert FICO
minister-president van de Slowaakse Republiek
SLOVENIË , vertegenwoordigd door
Z. Exc. de heer Borut PAHOR
minister-president van de Republiek Slovenië
SPANJE , vertegenwoordigd door
Z. Exc. de heer Miguel Angel MORATINOS
minister van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk Spanje
ZWEDEN , vertegenwoordigd door
Z. Exc. de heer Fredrik REINFELDT
minister-president van het Koninkrijk Zweden
NEDERLAND , vertegenwoordigd door
Z. Exc. de heer Jan Peter BALKENENDE
minister-president van het Koninkrijk der Nederlanden
OEKRAÏNE , vertegenwoordigd door
Z. Exc. de heer Viktor YUSHCHENKO
president van Oekraïne
VERENIGD KONINKRIJK , vertegenwoordigd door
Z. Exc. de heer David MILIBAND
minister van Buitenlandse Zaken en Gemenebestzaken van het Verenigd
Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland
***
EUROPEES PARLEMENT ,
vertegenwoordigd door
Z. Exc. de heer Hans-Gert PÖTTERING
voorzitter van het Europees Parlement
COMITÉ VAN DE REGIO'S ,
vertegenwoordigd door
Z. Exc. de heer Luc Van den BRANDE
secretaris-generaal van het Comité van de Regio's
ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ , vertegenwoordigd door
Z. Exc. de heer Ivan VOLES
lid van het Economisch en Sociaal Comité
***
EUROPESE INVESTERINGSBANK , vertegenwoordigd door
Z. Exc. de heer Philippe MAYSTADT
president van de Europese Investeringsbank
DE EUROPESE BANK VOOR WEDEROPBOUW EN ONTWIKKELING, vertegenwoordigd
door
Z. Exc. de heer Jean LEMIERRE
president van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling
***
De staatshoofden en regeringsleiders van de Republiek Armenië, de
Republiek Azerbeidzjan, de Republiek Belarus, Georgië, de Republiek
Moldavië en Oekraïne, de vertegenwoordigers van de Europese Unie, de
staatshoofden en regeringsleiders en de vertegenwoordigers van haar
lidstaten zijn in Praag bijeengeweest om hun betrekkingen op een nieuw
niveau te brengen door de instelling van het oostelijk partnerschap,
en hebben de volgende gezamenlijke verklaring aangenomen:
Een ambitieuzer partnerschap tussen de Europese Unie en de
partnerlanden
1. Het oostelijk partnerschap wordt ingesteld als
gemeenschappelijk initiatief van de lidstaten van de Europese Unie en
hun Oost-Europese partners (hierna: "de partnerlanden" genoemd) en is
gebaseerd op wederzijdse belangen en afspraken alsmede op gedeelde
zeggenschap en verantwoordelijkheid. Het zal in gezamenlijkheid en
volledige transparantie worden ontwikkeld.
De deelnemers aan de top van Praag komen overeen dat het oostelijk
partnerschap gebaseerd zal zijn op toewijding aan de beginselen van
het internationale recht en aan fundamentele waarden, waaronder
democratie, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten en de
fundamentele vrijheden, alsmede de markteconomie, duurzame
ontwikkeling en goed bestuur.
Het oostelijk partnerschap bouwt voort op bestaande bilaterale
verdragsrechtelijke betrekkingen en vervolledigt deze. Het zal worden
ontwikkeld onverminderd de aspiraties van de afzonderlijke deelnemende
landen ten aanzien van hun toekomstige betrekkingen met de Europese
Unie. Het zal worden geleid door de beginselen van differentiatie en
conditionaliteit.
Het oostelijk partnerschap zal parallel aan de bilaterale samenwerking
tussen de EU en derde landen worden ontwikkeld.
2. H et voornaamste doel van het oostelijk partnerschap is
het scheppen van de nodige voorwaarden voor een snellere politieke
associatie en verdere economische integratie tussen de Europese Unie
en geïnteresseerde partnerlanden. De ontwikkeling van een specifieke
oostelijke dimensie van het Europees nabuurschapsbeleid zal uitmonden
in een significante versterking van het EU-beleid met betrekking tot
de partnerlanden. Daartoe zal het oostelijk partnerschap politieke en
sociaal-economische hervormingen in de partnerlanden trachten te
ondersteunen, en aldus de afstemming op de Europese Unie
vergemakkelijken. Dit is bevorderlijk voor het gedeelde streven naar
stabiliteit, veiligheid en welvaart van de Europese Unie, de
partnerlanden en het gehele Europese continent.
Het oostelijk partnerschap dient voorts stabiliteit en het opbouwen
van multilateraal vertrouwen te bevorderen. Conflicten staan
samenwerkingsactiviteiten in de weg. Daarom beklemtonen de deelnemers
aan de top van Praag dat conflicten in een zo vroeg mogelijk stadium
langs vreedzame weg moeten worden opgelost op basis van de beginselen
en normen van het internationale recht en de besluiten en documenten
die in dit kader worden goedgekeurd.
Voorts zou het oostelijk partnerschap kunnen bijdragen tot de
ontwikkeling van nauwere banden tussen de partnerlanden onderling.
3. Het oostelijk partnerschap draagt een duidelijke
politieke boodschap uit over de noodzaak onverminderd en intensiever
te streven naar hervormingen. Het oostelijk partnerschap zal een extra
impuls geven aan de economische en sociale alsmede regionale
ontwikkeling van de partnerlanden. Het zal, ook in de financiële
sector, goed bestuur faciliteren, regionale ontwikkeling en sociale
samenhang bevorderen en sociaal-economische ongelijkheden in de
partnerlanden helpen verminderen. Op deze wijze zal het oostelijk
partnerschap de via internationale instrumenten verstrekte
macro-economische bijstand aanvullen.
Sterker bilateraal engagement
4. De deelnemers aan de top van Praag delen de wens de
bilaterale betrekkingen tussen de EU en de partnerlanden te verdiepen
en te intensiveren, met inachtneming van de specifieke situatie en
ambitie van elk partnerland en de bestaande bilaterale betrekkingen
tussen de EU en het betrokken partnerland. Zij kwamen overeen dat
bilaterale samenwerking binnen het bestek van het oostelijk
partnerschap de grondslag dient te vormen voor associatieovereen
komsten tussen de EU en de partnerlanden die bereid en in staat zijn
de daaruit voortvloeiende verplichtingen na te komen.
5. Nieuwe associatieovereenkomsten zullen, naast de
bestaande mogelijkheden voor handel en investeringen, voorzien in het
instellen of het nastreven van vergaande en alomvattende
vrijhandelsgebieden waar de positieve effecten van liberalisering van
de handel en investeringen versterkt zullen worden door een aanpassing
van de regelgeving die leidt tot convergentie met het recht en de
normen van de EU. Open markten en economische integratie zijn van
wezenlijk belang voor de duurzame economische ontwikkeling van de
partnerlanden en voor het bestendigen van politieke stabilisering. De
vestiging van vergaande en alomvattende bilaterale vrijhandelsgebieden
tussen de EU en partnerlanden zou op lange termijn kunnen uitmonden in
een netwerk van vergaande en alomvattende vrijhandelsgebieden.
6. Ter verbetering van hun bestuurlijke capaciteit zal de
Europese Unie met elk afzonderlijk partnerland uitgebreide programma's
voor institutionele opbouw ontwikkelen, die onder andere opleiding,
technische bijstand en alle passende innoverende maatregelen zullen
behelzen.
7. Ook het steunen van de mobiliteit van de burgers en het
liberaliseren van de visumregelingen in een veilige omgeving zijn een
belangrijk aspect van het oostelijk partnerschap. Het oostelijk
partnerschap zal de mobiliteit van de burgers van de partnerlanden
bevorderen door middel van overeenkomsten inzake visumfacilitering en
overname. In overeenstemming met de totaalaanpak van migratie zal de
EU tevens met geleidelijke stappen elk partnerland afzonderlijk, als
langetermijndoelstelling, uitzicht bieden op volledige
visumliberalisering, mits de voorwaarden voor een goed beheerde en
veilige mobiliteit zijn vervuld.
8. Het oostelijk partnerschap beoogt een grotere
energiezekerheid door samenwerking met het oog op een stabiele en
veilige energievoorziening en -doorvoer op lange termijn, onder meer
via betere regulering, energie-efficiëntie en een intensiever gebruik
van hernieuwbare energiebronnen. In de nieuwe associatieovereenkomsten
of andere bilaterale regelingen tussen de EU en de partnerlanden
kunnen bepalingen inzake energie-interdependentie worden opgenomen.
Bij de samenwerking op energiegebied moeten rekening worden gehouden
met de tweede strategische energiebeleidsevaluatie van de EU en met
het energiebeleid van elk partnerland.
Accent op multilaterale samenwerking
9. Binnen het multilaterale kader van het oostelijk
partnerschap zal werk worden gemaakt van samenwerking en een open en
vrije dialoog om aan de doelstellingen van het partnerschap te
voldoen. Het partnerschap zal functioneren op basis van gezamenlijke
van de Europese Unie en de partnerlanden. Het zal een forum bieden
voor het delen van informatie en ervaring in verband met de
vorderingen van de partnerlanden in de richting van overgang,
hervorming en modernisering, en zal de EU de beschikking geven over
een extra instrument voor de begeleiding van deze processen. Het kader
zal de uitwerking van gemeenschappelijke standpunten en gezamenlijke
activiteiten vergemakkelijken. Het multilaterale kader beoogt de
banden tussen de partnerlanden onderling te bevorderen en een forum
voor besprekingen over verdere ontwikkelingen van het oostelijk
partnerschap te vormen.
Aanpassing van wet- en regelgeving is van cruciaal belang voor
partnerlanden die nader tot de EU willen komen. Dit zal systematisch
worden aangepakt in het multilaterale kader, onder andere in speciale
bijeenkomsten waarin de Europese Unie haar wetgeving en normen zal
presenteren en toelichten en zal vergelijken met nationaal beleid en
recht.
10. De staatshoofden en regeringsleiders van het oostelijk
partnerschap zullen in beginsel om de twee jaar bijeenkomen. Deze
bijeenkomsten vinden plaats in de EU en in de partnerlanden. De
ministers van Buitenlandse Zaken komen jaarlijks bijeen. Deze
bijeenkomsten op hoog niveau zullen bijdragen tot de verdere
ontwikkeling en vormgeving van het oostelijk partnerschap.
11. De Europese Commissie is momenteel doende vier thematische
platforms te organiseren die het mogelijk maken in alle openheid en
vrijheid specifieke onderwerpen te bespreken uit de voornaamste
samenwerkingsgebieden, te weten: democratie, goed bestuur en
stabiliteit; economische integratie en convergentie met het sectorale
beleid van de EU; energiezekerheid; en persoonlijke contacten.
12. De eerste bijeenkomsten van de vier thematische platforms
vinden plaats in juni 2009. Ieder platform zal een reeks realistische,
periodiek bij te werken kerndoelstellingen met een overeenkomstig
werkprogramma goedkeuren en de vorderingen evalueren. De bijeenkomsten
zouden minstens tweemaal per jaar plaatsvinden op het niveau van hoge
ambtenaren die zich bezighouden met de hervormingen op de
desbetreffende beleidsterreinen. De platforms zullen verslag
uitbrengen aan de jaarlijkse bijeenkomsten van de ministers van
Buitenlandse Zaken. De werkzaamheden van de platforms kunnen bij
gelegenheid worden gestimuleerd door sectorale ministersbijeenkomsten.
Er zijn panels voorzien om de werkzaamheden van de thematische
platforms op specifieke terreinen te ondersteunen.
Derde landen zullen per geval in aanmerking komen voor deelname aan
concrete projecten, activiteiten en vergaderingen van de thematische
platforms, indien zulks bijdraagt tot de doelstellingen van specifieke
activiteiten en tot de algemene doelstellingen van het oostelijk
partnerschap. De activiteiten in het multilaterale kader van het
oostelijk partnerschap zijn gebaseerd op vrijwilligheid en samen
werking.
13. De deelnemers aan de top van Praag steunen het ontplooien
van in het oog springende initiatieven die het oostelijk partnerschap
dynamischer, concreter en zichtbaarder zullen maken, en zij verwachten
dat hierover op korte termijn in het kader van de platforms zal worden
gesproken.
14. De complementariteit met regionale initiatieven van de
Europese Unie en partnerlanden, met name de ZwarteZeeSynergie, zal
worden verzekerd. Per geval dient ook de interactie met andere
regionale initiatieven in de overwegingen te worden betrokken.
15. Hoge vertegenwoordigers van het Europees Parlement, het
Comité van de Regio's, het Europees Economisch en Sociaal Comité, de
Europese Investeringsbank en de Europese Bank voor Wederopbouw en
Ontwikkeling hebben de top van Praag bijgewoond. Het oostelijk
partnerschap zal een breed scala van actoren, waaronder ministeries en
andere overheidsinstanties, parlementen, het maatschappelijk
middenveld, internationale organisaties (zoals de OVSE, de Raad van
Europa en de OESO), internationale financiële instellingen, de
privésector, economische en sociale partners bij zijn multilaterale
platforms betrekken.
De deelnemers aan de top van Praag verzoeken derhalve de leden van de
parlementen van de Europese Unie en de partnerlanden ideeën aan te
dragen met betrekking tot het voorstel van het Europees Parlement om
een parlementaire vergadering met het oostelijk nabuurschap van de EU
(EURO-NEST PA) in te stellen, en de Europese Commissie om de
modaliteiten te bepalen en voor te stellen voor de invoering van een
Forum van het oostelijk partnerschap voor het maatschappelijk
middenveld.
De deelnemers verzoeken tevens de Europese Investeringsbank om in het
kader van haar mandaat betreffende het oostelijk nabuurschap te werken
aan investeringssteun voor het midden- en kleinbedrijf. Zij verzoeken
de Europese Investeringsbank, de Europese Bank voor Wederopbouw en
Ontwikkeling en andere internationale financiële instellingen om een
passende gezamenlijke faciliteit voor het midden- en kleinbedrijf in
te stellen.
Financiering
16. Overeenkomstig de door de Europese Raad in maart 2009
aangenomen verklaring betreffende het oostelijk partnerschap zal de
Europese Unie meer financiële steun voor de verwezenlijking van de
doelstellingen van het oostelijk partnerschap verstrekken en daarbij
rekening houden met de vorderingen die door individuele partnerlanden
zijn gemaakt. De deelnemers aan de top van Praag zijn het erover eens
dat de uitvoering van het oostelijk partnerschap naast de subsidies
van de Gemeenschap en de nationale cofinanciering, aanvullende
financiële middelen zal vergen en zij doen daarom een beroep op andere
donors, de internationale financiële instellingen en de privésector
aanvullende financiering te verstrekken ter ondersteuning van de
hervormingen en de prominente initiatieven en projecten.
17. Het oostelijk partnerschap dient de gezamenlijke
verantwoordelijkheid en de hechtere samenwerking tussen de publieke en
private sector op vernieuwende wijze te bevorderen. Pro-actieve
politieke steun en de stimulansen en waarborgen voor de private sector
van de zijde van de EU dienen de voorwaarden te scheppen om de private
sector aan te zetten tot investeringen in de concrete projecten in de
partnerlanden en aldus bij te dragen tot de verwezenlijking van de
doelstellingen van het oostelijk partnerschap.
18. De deelnemers aan de top van Praag moedigen de EIB, de
EBRD en andere internationale financiële instellingen aan alle
partnerlanden intensiever bij te staan bij het hervormings- en
moderniseringsproces en passende investeringsprojecten aan te wijzen.
Slotopmerkingen
19. De deelnemers aan de top van Praag zijn het eens over de
noodzaak de kernbeginselen en -doelstellingen van het oostelijk
partnerschap uit te dragen bij het publiek, daarvoor steun te
verwerven en er bekendheid aan te geven. Een grotere zichtbaarheid van
concrete projecten en activiteiten zal het initiatief dichter bij de
burgers brengen.
20. De deelnemers aan de top van Praag verzoeken het huidige
en toekomstige voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie
alsmede de Europese Commissie met de partnerlanden intensiever te
werken aan het programma voor de bijeenkomsten van de ministers en
hoge ambtenaren in het kader van de multilaterale dimensie van het
oostelijk partnerschap, de prioriteiten voor de activiteiten van de
thematische platforms voor de periode 2009-2010 te bepalen en
voorstellen voor een vroegtijdige uitvoering van prominente
initiatieven op te stellen.
21. De deelnemers aan de top van Praag vertrouwen erop dat de
resultaten van de top van Praag en de instelling van het oostelijk
partnerschap de democratie ten goede zullen komen, de stabiliteit en
de welvaart zullen versterken en de burgers van alle deelnemende
staten duurzame en tastbare voordelen zullen brengen. De deelnemers
aan de top van Praag zullen nauw samenwerken om de in deze
gezamenlijke verklaring geformuleerde doelstellingen te
verwezenlijken.
European Union