Afsluiting EU-Artech met demonstratie nieuwe mobiele apparatuur
12/05/2009 15:54
Instituut Collectie Nederland
Amsterdam, dinsdag 12 mei 2009- Op woensdag 13 mei 2009 wordt met een internationale persconferentie bij het Instituut Collectie Nederland (ICN) het Europese onderzoeksprogramma Eu-ARTECH (2004-2009) afgesloten met een demonstratie van nieuwe mobiele onderzoeksapparatuur.
Aansluitend vindt op 14 en 15 mei een internationaal symposium plaats over het onderzoek naar Vincent Van Gogh (1853 - 1890) en tijdgenoten.
Inhoud persconferentie
Tijdens de persconferentie geeft Prof. Dr. Bruno Brunetti, coördinator Eu-ARTECH en hoogleraar aan de Universiteit van Perugia, een toelichting op de resultaten van vijf jaar Europees onderzoek en samenwerking op het gebied van conservering van kunstobjecten.
Aansluitend wordt met behulp van vijf nieuw ontwikkelde mobiele apparaten kunsttechnologisch onderzoek verricht aan drie bijzondere objecten zoals het schilderij Bollenvelden en windmolens bij Rijnsburg (1886) van Claude Monet (1840-1926) uit de collectie van het ICN.
Na de demonstraties is er een receptie en wordt het nieuwe handboek Scientific examination for the investigation of paintings. A Handbook for Conservators-restorers gepresenteerd, dat is geschreven door D. Pina, M. Galeotti en R. Mazzeo met bijdragen van vele Eu-ARTECH leden.
Iedereen is daarna van harte uitgenodigd om de posterpresentaties te bezichtigen en te spreken met de aanwezige wetenschappers waaronder Prof. Antonio Sgammelotti (University of Perugia), Prof. dr. Bernhard Blümich (Aachen University), Dr. Michel Menu, head Research C2MRF (Centre de recherche et de restauration des musées de France) and Dr. Maarten van Bommel, senior onderzoeker ICN.
Over Eu-ARTECH
Eu-ARTECH (Access, Research and Technology for the Conservation of the European Cultural Heritage) is ontstaan uit samenwerking tussen dertien toonaangevende kennisinstituten op
het gebied van conservering van roerend cultureel erfgoed. Belangrijke doelen van Eu-Artech waren het ontwikkelen en uitwisselen van mobiele apparatuur en specifieke kennis op het gebied van kunsttechnologie en conserveringsmethoden. Het bereiken van gezamenlijk Europees onderzoek is een belangrijk resultaat.
Voordelen onderzoek op locatie
Mobiele onderzoeksapparatuur geeft de mogelijkheid om op locatie wetenschappelijk onderzoek te doen naar bijvoorbeeld materiaalsamenstelling, laagopbouw en de samenstelling ondergrond.
Collectiebeheerders hoeven geen kostbare investering te doen maar maken op aanvraag gebruik van de beschikbare apparatuur. Waardevolle en kwetsbare objecten hoeven niet te worden verplaatst.
Ook monumentale, vastzittende objecten zoals wandschilderingen kunnen worden onderzocht.
De informatie die voorkomt uit het onderzoek geeft een beter begrip van de (kunst)historische context van objecten en kan worden aangewend voor restauratie(s), de ontwikkeling van nieuwe conserveringmethoden, preventieve conservering en, in het algemeen, een beter beheer en behoud van cultureel erfgoed.
Nieuwe mobiele onderzoeksapparatuur
De nieuwe mobiele apparatuur is preciezer dan voorgaande typen en alle typen bieden vervanging voor het meer risicovolle afnemen van monsters.
Het IR (Infrared) scanning systeem is ontwikkeld met een breder spectrum dan de standaard instrumenten die ondertekening zichtbaar maken. Door een speciaal ontwikkeld detectiesysteem ontstaat inzicht in de verspreiding van materialen door het schilderij heen.
De NMR-Mouse (Nucleair Magnetic Resonance-Mobile Universal Surface explorer) wordt gebruikt voor het geven van informatie over het aantal lagen in een schilderij en de dikte ervan. Met de NMR-Mouse kan een oppervlaktescan worden gemaakt waardoor het verouderingsproces van schilderijoppervlakken over verscheidene eeuwen gevolgd kan worden.
Andere mobiele technieken zoals XRF-XRD (Integrated X-ray Fluorescence en X-ray Diffraction) maken de identificatie van pigmenten en lakken mogelijk en met het MIS (Multi Spectral Imaging) systeem kan een ruimtelijke (driedimensionale) reconstructie gemaakt worden.
Voor een volledig overzicht van gebruikte technieken verwijzen wij u naar www.icn.nl.
Onderzoek op zaal met de nieuwe apparatuur
De werking van de nieuwe appatuur wordt gedemonstreerd aan de hand van onderzoek aan drie objecten waaronder Bollenvelden en windmolens bij Rijnsburg uit 1886 van Claude Monet (1840-1926), uit de collectie van het ICN; Montuur van de kaart van het Iberische schiereiland, een zilveren tafelstuk uit 1549 van Wenzel Jamnitzer (1508 - 1558) en Moeder met kind een paneelschilderij uit 1455-1465 van Giorgio Schiavone (ca. 1433-1504) beiden uit de collectie van het Rijksmuseum.
Onderzoeksvragen richten zich op het verkrijgen van informatie over de opbouw van compositie en samenstelling van materialen, zoals pigmenten en lakken in de schilderijen en in de afwerklaag van het zilveren tafelstuk van Jamnitzer. Ook de mate van verval, zoals verlies van pigmenten en corrosie, wordt onderzocht, verkleuringen en diktes in vernis, de zichtbaarheid van de onderschildering en de samenstelling van het oppervlak (Schiavone) en er worden, wat de Monet betreft, vergelijkingen getrokken in materiaalgebruik met Van Gogh.
Van Goghs' Atelierpraktijk in context
Het onderzoek aan het schilderij van Monet vindt plaats in het kader van het Atelierpraktijk project (2004-2012), een onderzoeksproject dat is geïnitieerd door het van Gogh Museum in samenwerking met Shell en ICN.
Doel van het project is het verkrijgen van meer informatie over de atelierpraktijk (werkwijze, middelen en kennis) van Vincent van Gogh en zijn tijdgenoten. Vragen als 'Waar haalde van Gogh zijn kennis en ideeën vandaan? 'en 'Hoe verhoudt zijn werkwijze zich tot die van tijdgenoten?' staan centraal.
Het is waarschijnlijk dat Van Gogh het schilderij van Monet heeft bestudeerd omdat het werk was aangekocht door Boussod & Valadon, het bedrijf waarvoor zijn broer Theo werkte. Naast het onderzoek aan schilderijen worden ook brieven en tekeningen onderzocht op samenstelling en materiaalgebruik.
Symposium op 14 en 15 mei:
Aansluitend aan de afsluiting van Eu-ARTECH wordt op donderdag 14 en vrijdag 15 mei in het Van Gogh Museum een internationaal symposium gehouden. Centraal staat het werk en de atelierpraktijk van Vincent Van Gogh en tijdgenoten.
Wetenschappers uit binnen- en buitenland wisselen kennis en ervaring uit. Sprekers zijn onder andere Ella Hendriks, hoofd Restauratie Van Gogh Museum, Muriel Geldof, Han Neevel en Mathhijs de Keijzer, natuurwetenschappelijk onderzoekers van het ICN en Beatrice Morino en Constanza Miliani, natuurwetenschappelijk onderzoekers Eu-ARTECH.
Journalisten zijn na aanmelding bij ondergetekende van harte welkom.
Bij dit persbericht is een bijlage zichtbaar op www.perssupport.nl
http://www.icn.nl