Raad van State
Mediagevoelige uitspraken
Wekelijks doet de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
op de woensdagen in een groot aantal zaken een uitspraak. De
persvoorlichters van de Raad van State maken op maandag een selectie
van de uitspraken die interessant kunnen zijn voor de media. Deze
selectie vindt u op deze pagina en wordt iedere maandag om 14.00 uur
vernieuwd. Een overzicht van alle uitspraken die op de woensdag worden
gedaan, staat in de rubriek Hoofdzaken.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de persvoorlichters
van de Raad van State.
Op woensdag kunt u vanaf 10.15 uur de volledige tekst van deze
uitspraken lezen.
5 uitspraken gevonden
pagina: 1
1. 200802624/1
datum van uitspraak: woensdag 13 mei 2009
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Flora- en Faunawet
inhoudsindicatie:
(Flora en Fauna ontheffing voor ontwikkeling Park Brederode in
Bloemendaal en Velsen)
Uitspraak over de ontheffing van de Flora- en Faunawet die de minister
van LNV heeft verleend aan Park Brederode C.V. voor onder meer het
verstoren en beschadigen van vaste rust- en verblijfplaatsen van
verschillende soorten vleermuizen, spechten en hazelwormen. De
vennootschap is de ontwikkelaar van een natuurpark met maximaal 350
woningen op het terrein van het voormalig provinciaal ziekenhuis op
landgoed Meer en Berg. Dit landgoed ligt in Park Brederode in de
gemeenten Bloemendaal en Velsen. Het park maakt deel uit van een
beschermd natuurgebied. De rechtbank van Haarlem heeft in december
2008 eerdere beroepen van de Stichting Schapenduinen en de Vereniging
Behoud Landgoed Meer en Berg tegen de ontheffing deels gegrond
verklaard en de ontheffing vernietigd. Naar het oordeel van de
rechtbank is de bouw van de woningen geen dwingende reden op grond
waarvan de minister de ontheffing mocht verlenen. De vennootschap is
het niet eens met deze uitspraak en is in hoger beroep gekomen bij de
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De vennootschap
vindt dat de minister wel een ontheffing mocht verlenen voor het
verstoren van de hazelwormen, spechten en vleermuizen op grond van
zogenoemde 'dwingende redenen van groot openbaar belang'. Ook de
stichting en de vereniging zijn in hoger beroep gekomen. Zij vinden
dat de rechtbank ook nog had moeten oordelen dat de minister een
ontheffing had moeten verlenen voor de permanente verstoring van het
leefgebied van de vleermuizen en spechten. Ook vinden zij dat de
minister concrete alternatieven voor de woningbouw had moeten
onderzoeken. De zaak is op 18 december jl. op zitting behandeld.
2. 200803491/1
datum van uitspraak: woensdag 13 mei 2009
proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig
rechtsgebied: Kamer 2 - Milieu - Afval
inhoudsindicatie:
(Milieuvergunning voor recyclingbedrijf in Enschede)
Uitspraak over de milieuvergunning die het college van gedeputeerde
staten van Overijssel heeft verleend aan Rodepa voor een
recyclingbedrijf aan de Lenteweg en de Glanerveldweg in Enschede. Het
bedrijf ligt op het gezoneerde industrieterrein "Euregio
Bedrijvenpark". Een aantal bewoners en eigenaren van bedrijven op het
bedrijvenpark is tegen de milieuvergunning in beroep gekomen. Zij
vrezen onder meer geluidsoverlast, omdat het bedrijf niet zou kunnen
voldoen aan de geluidsnormen in de vergunning. Ook zijn de
geluidsnormen voor de nachtperiode volgens hen te ruim. Het
provinciebestuur had verder de geluidsbelasting van de
shredderinstallatie in de geluidsberekeningen moeten meenemen, aldus
de bewoners en de eigenaren. Volgens hen slaat het bedrijf verder in
strijd met de vergunning gevaarlijke afvalstoffen op op het terrein.
Tenslotte vinden zij dat het provinciebestuur strengere voorschriften
in de vergunning had moeten opnemen om overlast door stof en fijn stof
tegen te gaan. De zaak is op 12 maart jl. op zitting behandeld.
3. 200806137/1/H1
datum van uitspraak: woensdag 13 mei 2009
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
inhoudsindicatie:
(Dwangsom Evangelisch Centrum "De Rivier" voor gebruik pand in Vlist)
Uitspraak over de dwangsom die het college van burgemeester en
wethouders van Vlist heeft opgelegd aan het Evangelisch Centrum "De
Rivier" vanwege het gebruik van een pand aan de Provincialeweg West in
Vlist voor religieuze bijeenkomsten. Volgens het college is dit
gebruik in strijd met het bestemmingsplan. Het Evangelisch Centrum
doet een beroep op de vrijheid van godsdienst en zegt in geen ander
gebouw zijn bijeenkomsten te kunnen houden. Een leegstaand theater dat
hem als alternatief is aangeboden, zou niet geschikt zijn. Het
Evangelisch Centrum vindt het gebruiksverbod dat het gemeentebestuur
hem heeft opgelegd een 'ontoelaatbare beperking van de vrijheid van
godsdienst'. Volgens hem had het gemeentebestuur een tijdelijke
vrijstelling voor het houden van de bijeenkomsten kunnen verlenen. Ook
is het Evangelisch Centrum van mening dat de gemeente met twee maten
meet. Het gemeentebestuur zou niet optreden tegen drie andere gevallen
waarin een pand in strijd met het bestemmingsplan wordt gebruikt.
Daarom komt het Evangelisch Centrum in hoger beroep bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State. De rechtbank in Den Haag
verklaarde in juli 2008 een eerder beroep van het Evangelisch Centrum
ongegrond. De zaak is op 26 maart jl. op zitting behandeld.
4. 200806822/1/H1
datum van uitspraak: woensdag 13 mei 2009
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Bouwzaken
inhoudsindicatie:
(Bouwvergunning voor casino en speelautomatenhal in Apeldoorn)
Uitspraak over de bouwvergunning die het college van burgemeester en
wethouders van Apeldoorn heeft verleend aan JVH Amusementscentrum voor
het veranderen en vergroten van een bedrijfsruimte in een casino annex
speelautomatenhal aan de Arnhemseweg in Apeldoorn. Een ander
speelautomatenbedrijf heeft bij het gemeentebestuur bezwaar gemaakt
tegen de verleende bouwvergunning. Het gemeentebestuur heeft deze
bezwaren ongegrond verklaard. De rechtbank van Zutphen heeft in
augustus 2008 echter geoordeeld dat het gemeentebestuur deze bezwaren
niet-ontvankelijk in plaats van ongegrond had moeten verklaren. Naar
het oordeel van de rechtbank is het concurrerende bedrijf in dit geval
geen belanghebbende in de procedure, zodat het gemeentebestuur niet
inhoudelijk op de bezwaren van dit bedrijf had moeten ingaan. Het
concurrerende bedrijf is het niet met de uitspraak van de rechtbank
eens en is in hoger beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak
van de Raad van State. De zaak is op 6 april jl. op zitting behandeld.
5. 200808119/1/H3
datum van uitspraak: woensdag 13 mei 2009
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Verordeningen
inhoudsindicatie:
(Weigering ontheffing sluitingstijden voor Event Plaza in Rijswijk)
Zitting over de weigering door de burgemeester van Rijswijk (Z-H) om
aan Event Plaza een ontheffing te verlenen van de sluitingstijden voor
horeca. Event Plaza had om verruiming van de sluitingstijden op
vrijdag-, zaterdag- en zondagavond verzocht voor haar partycentrum aan
de Lange Kleiweg in Rijswijk. De burgemeester heeft dit op advies van
de politie geweigerd, omdat in het partycentrum een aantal incidenten,
waaronder een schietincident, heeft plaatsgevonden. Event Plaza is
tegen de weigering in hoger beroep gekomen bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State. Volgens hem heeft feitelijk
niet de burgemeester, maar de politie bepaald dat het partycentrum
zijn sluitingstijden niet mocht verruimen. Event Plaza vindt verder
dat hij alles er aan heeft gedaan om de incidenten te voorkomen. Ook
is volgens hem niet duidelijk aan welke voorwaarden hij moet voldoen
om toch ruimere openingstijden te krijgen. De rechtbank in Den Haag
heeft in september 2008 een eerder beroep van het partycentrum
ongegrond verklaard. De zaak is op 14 april jl. op zitting behandeld.