Ministerie van Buitenlandse Zaken

Beantwoording vragen van de leden Haverkamp en Willemse-van der Ploeg over een Sri Lankaans tienermeisje in gevangenschap in Saudi-Arabië

11-05-2009 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de vragen gesteld door de leden Haverkamp en Willemse-van der Ploeg (beiden CDA) over een Sri Lankaans tienermeisje in gevangenschap in Saudi-Arabië. Deze vragen werden ingezonden op 24 april 2009 met kenmerk 2009Z08011.

De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen

Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken op vragen van de leden Haverkamp en Willemse-van der Ploeg (beiden CDA) over een Sri Lankaans tienermeisje in gevangenschap in Saudi-Arabië.

Vraag 1
Bent u op de hoogte van de zaak Rizana Nafeek, een Sri Lankaans tienermeisje, dat al vier jaar in gevangenis in Saudi-Arabië verblijft door een incident? 1) Zo ja, hebt u informatie over de medische conditie van dit meisje? Zo nee, bent u bereid u over deze zaak te laten informeren?

Antwoord
Ja. Ik heb kennisgenomen van het bericht waaraan u refereert. Blijkens informatie door de Nederlandse ambassade ingewonnen bij de Sri Lankaanse ambassade te Riyad verkeert het meisje in goede gezondheid.

Vraag 2
Heeft er naar uw oordeel een eerlijke rechtsgang plaatsgevonden?

Antwoord
Na de arrestatie van het meisje in 2005 duurde haar rechtszaak bij de lagere rechter ruim twee jaar. De rechter achtte haar schuldig en veroordeelde haar tot de doodstraf. Zij ging in hoger beroep en haar zaak werd terugverwezen (december 2007). Sindsdien heeft er geen rechtszaak plaatsgevonden.

Gezien onduidelijkheden in het procesverbaal is de vertaler van de bekentenis van het meisje meerdere malen gesommeerd voor de rechter te verschijnen, maar hij is spoorloos.

Uit dit feit en het ontbreken van een datum waarop de zaak weer in behandeling wordt genomen, komt niet het beeld naar voren van een eerlijke rechtsgang.

Vraag 3
Deelt u de mening dat vanuit het oogpunt van de mensenrechten de internationale aandacht voor de zaak van Nafeek niet mag verslappen? Zo ja, op welke wijze kan Nederland eraan bijdragen dat die aandacht niet verslapt en zij daarnaast op enige wijze bijstand krijgt?

Antwoord
In Sri Lanka wordt de zaak hoog opgenomen. Deze krijgt veel aandacht in de media. De Sri Lankaanse Minister van Emigratie, Minister Mohamed Bhaila, volgt de rechtszaak nauwgezet. Hij is voor deze zaak al tenminste 3 keer naar Saudi-Arabië gereisd.

De EU troika demarcheerde op 5 maart 2008 bij de Saudi autoriteiten naar aanleiding van het hoge aantal veroordelingen tot de doodstraf in dat land. In detail werd toen ook de zaak van het Sri Lankaanse meisje genoemd. Aan de toezegging van Saudi autoriteiten om het lokale EU voorzitterschap schriftelijk te rapporteren over deze rechtszaak is tot nog toe geen gevolg gegeven.

Nederland blijft de mensenrechtensituatie in Saudi-Arabië in het algemeen en zaken als deze van het Sri Lankaanse meisje nauwgezet volgen en er aandacht voor vragen.

Vraag 4

Bent u bereid tijdens uw bezoek aan Saoedi-Arabië in mei 2009 de zaak Rizana Nafeek aan de orde te stellen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke concrete mogelijkheden ziet u hiervoor en op welke wijze houdt u de Kamer hiervan op de hoogte?

Antwoord
Ik zal de positie van Rizana Nafeek opbrengen tijdens mijn bezoek aan Saudi-Arabië medio mei a.s. en ik zal de Kamer daarover na afloop van mijn bezoek informeren.


1) NONA Foundation, "Laatste nieuws in de zaak Rizana Nafeek"

http:/www.nonafoundation.com/nieuws

* Ministerie van Buitenlandse Zaken

* Bezuidenhoutseweg 67

* Postbus 20061

* 2500 EB Den Haag

* Tel.: 070-3 486 486

* Fax: 070-3 484 848

* Internet: www.minbuza.nl