Senternovem
11-05-2009 | Nationaal CCS-symposium
Internationaal gezien hoort Nederland bij de kopgroep
`Meet, weet en realiseer'. Dat was het motto van het 4e nationale
CCS-symposium in Driebergen: welke kennis is de afgelopen jaren onder
meer binnen het inmiddels afgeronde programma `CO2-afvang, -transport
en -opvang (CATO) opgedaan en hoe ziet de agenda voor de komende jaren
eruit? De organisatie was in handen van CATO, EnergieTransitie en de
projectdirectie CCS van EZ en VROM. Minister Van der Hoeven opende het
symposium en overhandigde een cheque van 5 miljoen euro als eerste
bijdrage aan CATO 2, het vervolg op CATO.
Hoewel wat euro's minder rijk, ging Van der Hoeven allerminst met lege
handen naar huis, vertelt coördinator van het congres, Sander van
Egmond, die binnen CATO verantwoordelijk is voor de communicatie. "Aan
de minister is het boekwerkje met onderzoeksresultaten uit het
CATO-programma aangeboden." In feite vormt het een samenvatting van de
antwoorden op de vragen die tijdens het ochtendprogramma centraal
stonden. `Wat hebben we de afgelopen vijf jaar geleerd in Nederland,
wat weten we nu?"
CATO 2 moet grote demo's faciliteren
Vijf jaar CATO heeft aangetoond dat CO2-afvang en -opslag kan, en ook
nodig is om onze klimaatdoelen te halen, vat Van Egmond samen.
"Daarnaast is duidelijk dat de inspanningen op CCS-gebied hebben
geleid tot een groot netwerk van deskundigen. Internationaal gezien
hoort Nederland bij de kopgroep." Het afgeronde CATO-programma krijgt
een vervolg met CATO 2. Dat programma moet kennis genereren om twee
grote demonstratieprojecten te faciliteren. De overheid en industrie
zouden elk de helft van het benodigde bedrag van bijna 100 miljoen
euro moeten bijdragen. Nederland wil deze projecten realiseren in het
kader van het Europese CCS-programma. "Er komen nog allerlei vragen
uit (kleinere) `Unieke Kansenregeling (UKR)'-pilots bovendrijven en de
wetenschappelijke beantwoording daarvan door CATO 2 moet ten goede
komen aan die grote demonstratieprojecten."
Linksom of rechtsom
CCS is overigens geen zaligmakend doel op zich, benadrukt Van Egmond:
"Het gaat er om klimaatverandering tegen te gaan. CCS is daartoe een
mogelijkheid, maar daarnaast moeten we altijd blijven inzetten op
energiebesparing en duurzame energie uit hernieuwbare bronnen. Vraag
op de conferentie was wel: hoe kun je nou - zeker gezien de bouw van
een aantal nieuwe kolencentrales - extra incentives inbouwen om ervoor
te zorgen dat de CO2 die daar zal vrijkomen, ook echt wordt
afgevangen. Minister Cramer heeft gezegd dat dit linksom of rechtsom
moet gebeuren. Maar hoe precies - op basis van een hogere CO2-prijs of
een verplichting bijvoorbeeld - daarover is nog niets te zeggen."
Publieke perceptie
Eén van de onderwerpen waar tijdens het ochtendprogramma de aandacht
naar uitging is de communicatie rond CCS. Zo presenteerde Dancker
Daamen van de Universiteit van Leiden de resultaten van zijn onderzoek
naar de publieke perceptie van CCS. Van Egmond: "Het lastige bij CCS
is dat het nieuw is en mensen er weinig van weten. Dat leidt ertoe dat
mensen zich een zogeheten `ongeïnformeerde mening' vormen en die
blijkt een slechte voorspeller voor publieke steun of verzet. Maar
wanneer je mensen eerst terdege informeert, staan ze weliswaar niet te
juichen, maar wijzen ze CCS ook niet af."
Industrie aan het woord
Tijdens het middagprogramma van het congres kwam de industrie aan het
woord en werd vooruitgeblikt naar de CCS-activiteiten in de komende
jaren. Een van die activiteiten is de bouw van een innovatieve
testinstallatie voor CO2-afvang bij de elektriciteitscentrale van Nuon
in Buggenum. Aan dit project is een omvangrijk onderzoeksprogramma
gekoppeld, waarbij ECN, TNO, TU Delft en KEMA zijn betrokken. Nuon
heeft hiervoor 10 miljoen euro subsidie ontvangen via de UKR. De bouw
van de installatie start nog voor de zomer. In de tweede helft van
2010 kan dan de afvang van CO2 starten.
Afvang CO2 na kolenvergassing
Het afvangproject van Nuon is het eerste project dat plaatsvindt bij
kolenvergassing. Harry Schreurs van SenterNovem legt uit: "Na het
scheiden van het kolengas in CO2 en waterstof, is het mogelijk CO2 af
te vangen. Het waterstofgas dient als brandstof voor de
elektriciteitsproductie. De installatie bij de centrale in Buggenum is
een test om deze methodiek geschikt te maken voor de
elektriciteitssector. Met de opgedane kennis en ervaring wil Nuon
CO2-afvang ook op grote schaal realiseren bij de geplande Nuon Magnum
centrale in de Eemshaven."