11-05-2009
Europees consortium gaat maatschappelijke impact van onderzoek meten
Het meten van de wetenschappelijke kwaliteit van onderzoek behoort tot
de gangbare praktijk. Maar hoe de maatschappelijke invloed van
onderzoek kan worden gemeten, is nog grotendeels een onbeantwoorde
vraag. En zeker zo relevant is de vraag welke invloed de maatschappij
op de wetenschap heeft. Een Europees consortium van kennisinstituten
en wetenschappelijke instellingen, genaamd SIAMPI, heeft van de
Europese Commissie 800.000 euro subsidie gekregen om
beoordelingsmethoden te ontwikkelen voor het beantwoorden van deze
vragen. Dit project, dat naar verwachting twee jaar zal duren, moet
een kant-en-klare set indicatoren opleveren om de (productieve)
interactie tussen wetenschap en maatschappij te meten.
Eerste supranationale samenwerking
Terwijl de internationale wetenschappelijke wereld zich ontwikkelt tot
een meer interactieve maar ook meer concurrerende gemeenschap, en
onderzoeksfinanciers in toenemende mate vragen om meetbare valorisatie
van onderzoek, blijft de ontwikkeling van methoden om de feitelijke
maatschappelijke impact van onderzoek te meten achter bij deze trend.
'Maatschappelijke impact' wordt als concept weliswaar vaak in algemene
wetenschappelijke beoordelingsprotocols opgenomen, maar krijgt meestal
geen prioriteit en wordt niet in praktijk gebracht. Bovendien zijn
metingen van de maatschappelijke impact vaak beperkt tot nationaal
niveau. SIAMPI, een consortium van vier Europese kennisinstellingen,
overstijgt deze nationale grenzen en gaat een interdisciplinaire,
internationaal toepasbare methode ontwikkelen die geschikt is voor
uiteenlopende onderzoeksgebieden.
Maatschappelijke impact meten via vier trajecten van productieve
interacties
Het uitgangspunt van SIAMPI is dat kennis tot stand komt in een
voortdurende wisselwerking tussen wetenschap en maatschappij, waarbij
door alle stakeholders (onderzoekers, universiteiten en financiers,
maar ook overheidsorganisaties, NGO's, bedrijven en burgers) feedback
wordt gegeven, resultaten worden beoordeeld en verbeteringen worden
voorgesteld.
Met de methode van SIAMPI zal de maatschappelijke impact van onderzoek
kunnen worden gemeten via vier trajecten van productieve interacties:
1. directe persoonlijke contacten (uiteenlopend van gewoon overleg
tot complexe vormen van onderzoekssamenwerking)
2. specifieke outputs (deskundigenrapporten, klinische richtlijnen,
wetenschappelijk advies, enz.)
3. overdracht van zaken (producten, verandering in maatschappelijke
praktijken, beleidsinstrumenten)
4. financierings- of andere ondersteuningsmechanismen (mensen,
maatschappelijke praktijken, artefacten en ondersteuning).
Na deze analytische fase wil SIAMPI casestudy's gaan uitvoeren op de
terreinen nanotechnologie, ICT, gezondheid en de sociale en
menswetenschappen, zowel nationaal als supranationaal. Deze
casestudy's worden als essentieel beschouwd, omdat ze zullen laten
zien in hoeverre de methode in uiteenlopende onderzoeksdisciplines kan
worden toegepast.
Kenmerkend voor de aanpak van SIAMPI is dat er van meet af aan niet
alleen wordt gewerkt met onderzoekers die maatschappelijk relevant
onderzoek doen, maar ook met maatschappelijke stakeholders. Beide
groepen worden betrokken bij de ontwikkeling van criteria en
indicatoren die het best aangeven welke productieve interacties zorgen
voor een maatschappelijke impact van onderzoek.
Over SIAMPI
SIAMPI is een acroniem van 'Social Impact Assessment Methods for
research and funding instruments through the study of Productive
Interactions between science and society'. Dit project heeft voor een
periode van twee jaar 800.000 euro subsidie gekregen uit het Zevende
Kaderprogramma (KP7) van de EU, Wetenschap in de maatschappij (Science
in Society -SiS).
De aanpak van SIAMPI bouwt voort op de sci_Quest-methode voor de
evaluatie van onderzoek in de context van beleids- en maatschappelijke
vraagstukken. Deze methode is ontwikkeld in opdracht van de Commissie
van Overleg Sectorraden (COS) en is verder uitgewerkt door het
platform Evaluating Research in Context (ERiC). Dit platform
coördineert een aantal pilotprojecten waarbij de methode wordt getest
op diverse universiteiten, onder meer bij faculteiten bouwkunde,
rechten en elektrotechniek.
Noot voor de redactie,
Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen