Persbericht Onderzoeksinstituut OTB
TU Delft
Promovendus concludeert: ondanks verschillen in woonomgeving veel overeenkomsten in de betekenis van alledaagse activiteiten.
De betekenis van wonen
De woning is een belangrijk element in het dagelijks leven en heeft zowel functionele, sociale als economische betekenissen. Vaak zijn deze, direct of indirect, verbonden aan de activiteiten die plaatsvinden in de woning en de woonomgeving. Gebruik geeft betekenis aan de woning en tegelijkertijd bepaalt betekenis de manier waarop de woning wordt gebruikt. De relatie tussen de mens enerzijds en zijn woning en woonomgeving anderzijds komt tot uitdrukking in het leven van alledag.
Daar waar woonvoorkeurenonderzoek zich bezighoudt met de vraag wat mensen willen op woongebied, ging Janine Meesters een stap verder. Ze zoemde in op de rol van achterliggende motieven van activiteiten in en om de woning en onderzocht hoe mensen hun woning en woonomgeving gebruiken. Doel van het onderzoek was het beter doorgronden van de complexe relatie tussen mens en omgeving. Hierdoor wordt het mogelijk om woonvoorkeuren beter te voorspellen en dit leidt wellicht tot meer consumentgericht bouwen in de toekomst.
Meesters: "De woning is een centrum van activiteiten. Niet alleen kenmerken van de woning, maar ook van de woonomgeving bepalen voor een deel het gebruik. In hoeverre ziet het dagelijkse leven van een stadsbewoner er anders uit dan dat van iemand die op het platteland woont? Wat is de betekenis van wonen in een centrumstedelijke, suburbane of landelijke woonomgeving? De achterliggende motieven voor die keuzes blijken dichter bij elkaar te liggen dan aanvankelijk werd gedacht. Ondanks de verschillen in woonomgeving, zijn er veel overeenkomsten in de betekenis van alledaagse activiteiten".
Voor haar onderzoek ondervroeg Meesters ruim 600 mensen, verdeeld over stad, platteland en buitenwijken. Uit deze interviews bleek dat de toegekende betekenissen belangrijk zijn voor de manier waarop mensen hun woning en woonomgeving gebruiken.
Meesters:" Het onderzoek toont aan dat de woning, maar ook de woonomgeving ten eerste een plaats is om sociale contacten te onderhouden, samen dingen te delen en tijd te hebben voor elkaar. Dit vertaalt zich in het samen willen zijn met gezin en vrienden. In het verlengde hiervan ligt vrijetijdsbesteding; ontspannen voor de buis en het lezen van een boek. De woning biedt ook een plek om je af te schermen van de buitenwereld. Daar ben je zelf baas over wat je doet. Door de komst van de computer en internet is deze dimensie nog zichtbaarder geworden in de woning. De vrije toegang tot informatie biedt mogelijkheden voor persoonlijke ontwikkeling of juist ontspanning.
Meesters bouwt met haar proefschrift voort op het conceptueel kader zoals dat ontwikkeld is in het promotieonderzoek van Coolen (2008) The meaning of dwelling features. Conceptual and methodological issues. Met behulp van dit conceptueel kader kan men op een systematische wijze de relatie tussen alledaagse activiteiten, de omgeving (de woning en woonomgeving) en de onderliggende betekenis onderzoeken.
Het onderzoek van Meesters werd gesubsidieerd door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), Sustainable Urban Areas (SUA) en Bsik.
Janine Meesters (2009) The meaning of activities in the dwelling and residential environment. A structural approach in people-environment relations, ISBN 978-1-60750-012-4.
Noot aan de redactie/
Technische Universiteit Delft