Beantwoording vragen over 'Financiering van de Nederlandse steun aan de
Burundese politie en leger'
08-05-2009 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Graag bied ik u, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken,
hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het
lid Boekestijn over "Financiering van de Nederlandse steun aan de
Burundese politie en leger." Deze vragen werden ingezonden op 15 april
2009 met kenmerk 2009Z07110.
De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
Bert Koenders
Antwoorden van de heer Koenders, Minister voor
Ontwikkelingssamenwerking, mede namens de Minister van Buitenlandse
Zaken, de heer Verhagen, op vragen van het lid Boekestijn (VVD) over
Financiering van de Nederlandse steun aan de Burundese politie en
leger.
Vraag 1
Kunt u de Kamer aangeven hoe de Nederlandse steun aan de Burundese
politie en leger is gefinancierd? Welk deel wordt betaald door
Ontwikkelingssamenwerking en welk deel door Defensie? Heeft u
overwogen uw collega van Defensie aan te bieden de gehele steun met
ODA-geld te financieren? 1)
Antwoord
De Nederlandse steun aan de Burundese politie en leger wordt
grotendeels gefinancierd uit het Stabiliteitsfonds, met uitzondering
van de door Defensie betaalde salariskosten van Nederlands
Defensiepersoneel, dat in Burundi actief is als "Security Sector
Development"-adviseurs. Het Stabiliteitsfonds wordt ingezet voor het
financieren van activiteiten op het snijvlak van vrede en veiligheid
in ontwikkelingslanden, en in fragiele staten in het bijzonder. Het
Stabiliteitsfonds bestaat uit zowel ODA als non-ODA middelen. Het
veiligheidsprogramma in Burundi wordt grotendeels met de ODA middelen
uit het Stabiliteitsfonds gefinancierd. Echter, steun aan het
Burundese leger wordt uit non-ODA middelen betaald aangezien de
OECD/DAC ODA-eligibility criteria het niet toelaten dit uit ODA te
financieren. Het Stabiliteitsfonds werd juist opgericht om
activiteiten te kunnen financieren die zowel een ODA als een non-ODA
component bevatten om zo op een zo geïntegreerd mogelijke wijze te
kunnen werken. Het veiligheidsprogramma voor Burundi is hiervan een
goed voorbeeld.
Vraag 2
Kunt u de Kamer inlichten over de representativiteit van de genoemde
enquêtes in uw nieuwsbericht van 11 april 2009 op uw website? 1)
Antwoord
De in het nieuwsbericht van 11 april genoemde percentages hebben
betrekking op de Burundese politie en zijn ontleend aan een onderzoek
van het Centre d'Alerte et de Prévention des Conflits (CENAP), een
onafhankelijke NGO. Dit onderzoek betrof de perceptie van Burundese
burgers van de veiligheidssituatie in hun land en van de mate waarin
zij zich beschermd voelen door de Burundese politie. Het werd in
januari 2009 afgerond. Voor het onderzoek werden in alle 17 provincies
van Burundi respondenten geïnterviewd, in totaal 2260 burgers, 442
politie agenten en 522 militairen.
Vraag 3
Hoe verklaart u het lage percentage Burundezen die de mening zijn
toegedaan dat corruptie bij de politie een probleem is terwijl recent
de vice-voorzitter van de anti-corruptieorganisatie Olucome is
vermoord?
Antwoord
De anti-corruptie organisatie Olucome doet onderzoek naar corruptie in
de verschillende sectoren in de Burundese samenleving en richt zich
dus niet alleen op corruptiepraktijken bij de politie. Er wordt
momenteel onderzoek verricht naar de mogelijke daders van de moord op
de vice-voorzitter van Olucome,
Ernest Manirumva.
Vraag 4
Bent u bereid druk uit te oefenen opdat er een onafhankelijk onderzoek
komt naar de moord op de hierboven genoemde vice-voorzitter? Beschouwt
u het uitblijven van een dergelijk onderzoek als een reden Nederlandse
hulp te heroverwegen?
Antwoord
Ik vind het van groot belang dat er een onafhankelijk onderzoek komt
naar de moord op de vice-voorzitter van de anti-corruptie organisatie
Olucome. Daar heb ik ook op aangedrongen in mijn recente gesprek met
de Burundese President Nkurunziza. Ik heb tevens aangegeven dat in een
democratische samenleving de media en ngo's hun kritische rol moeten
kunnen spelen. De activiteiten van Olucome spelen daar ook een rol in.
In de politieke dialoog die ik voer met de Burundese autoriteiten,
vraag ik regelmatig daarvoor nadrukkelijk de aandacht.
Vraag 5
Kunt u deze vragen zo snel mogelijk beantwoorden zodat de Kamer over
uw antwoorden beschikt als er een debat plaatsvindt over uw verslag
van uw reis naar het Grote Merengebied?
Antwoord
Ik zal bij beantwoording het tijdschema hanteren zoals dat
gebruikelijk is voor Kamervragen.
1) www.minbuza.nl, 11 april 2009: 'Samenwerking op gebied van
veiligheid met Burundi'
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken