Kamrebrief inzake het verslag van de RAZEB van 27 april 2009
08-05-2009 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Graag bieden wij u hierbij het verslag aan van de Raad Algemene Zaken
en Externe Betrekkingen van 27 april 2009.
De Minister van Buitenlandse Zaken, De Staatssecretaris voor Europese
Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen Drs. F.C.G.M. Timmermans
Verslag van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen (RAZEB) van
27 april 2009
Algemene Zaken
Kroatië
De Raad besprak de patstelling in de toetredingsonderhandelingen
tussen de EU en Kroatië als gevolg van de Sloveense blokkade op een
tiental onderhandelingshoofdstukken. Commissaris Rehn gaf een
overzicht van zijn pogingen om in het (grens)geschil tussen Kroatië en
Slovenië te bemiddelen. Hij stuurt aan op een politiek akkoord om het
geschil via arbitrage op te lossen. Dit politiek akkoord zou volgens
Rehn aan de Sloveense en Kroatische parlementen moeten worden
voorgelegd, waarna Slovenië de blokkade op de
toetredingsonderhandelingen zou opheffen. Goede wil van Slovenië en
Kroatië is nodig om tot een constructieve oplossing te komen.
Commissaris Rehn sprak de hoop uit dat de twee landen nu snel na
onderling overleg op politiek niveau hun goedkeuring zouden geven aan
het plan. De meeste lidstaten spraken steun uit voor de inzet van
Commissaris Rehn. Het is van belang dat het grensgeschil niet verder
wordt `gepolitiseerd'. De Beneluxlanden benadrukten het bilaterale
karakter van het geschil. Voorts stelden de Beneluxlanden dat Kroatië
aanvullende inspanningen moet verrichten in de samenwerking met het
Joegoslaviëtribunaal, mede ook met het oog op de rapportage van
hoofdaanklager Brammertz aan de VN-veiligheidsraad begin juni.
Oostelijk Partnerschap Top, Werkgelegenheidstop en Southern Corridor
Top
Het voorzitterschap blikte kort vooruit op de Toppen van 7 en 8 mei
inzake respectievelijk het Oostelijk Partnerschap, Werkgelegenheid en
de Zuidelijke Corridor. Nederland stelde dat het van belang is dat de
EU tijdens de Top over het Oostelijk Partnerschap aandacht vraagt voor
het gebrek aan democratie en respect voor mensenrechten in
Wit-Rusland.
Externe Betrekkingen
Europees Nabuurschapsbeleid
De Europese Commissie gaf een korte toelichting op de Mededeling die
op 23 april 2009 was gepubliceerd en waarin een terugblik werd gegeven
op de implementatie in 2008 van het Europees Nabuurschapsbeleid (ENB)
en de bijbehorende ENB-Actieplannen. In grote lijnen waren op
sociaaleconomisch vlak verbeteringen waargenomen, terwijl minder
vooruitgang was geboekt op het terrein van democratisering en goed
bestuur. De voorzitter sloot vervolgens het agendapunt af.
Birma
De Raad was eensgezind in zijn oordeel dat de mensenrechtensituatie en
het gebrek aan concrete stappen van het Birmese regime op het gebied
van democratisering aanleiding gaven tot verlenging van het op Birma
toepasselijke sanctieregime met één jaar.
De ministers spraken af dat de EU de situatie in Birma nauwlettend zou
blijven volgen teneinde snel te kunnen inspelen op eventuele
veranderingen. HV Solana, de Commissie en verscheidene ministers
stelden voorts dat de sancties tot op heden nog niet de gewenste
veranderingen in Birma teweeg hadden gebracht. Het was derhalve van
belang dat de EU, naast het sanctiespoor, ook actiever zou worden op
het tonen van breder engagement. Daarbij zou kunnen worden gedacht aan
het aanmoedigen van bezoeken van hoogwaardigheidsbekleders, waaronder
bijvoorbeeld Speciaal EU-Gezant Fassino, het inzetten van meer
middelen ten behoeve van de opbouw van een maatschappelijk middenveld
en het nauwer optrekken met regionale partners en de VS. De voorzitter
stelde vast dat hierover in Raadskader de komende tijd verder zal
worden gesproken.
Sri Lanka
De Raad toonde zich uitermate verontrust over de vele
burgerslachtoffers die inmiddels waren gevallen en de almaar
verslechterende humanitaire situatie in het noorden van Sri Lanka. De
strijdende partijen werden opgeroepen tot de onmiddellijke afkondiging
van een staakt-het-vuren, zodat de duizenden burgers die nog klem
zaten tussen het regeringsleger en de LTTE een veilige uitweg werd
geboden. In dat kader riep de Raad de Sri Lankaanse regering op
volledig samen te werken met de voorziene missie van de VN-commissaris
voor Humanitaire Aangelegenheden Sir John Holmes en alles in het werk
te stellen de situatie in de vluchtelingenkampen ten spoedigste te
verbeteren. Alle lidstaten waren het erover eens dat een actieve rol
van de EU op zijn plaats was en het voor 11 mei voorziene Trojkabezoek
aan Colombo werd dan ook unaniem gesteund. Gezien de ernst van de
situatie verklaarden de Franse minister van Buitenlandse Zaken
Kouchner en zijn Britse collega Miliband, daarin gesteund door
minister Verhagen en andere ministers, dat zij nog deze maand een
bezoek zouden brengen aan Sri Lanka waarbij ook de zorgen van de EU
aan de Sri Lankaanse regering zouden worden overgebracht.
Midden-Oosten vredesproces
Het voorzitterschap gaf aan dat het Midden-Oosten vredesproces zich in
een overgangfase bevond nu de nieuw aangetreden Israëlische regering
nog kenbaar diende te maken hoe zij invulling zal geven aan het
vredesproces en de Egyptische bemiddeling nog niet had geleid tot een
Palestijnse eenheidsregering. De onzekerheid over de richting van het
vredesproces die hieruit voortvloeide vormde volgens alle ministers
een uitgelezen moment om als EU aan beide partijen een heldere
boodschap af te geven.
De ministers waren het erover eens dat de volgende elementen onderdeel
dienden uit te maken van een dergelijke boodschap: bevordering van een
twee-statenoplossing, naleving van Annapolis, de Routekaart (met
inbegrip van beëindiging van het nederzettingenbeleid), het Arabisch
Vredesinitiatief en de oproep aan Israël om de grenzen met Israël open
te stellen, zodat de humanitaire situatie in Gaza kon worden
verbeterd. Minister Verhagen onderstreepte in dit kader het
onverminderde belang van de Kwartetvoorwaarden die evenals Annapolis,
de Routekaart en het Arabisch Vredesinitiatief één van de vier pijlers
van het vredesproces vormden.
De EU diende, net als de VS, blijvend te benadrukken dat herstart van
de vredesbesprekingen alleen succesvol zou kunnen zijn en tot een
daadwerkelijke oplossing van duurzame vrede zou kunnen leiden, indien
alle partijen zich aan deze pijlers zouden committeren.
Illegale immigratie Middellandse Zeeregio
De Quadro groep (Italië, Malta, Griekenland, Cyprus) heeft tijdens
deze Raad wederom opgeroepen tot intensivering en uitbreiding van de
maatregelen ter bestrijding van illegale migratie in de Middellandse
Zeeregio. Lidstaten werd verzocht solidariteit te tonen met de landen
aan de Zuidgrenzen door middel van lastenverdeling, intra-EU relocatie
en deelname aan Frontex-operaties. Tevens werd de nadruk gelegd op de
noodzaak van samenwerking met derde landen, met name met Libië als
belangrijk transitland. Onderhandelingen met Libië over een
kaderovereenkomst zouden derhalve spoedig moeten worden afgerond.
Follow-up informele Top EU VS
De ministers keken terug op de informele EU-VS Top op 5 april jl. en
spraken daarbij met name over het beleid inzake Afghanistan en
Pakistan. Er was brede overeenstemming over het feit dat de VS en de
EU nu meer dan ooit complementaire strategieën hadden, ook voor wat
betreft de regionale dimensie. Afghanistan en Pakistan waren twee
zijden van dezelfde medaille, maar vereisten wel een eigen op maat
gesneden aanpak.
Met betrekking tot de geplande presidentiële verkiezingen in
Afghanistan meldde Commissaris Ferrero Waldner dat de Commissie EUR 35
miljoen additioneel beschikbaar had gesteld om de financiering van de
verkiezingen rond te krijgen. Een verkenningsmissie van de Commissie
die de EU waarnemingsmissie voor de verkiezingen moest voorbereiden
had aangetoond dat de organisatie nog een forse uitdaging zal zijn
voor de Afghaanse autoriteiten. HV Solana informeerde de Raad dat het
aantal van 400 EUPOL-agenten binnenkort zou kunnen worden bereikt
waarmee de toegezegde verdubbeling van de omvang van deze missie
gestalte krijgt.
Het voorzitterschap gaf vervolgens aan dat de voorziene EU-Pakistan
Top een substantiële agenda zal krijgen. De Top zal mogelijk nog
tijdens het Tsjechische voorzitterschap kunnen plaatsvinden.
Minister Verhagen stelde dat het herziene VS-beleid zorgde voor een
nieuw momentum en dat de EU nu actief kon helpen om ervoor te zorgen
dat dit momentum ook effectief zou blijken. Er moest hierbij vooral
nauw en goed gecoördineerd worden samengewerkt met de VS en de VN
(UNAMA), met name in de aanloop naar de verkiezingen. Ook stelde
minister Verhagen dat de EU een actief regionaal beleid moest voeren,
vooral gericht op Pakistan. De geplande EU-Pakistan Top is daarvoor
een belangrijke eerste stap, hetgeen door meerdere ministers werd
onderschreven.
Iran
De Raad werd geïnformeerd over het verloop en de uitkomst van de E3+3
bespreking die op 8 april jl. in Londen had plaatsgevonden teneinde
het nucleaire vraagstuk met Iran vlot te trekken. Zoals bekend,
besloten de E3+3, inclusief de VS, Iran aan te bieden om zonder
voorwaarden vooraf gesprekken aan te gaan om een uitweg uit de impasse
te vinden.
HV Solana meldde vervolgens dat hij inmiddels namens de E3+3 contact
had gehad met de Iraanse nucleaire hoofdonderhandelaar Jalili. Deze
had te kennen had gegeven dat Iran met een officiële reactie op het
E3+3-voorstel zou komen en dat de Iraanse reactie breder zou zijn dan
het nucleaire dossier alleen. HV Solana onderstreepte tenslotte het
belang van het strikt toepassen van het tweesporenbeleid. Het was
echter onduidelijk wanneer deze reactie zou komen.
Hierop verklaarde een groot aantal lidstaten, waaronder Nederland, dat
de EU derhalve voorbereid zou moeten zijn additionele sancties af te
kondigen indien Iran de uitgestoken hand niet zou aannemen. Daartoe
zou de EU, zo mogelijk met andere partners, de komende periode moeten
onderzoeken welke mogelijkheden er zijn voor additionele sancties.
Daarbij werd het belang van het tweesporenbeleid benadrukt en in dit
licht, de openstelling van de VS voor verdere dialoog met Iran
verwelkomd.
Oekraïne
De Raad sprak over de economische en politieke situatie in Oekraine.
De huidige economische crisis heeft ernstige gevolgen voor Oekraïne:
export en industriële productie zijn ingestort en een aantal banken
verkeert in zwaar weer. Veel ministers spraken zorgen uit over de
mogelijke verdere financieel-economische consequenties als gevolg van
de politieke machtstrijd tussen president Joesjtsjenko en premier
Timosjenko. De ministers verwelkomden de overeenstemming die recent
werd bereikt tussen het IMF en Oekraïne ten aanzien van het
IMF-reddingsplan ("Stand-by Arrangement"), inclusief de strikte
voorwaarden die daaraan zijn verbonden ten aanzien van een
evenwichtige begroting, fiscale discipline en sanering van de bancaire
sector.
Minister Verhagen sprak zijn bezorgdheid uit over het gebrek aan brede
politieke- en parlementaire steun voor de economische steunmaatregelen
die per decreet waren uitgevaardigd, en stelde dat de EU niet passief
kon blijven toekijken hoe Oekraïne verder in de problemen raakte.
Nederland gaf aan bereid te zijn de bilaterale relatie (in verband met
kiesgroeprepresentatie) in te zetten om Oekraïne te blijven wijzen op
de noodzaak om te voldoen aan de voorwaarden van de IMF-lening. Ook
werd in dat kader voorgesteld om gemeenschappelijk met de VS op te
blijven trekken in het afgeven van een stevige boodschap aan Kiev.
Moldavië
Veel ministers spraken hun bezorgdheid uit over het repressieve
optreden van de Moldavische overheid in de nasleep van de verkiezingen
op 5 april jl. Internationale standaarden voor eerlijke en vrije
verkiezingen waren volgens sommige ministers niet voldoende
gerespecteerd en de internationale waarnemers hadden te snel een
positief oordeel afgegeven. De EU moest juist nu méér betrokkenheid
tonen om Moldavië verder op weg te helpen met democratisering en de
ontwikkeling van de rechtstaat. Zowel Moldavische president Voronin
als de oppositie hadden verzocht om hulp bij een internationaal
onderzoek naar de gebeurtenissen in de nasleep van de verkiezingen.
Deze toenadering die nu door Moldavië werd gezocht kon niet
onbeantwoord blijven en het Oostelijk Partnerschap dat op 7 mei a.s.
wordt ingeluid was hiertoe een belangrijk instrument. HV Solana gaf
een kort mondeling verslag van zijn recente bezoek aan Chisinau en
stelde dat de oppositie en de president bereid leken om een
constructieve dialoog te voeren. Ook was er overeenstemming over
deelname van de oppositie aan het onderzoek naar de gebeurtenissen in
de nasleep van de verkiezingen.
Enkele lidstaten, waaronder Nederland toonden zich kritisch over de
aangekondigde versoepeling van Roemeense naturalisatieregels voor
Moldaviërs om de Roemeense nationaliteit te verkrijgen.
De Roemeense minister van Buitenlandse Zaken stelde dat het in dit
stadium nog slechts ging om aanvragen en niet om uiteindelijke
toekenning van de Roemeense nationaliteit.
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken