Federale regering Belgie
Internationale verdragen
Verdrag inzake clustermunitie
De ministerraad heeft een voorontwerp van wet goedgekeurd voor
instemming met het verdrag inzake clustermunitie, dat op 29 mei 2008
in Dublin werd aanvaard en in Oslo op 3 december 2008
werd ondertekend.
Het verdrag verbiedt het gebruik, de productie, de overdracht en de
opslag van clustermunitie. Het verbod moet het onaanvaardbare lijden
van de burgerbevolking voorkomen. Tijdens een conflict treffen
verboden wapens burgers en militaire doelwitten zonder onderscheid en
laten ze ontplofbare resten achter die vooral burgers verwonden en
doden.
Het verdrag creëert ook een kader voor de internationale samenwerking,
de hulp aan de slachtoffers en hun gemeenschap, de ruiming van
besmette gebieden, de voorlichting op het gebied van risicobeperking
en de vernietiging van de voorraden van verboden clustermunitie. Voor
de ruiming van de besmette zones en de vernietiging van de voorraden
is een termijn van acht en tien jaar vastgelegd.
De indeling en de inhoud van het verdrag zijn ingegeven door het
verdrag inzake het verbod op antipersoonsmijnen met dat voordeel dat
de ervaringen ook in het verdrag inzake clustermunitie zijn
verwerkt. Voor de slachtofferhulp zijn er specifieke en gedetailleerde
bepalingen en verbintenissen vastgelegd met een opvolgingsmethode.
Clustermunitie heeft ook eigen kenmerken die de onderhandelaars ertoe
hebben aangezet enkele bepalingen te verduidelijken. Zo regelt het
verdrag in detail de betrekkingen met de staten die geen partij zijn.
Van bij de aanvang van de onderhandelingen heeft België de lat zo hoog
mogelijk gelegd. België is het eerste land dat een verbod op
clustermunitie in zijn wetgeving inschreef. Tijdens de Europese
Regionale Conferentie van 30 oktober 2007 die op initiatief van België
in Brussel werd georganiseerd, wisselden deskundigen
en belanghebbenden standpunten en ervaringen uit over de
slachtofferhulp en de vernietiging van de voorraden.
België zette zich ook actief in om zoveel mogelijk landen ertoe aan te
zetten aan het onderhandelingsproces deel te nemen en later het
verdrag te ondertekenen en te bekrachtigen. Een groot aantal landen
moest immers tot het Verdrag toetreden, opdat het als norm van het
internationaal humanitair recht kon worden erkend.