Vrije Universiteit Amsterdam
Persbericht
6-05-2009
Warme klimaten zeer gevoelig voor kleine veranderingen in
ijskappen
Smeltende ijskappen hadden een grote invloed op het klimaat van het vroege
Holoceen. Onderzoek van Hans Renssen toont aan dat tijdens het Holoceen de
temperaturen één tot twee graden Celsius boven die van het pre-industriële tijdperk
lagen. Het Holocene klimaatoptimum betreft een relatief warme periode van 11 tot
5000 jaar geleden. Het tijdstip en de mate van maximale opwarming verschilde echter
sterk per regio. Deze complexiteit werd veroorzaakt door een grote gevoeligheid van
het klimaat voor smeltende ijskappen.
Het einde van de laatste ijstijd viel 11.500 jaar geleden samen met een maximale
zomerse zonne-instraling op het noordelijk halfrond. We spreken dan over een
ontwikkeling die gestuurd wordt door de invloed van de zwaartekracht van de zon,
maan en planeten op de baan van de aarde.
Op sommige plaatsen op aarde viel het tijdstip van Holocene klimaatoptimum samen
met de maximale zonne-instraling, maar in andere gebieden trad de opwarmingspiek
duizenden jaren later op. Zo traden in Noordwest Europa de warmste zomers pas
tussen 7- en 6000 jaar geleden op.
Een groep onderzoekers onder leiding van Hans Renssen rapporteert in het vakblad
Nature Geoscience dat deze variatie goed verklaard kan worden door de invloed van
de smeltende Laurentide IJskap in Noord-Amerika. Deze ijskap was een overblijfsel uit
de laatste ijstijd en verdween pas geheel rond 7000 jaar geleden. Experimenten met
een klimaatmodel laten zien dat het ijs veel inkomende zonnestraling reflecteerde. Dit
ging gepaard met relatief lage temperaturen. Daarnaast zorgde het smeltwater voor
verzoeting van de bovenste laag van de Atlantische Oceaan, met als gevolg een
verzwakking van de noordwaartse warme oceaanstroming. In een gordel in Europa en
Azië benedenwinds van de Laurentide IJskap resulteerde dit tot 7000 jaar geleden in
een koeler klimaat.
Ten Zuiden van deze gordel werd de invloed van de ijskap niet gevoeld en viel het
Holocene klimaatoptimum samen met het maximum in zonne-instraling. De
modelresultaten komen goed overeen met onafhankelijke temperatuurreconstructies
in Europa welke gebaseerd zijn op fossiele plantenresten.
Deze nieuwe inzichten over de complexiteit van het Holocene klimaatoptimum zijn
belangrijk voor een goed begrip van de ontwikkeling van het klimaatsysteem ten tijde
van opwarming. Het onderzoek toont aan dat warme klimaten zeer gevoelig zijn voor
relatief kleine veranderingen in ijskappen.
Dit is van belang voor de ontwikkeling van het klimaat in de nabije toekomst,
aangezien onlangs is aangetoond dat de Groenlandse IJskap versneld afsmelt onder
invloed van de door de mens veroorzaakte opwarming.