6-5-2009
Asielbeleid: verschillen tussen lidstaten nog altijd enorm
Hennis-Plasschaert: "Dit schept niet alleen verwarring, maar werkt ook
misbruik in de hand."
Vanmiddag debatteert het Europees Parlement over de wijziging van drie
bestaande rechtsinstrumenten op het terrein van asiel, waaronder de
zgn. Dublin-verordening. Deze verordening stelt de criteria en
instrumenten vast aan de hand waarvan wordt bepaald welke lidstaat
verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek. De
andere wijzigingen betreffen de richtlijn Opvangvoorzieningen en de
Eurodac (database voor vingerafdrukken van asielzoekers) verordening.
Ook zal er gesproken worden over de oprichting van een Europees
ondersteuningsbureau voor asielzaken. De plenaire stemming vindt
morgen plaats.
Rapporteur Jeanine Hennis-Plasschaert: "De afgelopen jaren heb ik me,
namens de Europese liberalen, intensief bezig gehouden met de
totstandkoming van het Europese asiel- en migratiebeleid. Nut en
noodzaak hiervan is evident. Voor zo'n beetje iedereen. Een Europa
zonder binnengrenzen schreeuwt immers om een gemeenschappelijke
aanpak."
Hennis-Plasschaert windt zich op over het feit dat de tot dusver
overeengekomen normen en behaalde resultaten in schril contrast staan
met de veelvuldig uitgesproken ambities van de Europese
regeringsleiders: "Het probleem is dat de grootste gemene deler ineens
minimaal blijkt te zijn als de Raad tot concrete besluitvorming moet
komen. Als gevolg hiervan blijven er in de praktijk enorme verschillen
tussen de lidstaten bestaan. Dit schept niet alleen verwarring, maar
werkt ook misbruik in de hand."
Volgens Hennis-Plasschaert is het gebrek aan een consistent en
solidair optreden van de lidstaten het grootste struikelblok in de
totstandkoming van een daadwerkelijk gemeenschappelijk asiel- en
migratiebeleid: "De bestaande rechtsinstrumenten bieden eerder een
aantal procedurele standaarden dan een standaardprocedure. De
voorgestelde wijzigingen zijn dan ook broodnodig."
VVD