Batavus fietsmuseum weer open

07/05/2009 09:01

Batavus B.V.

Fietsfabrikant Batavus in Heerenveen heropent donderdag 7 mei feestelijk zijn eigen fietsmuseum. De collectie van het pas vijf jaar jonge museum is in korte tijd zo snel gegroeid dat uitbreiding onontkoombaar was. Dat maakt het Batavus fietsmuseum ongetwijfeld een van de snelst groeiende musea van Nederland. En maakt die snelle groei al nieuwsgierig? De drempel om zelf een kijkje te nemen blijft ongekend laag. De toegang is immers gratis.

Wat valt er nou te zien aan een verzameling oude fietsen? Veel, heel veel zelfs. En van dat bekijken kun je nog veel leren ook. Dat hebben ze bij Batavus in Heerenveen goed gezien. Fietsen, accessoires, folders en foto's uit vele eeuwen vertellen in het eigen museum hun verhaal. Over de 105-jarige fietsfabriek natuurlijk. En ook over de Batavus-fietsen en bromfietsen en motoren die er zijn gemaakt. Maar ook, of juist meer nog, over de tijdgeest. Hoe we van de bijna tweehonderd jaar oude eerste loopfietsen langs omwegen en via afkortingen bij de hightec hybrides en e-bikes van morgen zijn gekomen. En uit elk tijdperk van die fietsontwikkeling zitten er mooie historische modellen tussen.

Sommige fietsen lijken op het eerste gezicht nog veel op hun oudere broer en zus van pakweg een halve eeuw geleden, zoals de oer-Hollandse opoefiets die anno nu nog steeds in het Nederlandse verkeer te zien is. Neem zelf de proef op de som en zoek de verschillen.

Van andere fietsen zie je hoe ze in de loop der jaren juist wel zijn veranderd. Neem de vouwfiets die begon als kofferbakvullend kluspakket met de naam 'schippersfiets' en nu een in twee tellen inklapbaar sportief vervoermiddel is geworden. Of kijk eens hoe de exclusieve en vreemd geveerde toerfiets voor de gegoede burgerij is uitgegroeid naar de supersnelle racefiets waarop je nu elk weekeinde wel een peloton liefhebbers kunt voorbij zien komen 'vliegen'. En natuurlijk ontbreken de Draisine loopfiets, de metershoge Hoge Bi en de supersnelle racedriewielers van eind 19e eeuw ook niet.

Beheerder, conservator, verzamelaar en fietsliefhebber Joop Löhr is verantwoordelijk voor de verzameling in het Batavus fietsmuseum. Hij is in zijn nopjes met de jongste aanvulling van de collectie in het museum. Deze Luijbregts-collectie - met ruim 150 fietsen en accessoires van de Brabantse verzamelaar Toon Luijbregts - heeft in het Batavus fietsmuseum een vaste en mooie plek gekregen. Topstukken zijn het die bovenaan het verlanglijstje van Löhr stonden.

Een rondleiding met Löhr door het museum loopt al snel uit op een gezellige wandeling langs de rijke fietshistorie van Batavus en de in Heerenveen verzamelde collectie. Achter elke fiets en vrijwel elke folder of accessoire kent Löhr wel een of meer verhalen. En hij vertelt ze graag.

Kijk maar eens met hem naar de oudste Batafus, was die naam op de fietsen uit 1915 en 1917 een foutje of opzet? Löhr: ,,We kunnen het niet meer aan de oprichter vragen. Over die letter F doen daarom verschillende verhalen de ronde. Was het nou een fout bij het door een krakende telefoon spellen van de naam Batavus? Of was die F een eerbetoon van oprichter Andries Gaastra aan de provincie Friesland?''

Of zoek in een van de vitrines naar dat onopvallende briefje van diezelfde Gaastra die in 1917 wel erg verlegen zat om liefst honderd kilo kopersoldeer. De als klokkenmaker begonnen fietsfabrikant kon nauwelijks nog doorwerken. ,,Dat was in de Eerste Wereldoorlog. Zonder die soldeer konden ze geen fietsen produceren terwijl er kennelijk wel grote vraag naar was. En alles werd zelf gemaakt van achterlamp tot embleem.''

Een speciale plek in het museum hebben de bromfietsen en motoren gekregen die Batavus ook ooit maakte. De TS gezinsbromfietsen, de Whippet, de Bilonet en de Batavette, wie kent ze nog? Löhr erkent grif dat juist die motoren veertig jaar geleden voor hem een belangrijke reden waren om van Groningen naar Heerenveen te verhuizen. ,,Ik ben motorliefhebber en daarnaast fietsenverzamelaar. Van mijn verhuizing naar Friesland heb ik geen dag spijt gehad. Batavus is een sociaal bedrijf dat al van oudsher vooruitkijkt naar de toekomst. Ik was daar dicht bij betrokken op de afdeling ontwikkeling.'' Voorbeelden van die blik op morgen heeft Löhr te over. ,,Neem de New Fashion uit de jaren vijftig, heel vooruitstrevende universele fiets die opeens twee moderne kleuren krijgt. Tegenwoordig is die fiets wel heel erg retro. Of kijk naar de Savanne van eind vorige eeuw. Dat was zo'n beetje de eerste fiets met elektrische trapondersteuning. Een prototype, handgemaakt. Die fiets had een klein nadeel. Als na dertig kilometer de batterij leeg was, moest je opeens wel heel zwaar trappen want je moest ook de motor laten draaien. Strikt genomen is dat de voorloper van de succesvolle e-bikes van nu. ''

En zo zijn er nog ruim honderd fietsen, kinderrijwielen en motoren waar Löhr graag over vertelt. Van het kinderfietsje voor prinses Amalia tot de racefietsen waarmee Batavus professionele renners aan grote overwinningen hielp. Heel dierbaar is Löhr bijvoorbeeld de Maximum Double Orange. Een fiets met veel carbon en een cardan trapaandrijving waarbij hij zelf aan de ontwikkeling heeft meegeholpen. Het model stond eerder in het Huis van de Toekomst. Die toekomst van amper twee decennia geleden kom je nu tegen in het museum. Net als de Batavussen die Fiets van het Jaar werden en de al dan niet bekroonde futuristische ontwerpen die we nu als complete fiets of accessoire onmisbaar vinden of - en dat is misschien wel net zo leuk - die we wel herkennen maar al vergeten waren.

Komt dat zien, bij Batavus dus, in Heerenveen.

Elke woensdagmiddag t/m 24 juni as. van 13 tot 17 uur of op afspraak. Toegang gratis.





http://www.batavus.nl