Dodenherdenking 2009 in IJsselstein
Datum: woensdag 6 mei 2009
"Vandaag, maandag 4 mei 2009, herdenken we met veel respect al die mannen en vrouwen, jong en oud, die hun leven gaven voor onze vrijheid.
En staan we stil bij hen die in het verzet zaten". De openingszinnen van de toespraak van burgemeetser Van den Brink.
Toespraak burgemeester Van den Brink, Dodenherdenking 4 mei 2009
Leven met verschillen:
Vandaag herdenken we met veel respect al die mannen en vrouwen, jong
en oud, die hun leven gaven voor onze vrijheid.
En staan we stil bij hen die in het verzet zaten over vrijheid en
identiteit
Tegelijkertijd staan we stil bij allen die zich op dit moment inzetten
voor de eigen vrijheid of die van anderen, zoals in Afghanistan waar
Nederlandse militairen met gevaar voor eigen leven hun werk doen.
Mannen en vrouwen die opkomen voor vrijheid.
Vrijheid, dames en heren, is een veelzijdig begrip.
Daarom stelt het Nationaal Comité 4 en 5 mei iedere vijf jaar een
thema vast om richting te geven aan herdenken en vieren.
Van 2006 tot en met 2010 is dit thema `Vrijheid maak je met elkaar'.
Daarmee wil het Nationaal Comité benadrukken dat vrijheid geen gegeven
is, maar het resultaat van inspanningen van mensen.
Vrijheid is nooit af, het is voortdurend werk in uitvoering.
Het Nationaal Comité werkt het vijfjaren thema vervolgens verder uit
in vijf jaarthema's.
Dit thema geeft verdieping aan de activiteiten.
Het jaarthema voor 2009 is Vrijheid en identiteit.
Vrijheid maak je met elkaar.
Dat lijkt vanzelfsprekend.
Maar vrijheid maak je alleen met elkaar, als je de ander dezelfde
vrijheid gunt en durft te geven die je voor jezelf claimt en als
vanzelfsprekend ziet.
Met die op zich logische gevolgtrekking worstelen we vaak.
En vaak weten we niet hoe we daar mee om moeten gaan.
Vrijheid en identiteit kunnen op gespannen voet staan met elkaar.
Beiden hebben ruimte nodig om te ademen.
Als de één zich sterk maakt ten koste van de ander ontstaat
verstikkingsgevaar.
Iedereen weet dat de Tweede Wereldoorlog bij uitstek heeft laten zien
dat ideeën over een superieure identiteit desastreuze gevolgen hebben
gehad.
Identiteit werd misbruikt om oorlogsgeweld en misdaden tegen de
mensheid te legaliseren.
Aan de andere kant zal Vrijheid zonder gedeelde identiteit, zonder
gedeelde waarden, leiden tot bandeloosheid en eigen belang.
Het is zaak het evenwicht te vinden tussen deze begrippen identiteit
en vrijheid.
En dat valt niet mee.
Onze identiteit verschuift door de tijd heen.
De samenleving is in beweging.
Mensen worden steeds mondiger en laten dat ook merken.
Vaste patronen worden doorbroken.
Dit is een verschijnsel dat elke generatie kenmerkt.
En dat is goed.
We moeten meebewegen met de dynamische wereld om ons heen.
Maar juist daarom is het ook zo ingewikkeld voor ons, juist daarom ben
je er nooit klaar mee; juist daarom is het aan iedere generatie zelf
de balans te bepalen.
In Nederland en in veel andere landen is de vrijheid om af te wijken
van de meerderheid stevig verankerd in de grondwet en dat is een groot
goed.
Maar er mogen, nee er moeten ook grenzen gesteld worden aan de
individuele vrijheden.
Vrijheid is niet iets dat je neemt maar het wordt je gegeven.
Echte vrijheid kun je, net als respect ,niet afdwingen.
En op het moment dat vrijheden worden gezien als het recht om te
kwetsen of om anderen in hun identiteit en vrijheid te beperken missen
we de ware intentie van vrijheid.
Soevereiniteit in eigen kring is voor mij en velen met mij een groot
goed. Maar dit kan alleen bestaan bij een erkenning van, en
onderwerping aan de wetten des lands zoals we die met elkaar hebben
afgesproken.
Onze vrijheid kan alleen toekomstbestendig zijn als fundamentele
waarden worden gedeeld. Want met elkaar maken we de samenleving.
Met elkaar hebben we de opdracht de wereld, Nederland, IJsselstein
beter aan onze kinderen over te doen dan dat wij die van onze ouders
mochten ontvangen.
En onze kinderen helpen ons daarbij.
Op 21 april jl zat dit Fulco theater tweemaal vol met leerlingen uit
de groepen acht van onze basisscholen en de brugklas van het Cals
College.
Vanuit de scholen bestond de behoefte vrijheid met elkaar te beleven
op een manier die goed aansluit bij de belevingswereld van jongeren.
Samen met onder anderen de Stichting Oranjevereniging IJsselstein werd
een indrukwekkend programma gemaakt.
Het Vrijheidsfestival
De verschillende programmaonderdelen van onder andere War Child
benadrukten op indringende wijze vrijheid maar met name oorlog en wat
dat met kinderen doet.
De jongeren in de zaal waren onder de indruk van de beelden en van de
muziek.
Door de confrontatie met leeftijdgenootjes die hun vader en moeder in
de oorlog hadden verloren; die broertjes en zusjes hebben zien
afslachten of die zelf op afschuwelijke wijze slachtoffer waren
geworden van oorlogsmisdaden kwam de oorlog heel dicht bij.
Het verhaal van 1 kind zegt meer dan tientallen doden en gewonden in
een redactioneel artikel in de krant.
Het waren geen verhalen van opa of oma van heel lang geleden. Het
waren geen zwart wit beelden van een tijd toen er nog geen
kleurentelevisie was.
Het waren beelden van nu, van een jongen van 12.
Zijn jonge ogen hebben dingen gezien die iedere beschrijving tarten.
In zijn oren galmen de doodskreten van hen die hij liefhad iedere
nacht nog na.
Zijn toekomst is misvormd door zijn verleden.
Zijn heden kent geen doel.
Alles van waarde bleek weerloos en werd vertrapt onder de stampende
laarzen van mannen die verworden waren tot oorlogsmisdadigers.
Niets maar dan ook niets rechtvaardigt geweld tegen kinderen.
Kinderen hebben het recht op te groeien in een veilige omgeving met
liefhebbende mensen om hen heen die hen opvoeden met respect voor de
ander en met de overtuiging dat het goede het wint van het kwade.
Het is in dit soort situaties dat War Child en vergelijkbare
organisaties een heel belangrijke rol spelen.
Zij trachten niet alleen het kind uit de oorlog te halen maar ook de
oorlog uit het kind.
Onze kinderen die op 21 april hier in dit theater aanwezig waren zijn
op indringende wijze geconfronteerd met oorlog en wat dat met kinderen
doet.
Er was in de zaal een collectief gevoel van ontzetting maar ook van
opstand. Wij willen geen oorlog. Wij willen dat alle kinderen kunnen
opgroeien in vrijheid. Ik hoop dat het onze kinderen wel lukt wat mijn
generatie en de generaties daarvoor niet ie gelukt. Een wereld zonder
oorlog.
En ik doe een beroep op de ouderen om dit soort gevoelens bij kinderen
te ondersteunen en niet af te doen als naïef, surrealistisch of niet
van deze wereld. Onze kinderen hebben recht op een betere wereld en
wij mogen ze daarbij niet in de weg staan.
Ik hoop van ganser harte dat het Vrijheidsfestival een jaarlijks
terugkerend evenement wordt in IJsselstein. Het draagt er aan bij dat
we vrijheid niet als vanzelfsprekend gaan ervaren maar dat we er van
doordrongen zijn dat we ons voor onze vrijheid en voor die van anderen
moeten blijven inzetten.
Vrijheid is niet vrijblijvend en dat zal het nooit worden.
30 april jl. Wat begon als een stralende Koninginnedag eindigde in
collectieve ontzetting in heel Nederland.
Een man van 38 jaar rijdt met zijn auto in op het publiek dat in
Apeldoorn staat te wachten op de koninklijke familie, kennelijk met de
bedoeling de bus waarin onze Koningin zit te rammen.
Ontzetting bij de mensen ter plaatse maar ook bij de miljoenen die het
live meemaken via de TV of radio.
Ongeloof, verontwaardiging, verdriet, angst en woede, de emoties
wisselen elkaar af in ons hoofd.
Is het een aanslag; is het een ongeluk, zijn er doden te betreuren?
Heel veel vragen die in de uren na de ramp beetje bij beetje worden
beantwoord.
Nederland is in rouw de vlaggen gaan halfstok festiviteiten worden
afgelast ook in IJsselstein.
We zijn in gedachten bij de slachtoffers. Onze gedachten gaan ook uit
naar onze Koninklijke familie.
Indrukwekkend was de wijze waarop Hare Majesteit enige uren na het
drama ons via de televisie toesprak. Het was niet zozeer wat Zij zei
als wel de wijze waarop ze ons deelgenoot maakte van haar emotie en
verdriet.
In haar kwamen de gevoelens van een volk samen.
Op dat moment voelden we ons met elkaar Nederlanders.
Of we hier nu zijn geboren of niet.
Of we de taal nu vloeiend spreken of dat ons dat nog moeite kost;
Of we wit bruin of zwart zijn;
Christen of Moslim,
koningsgezind of republikein, onze nationale identiteit was in de
verdrukking gekomen.
En daar waar we ons soms afvragen wat de Nederlandse identiteit is,
heb ik deze 30 april ervaren in het collectief veroordelen van deze
laffe daad, het medeleven met de slachtoffers en onze Koninklijke
Familie en de hoop dat we met elkaar de kracht kunnen vinden om ook in
de toekomst Koninginnedag op de voor Nederland zo herkenbare wijze te
kunnen blijven vieren met de Koningin en haar familie in ons midden.
Voor alles is een tijd, een tijd om te huilen en om te rouwen maar ook
een tijd om weer op te bouwen, te bouwen aan onze eigen identiteit
niet naïef maar in het vertrouwen en het geloof dat het goede het wint
van het kwade.
Vanuit de overtuiging dat we met elkaar, niemand uitgezonderd, moeten
blijven werken aan het vinden van de balans tussen identiteit en
vrijheid, en met het grootste respect voor mensen die dit voor ons met
hun leven mogelijk hebben gemaakt mogen wij herdenken.
Herdenken dat zij het ons gegeven hebben onze eigen toekomst op te
bouwen. Dit geeft ons een zware verantwoordelijkheid waarvoor wij niet
weg kunnen en mogen lopen.
En dat, is mijn stellige overtuiging, zullen we ook niet doen.
(De uitgesproken tekst kan van de gedrukte tekst afwijken.)