Nederlandse Vereniging van Journalisten
`Rot op met die camera'
zaterdag 2 mei 2009 | Verslag van onderzoek te presenteren op de Dag
van de Persvrijheid op 3 mei 2009 in Utrecht
Frank Bovenkerk
Marjolein Odekerken
1. In de afgelopen drie à vier jaar zijn verschillende journalisten en
vooral ploegen die opnamen kwamen maken voor de (publieke en
regionale) televisieomroepen op weerstand gestuit in de buurt. Ze
worden uitgescholden, bedreigd (`rot op met die camera'), de banden
van hun auto worden lek geprikt, er wordt geduwd en getrokken, hun
camera wordt ze uit handen geslagen, ze werden geschopt en geslagen en
met stenen bekogeld. Een enkeling mag zich gelukkig prijzen dat de
hele stoeptegel die hem naar het hoofd werd geworpen rakelings langs
hem heen ging. Enkele journalisten en cameramensen hebben zich in het
ziekenhuis onder behandeling moeten stellen. Voor sommigen is dit
aanleiding geweest om de opname af te breken, om speciale
voorzorgsmaatregelen te nemen (zoals het achteruit inparkeren zodat je
snel weg kan), om te besluiten deze buurt voortaan te mijden, of om in
de journalistiek iets anders te gaan doen.
Prem Radhakishun riep na talloze confrontaties in de buurt in zijn
programma Premtime en nadat hij met de dood was bedreigd op 5 november
2008 in NCRV radiodagboek: `Ik heb het gehad, ik heb het echt gehad.
Ik wil niet zeiken, vrijheid van meningsuiting, het is vandaag
godverdomme vier jaar geleden dat Theo van Gogh vermoord is. Ik kan
hier in Nederland niet eens op straat lopen omdat er paar
teringlijers, helaas van Marokkaanse afkomst, zijn die de norm
bepalen.' Op 31 januari meldt De Telegraaf dat hij met Premtime stopt.
2. Zie hier een overzicht van de incidenten die het meest bekend zijn
geworden. In deze gevallen hebben degenen die het overkwam daarover in
hun uitzending of krant gerapporteerd.
o 17 december 2000
Omroep Brabant
's-Hertogenbosch, de Graafsewijk
Reportagewagen in elkaar geramd
o augustus 2004
Omroep Brabant
Tilburg-Noord
Bedreigd als ze komen kijken naar vechtpartij tussen Marokkaanse en
Somalische jongens. Dreiging.
o Na 2 november 2004 (moord Theo van Gogh)
`De media´
Amsterdam-Oost
Na de moord op Theo van Gogh in Amsterdam, nabij de Linnaeausstraat,
werd de hele wijk bestormd door media. De bewoners uitten zich in deze
periode bijzonder agressief jegens de media.
o 9 april 2005 (na uitzending SBS6 programma `Probleemwijken')
Omroep Brabant
's-Hertogenbosch, de Graafsewijk
Reportagewagen vernield.
o 16 mei 2007
VPRO, Premtime, Prem Radhakishun
Rotterdam, Hillesluis, het Stichtseplein
Jongens schelden naar camera. Intimidatie.
o 27 augustus 2007
TweeVandaag, Omroep Brabant
's-Hertogenbosch, de Hambaken
Tv-ploeg bedreigd door Marokkaanse en Antilliaanse jongens.
o 15 oktober 2007
EénVandaag
Amsterdam, Slotervaart, August Allebéplein
Cameraman en geluidsman aangevallen met stenen en tegels. Stoeptegel
door raam reportageauto. Vier keer kwamen ze terug met gerichte
aanvallen.
o 18 oktober 2007
VPRO, Premtime, Prem Radhakishun
Den Haag, Transvaalkwartier
Blikje cola tegen het hoofd gegooid.
o Medio oktober 2007
RTV Noord Holland, NOVA
Amsterdam, Slotervaart
Aanvallen op tv-ploegen. Agressie. Men wordt de wijk uitgejaagd.
o 14 februari 2008
RTV Utrecht
Utrecht, Kanaleneiland
Intimiderend gedrag, camera naar beneden geslagen.
o 9 mei 2008
VPRO, Premtime, Prem Radhakishun
Rotterdam, Katendrecht
Marokkaanse en Antilliaanse jongentjes gooien met stenen en proberen
de cameraploeg aan te vallen met stokken. Uiteindelijk is Prem
gedwongen de opname te stoppen.
o Na 14 september 2008 (busincident Connexxion wijk Oosterwei)
EénVandaag, NOVA, RTV Noord-Holland, De Telegraaf , RTV West
Gouda, nabij de Kortestraat
Journalisten zitten tijdens hun lunch te praten met een groepje oudere
bewoners van de wijk. De camera staat uit. Groep Marokkaanse jongens
(12-16 jaar) loopt opgewonden naar cameraploeg toe en geeft camera een
schop. Ze vertonen intimiderend gedrag waaronder schelden en spugen.
Groep ouderen kijken andere kant op. Journalisten vluchten nabije
supermarkt in.
Auto van een Telegraaf-journalist vernield.
o 15 oktober 2008
RTV Utrecht
Utrecht, Zuilen, de Bazelstraat
Jongeren riepen bedreigende leuzen. Vlak voor de uitzending werd een
groot stuk stoeptegel gegooid, die rakelings langs het hoofd van de
verslaggever ging. Gestopt met de reportage.
o 4 november 2008
VPRO, Premtime, Prem Radhakishun
Den Haag, Transvaalkwartier
Bedreigingen door 20 Marokkaanse jongens.
o 18 januari 2009
BNN, ´Nu we er toch zijn´, Eddy Zoëy
Utrecht, Kanaleneiland
Jongeren op de hoek schelden tegen camera `zet die kanker camera uit'.
Vervolgens wordt een groot stuk steen gegooid naar de geluidsman.
o 12 februari 2009
AT5
Amsterdam, Kolenkitbuurt
Poging tot stelen camera plus bedreiging.
o 15 april 2009
Netwerk
Utrecht, Zuilen
10 tot 15 Marokkaanse jongeren vallen de reportageploeg lastig. Toen
de jongeren de camera zagen, werden ze vervelend. Ze duwden de
journalisten en belemmerden hen hun werk te doen.
3. De Nederlandse Vereniging van Journalisten vraagt zich af hoe vaak
dit voorkomt en hoe ernstig het is. Wordt journalisten het werken op
locatie onmogelijk gemaakt? Is de persvrijheid zelfs in gevaar? Wij
accepteren de opdracht dit op korte termijn te onderzoeken. We
achterhalen de gevallen van bedreiging in de wijk die het bekendst
zijn geworden en spreken met 15 journalisten. In enkele gevallen
(Graafse wijk in Den Bosch en Gouda) praten we met mensen die de buurt
goed kennen en om het tegenverhaal te achterhalen praten we ook met de
jongens die de bedreigingen hebben geuit. Verder organiseren wij een
enquête onder journalisten via de NVJ-website Villamedia. Hebben zij
bedreigingen in de buurt meegemaakt? Ook als dat niet het geval is,
vragen wij hen de twee minuten te spenderen die het invullen kosten.
Interessant is ook het commentaar met concrete ervaringen dat de
respondenten er desgevraagd aan toevoegen. Aan deze oproep wordt door
niet minder dan 691 beoefenaren van de schrijvende en beeldende pers
gehoor gegeven. Dat is in deze tijden van enquêtemoeheid en als maar
oplopende non-respons een hoog aantal. Het is een eerste aanwijzing
voor het feit dat de agressie die ze in de buurt ondervinden hen hoog
zit.
374 respondenten heeft in de buurten inderdaad fysieke agressie
ondervonden of is daarmee bedreigd. In 108 gevallen is dat reden
geweest om de reportage af te breken. 36 van hen hebben fysiek letsel
opgelopen en dat was voor 6 reden om in het ziekenhuis te worden
opgenomen. In 75 gevallen is hun voertuig of hun materiaal (camera's
en toebehoren) geheel of gedeeltelijk vernield. En ja: voor 134
respondenten zijn zulke incidenten aanleiding geweest om bepaalde
wijken voortaan liever te vermijden.
4. Wanneer we met journalisten praten die zoiets is overkomen, valt
ons op hoe buitengewoon kwaad zij zijn geworden. Zij moeten hun werk
toch gewoon kunnen doen? Ze vragen zich af hoe zoiets als dit
überhaupt mogelijk is in Nederland (en dat wordt gezegd door mensen
met ervaring in landen zoals Irak en Afghanistan). Het zijn vaak
reporters die zeggen het voor mensen in achterstandsbuurten (want daar
gaat het altijd om) en etnische minderheden (die zijn disproportioneel
vertegenwoordigd) op te komen. Uit hun antwoorden en ook de
commentaren bij de ingevulde enquête maken wij op dat dit type van
bedreiging inderdaad betrekkelijk nieuw is en ook de manier waarop ze
worden geuit.
Een verslaggeefster van Een Vandaag maakt in september 2008 een
rapportage over `Gouda'. De vorige dag waren ze al even komen praten
met enkele bewoners om het ijs te breken, maar nu blijken bewoners
`schuw' zolang de camera loopt. Dit verschijnsel heeft ze al veel
vaker meegemaakt. Nu maakt ze een kletspraatje met een paar oudere
mannen van Marokkaanse afkomst wanneer opeens een groepje allochtone
jongens van een jaar of 17 scheldend op hen toe komen lopen.
Aanvankelijk kan het haar niet schelen want de oudere mannen staan er
immers bij. Maar die grijpen tot haar verbazing niet in maar kijken de
andere kant op! Ze ziet zich gedwongen aan de overkant de supermarkt
in te vluchten. Achteraf herinnert zij zich dat die mannen
gewaarschuwd hadden, die hebben de greep op hun kinderen verloren, `we
mogen ze niet meer slaan van jullie'.
Bram Mullink maakt voor AT5 een reportage in de Kolenkitbuurt in
Amsterdam. Kort nadat ze hun (heel kwetsbare) camera in de achterbak
van de auto hebben neergelegd ziet hij in de achteruitkijkspiegel dat
een jongen die de klep open heeft gemaakt hem probeert te stelen. Ze
komen de auto uit, de dief vlucht en laat de camera vallen, waarna hij
dreigt: `ik schiet je dood'. Dit is geen geval van authentieke
bedreiging van mensen die de reputatie van hun buurt beschermen, maar
nogal onverwacht optreden van een dief die eerder reden had zich uit
de voeten te maken (straatcultuur?).
Fannie Tijmstra is met een ploeg van Een Vandaag in Amsterdam-West
waar ze een vrouw interviewt. Op dat moment komt er een groepje van
ongeveer acht jongens aangerend, `zo maar uit het niets' en die
begonnen met stenen en tegels te gooien. Ik was me van geen gevaar
bewust en liep gewoon op die jongens af. Bang was ik niet, eerder
pissig, want die jongens waren heel jong en ik dacht bij mezelf: waar
slaat dit op? Ik weet wel dat dit soort jongens boos is op alles en
iedereen en daar heb ik ook nog wel begrip vaar. Ironisch genoeg houd
ik erg van Marokko en ik heb daar ook positief gestemd reportages over
gemaakt. Maar met tegels gooien? Je kunt er weinig tegen doen want ze
trekken hun capuchon over hun gezicht en lijken allemaal op elkaar.
5. Onze respondenten die allang in het vak zitten vertellen dat ze het
vroeger ook al hebben meegemaakt. Krakers? Het verzet tegen de aanleg
van de metro? Voetbalhooligans? Dat was veel bedreigender dan nu. Ze
keken ook uit om zonder begeleiding woonwagenkampen binnen te gaan en
ook in de Molukse buurten moest je oppassen. Het ging vaak om publieke
ruimten die feitelijk door een deel van de bewoners waren
geprivatiseerd. Regelrechte no go areas heeft Nederland nooit gekend,
maar het kwam soms wel in de buurt en de overheid heeft in veel
achterstandswijken de grootste moeite (gehad) om er het gezag
heroveren. De bedreigingen in die kringen waren vroeger veel
ernstiger. De twee rellen in de Graafse wijk (ook al in 2000) die we
welbewust in het onderzoek mee laten doen om het probleem niet te
etniseren, laten ook een hoger geweldniveau zien dan de nieuwe trend
in het verzet in de wijk. Anderen halen hun schouders op: dit hoort nu
eenmaal bij het vak, `when you can't stand the heat stay out of the
kitchen'.
6. Waar komt de buurtagressie tegen verslaggevers vandaan? Op het
eerste gezicht doet het denken aan de onhebbelijkheid en de
gewelddadigheid tegenover beroepsgroepen die als overheidsdienaren,
vanwege hun uniform of door hun essentiële functie voorheen
vanzelfsprekend gezag afdwongen zoals treinconducteurs,
baliemedewerkers in overheidsgebouwen, brandweer, medici en
ambulancebroeders. Voor zover dat waar is zou de agressie voorkomen
uit de verharding van omgangsvormen van het publiek in het algemeen,
de opkomst van eisend gedrag of een reactie zijn op de
onverschilligheid bij het personeel van groter en ondoorzichtige
bureaucratieën. Dat is hier minder het geval. Journalisten zijn geen
deel of verlengstuk van de overheid of anonieme vertegenwoordigers van
omvangrijke instellingen.
Het is kenmerkend voor het type agressie dat hier aan de orde is dat
er altijd sprake is van een tastbare en concrete aanleiding. Het gaat
altijd om een negatieve gebeurtenis in de buurt, dat is nu eenmaal
eigen aan het karakter van het nieuws. De mensen die het aangaat
bevinden zich in opgewonden toestand. Er is voorts altijd sprake van
een houding die als buurtverzet valt te interpreteren. Buurtbewoners
komen op tegen de journalistieke framing van gebeurtenissen als een
probleem van de buurt of het type van bewoners dat daar leeft, ze
verzetten zich tegen stigmatisering van hun wijk.
Het verzet in de buurt is voor een belangrijk deel te begrijpen als
reactie op de ontwikkeling van de media. Er zijn meer media, de media
zijn indringender (m.n. beelden), reporters treden meer onbevangen of
brutaler zo men wil, op. In de dagen nadat de buschauffeurs van
Connexxion besloten hebben om de wijk Oosterwei heen te rijden, wordt
deze wijk, ja: heel Gouda, het toneel van zich verdringende media.
Zonder ons uit te spreken over de kwaliteit van de programma's of de
beweegredenen van de makers kan gesteld worden dat sommige omroepen en
programma's speciaal ` rottigheid' opzoeken ook zonder dat er van een
incident sprake is. De rellen in de Graafse wijk in Den Bosch in april
2005 volgden op een uitzending van SBS-6: Probleemwijken; Premtime
zocht welbewust de discussie (onder omstandigheden die volgens
trainers in agressiebeheersing vragen om moeilijkheden) en Eddy Zoëy
meldt zich zuigend aan de deur om te testen of U wel gastvrij bent.
Het meest opvallende resultaat uit onze enquête onder journalisten is
het verwijt dat door veel lokaal of regionaal opererende verslaggevers
wordt gemaakt aan het adres van hun landelijke vakgenoten: zij komen
bij wijze van hit and run actie langs zonder veel voorbereiding en
zonder nazorg. Reportagewagens met satellietzenders er bovenop maken
een beangstigende indruk; met draaiende camera de wijk in komen zetten
of onmiddellijk een opschrijfboekje uit de binnenzak halen wekt
weerstand op. De collega's die plaatselijk opereren en soms jarenlang
geïnvesteerd hebben in het opbouwen van een goede relatie met de
bewoners van lastige buurten, zien dergelijke overvalacties met lede
ogen aan. Ze schrijven ons over cowboys en autisten.
Geredeneerd vanuit de bewoners van de buurt is de reactie wel te
begrijpen. Soms hebben de betrokkenen er alle belang bij niet te
worden gefotografeerd of gefilmd. Er is in dergelijke relatief veel
zichtbare criminaliteit en menigeen wil liever niet worden herkend.
Politie en justitie eisen soms beelden op en journalisten hebben soms
de grootste moeite om te vermijden dat zij toch als verlengstuk van de
politie te worden gezien. Er zijn mensen die ten onrechte menen dat
zij kunnen eisen om niet gefilmd te worden. Dat levert regelmatig
onaangename misverstanden op. Belangrijker is echter het verzet tegen
stigmatisering. We spreken met de jongens van de buurt Oosterwei in
Gouda die prima op de hoogte blijken te zijn van hoe de media werken
(ook al weten ze niet goed war de media wel mogen). De actuele
aanleiding tot alle commotie was de beroving van een buschauffeur door
iemand die tot op heden niet is geïdentificeerd. Volgens hen was dat
geen beletsel voor De Telegraaf en andere media om zich naar Oosterwei
te begeven want daar was opwindend nieuws te halen. De stigmatisering
van hun buurt was al in 2002 begonnen met een groot stuk in Panorama
(15.05.02) over Het gajes van Gouda. Sommige jongens hadden de pers te
woord gestaan, vertellen ze, maar hun kant van de zaak werd nooit
uitgezonden. De commotie was televisienieuws en dat werd overgenomen
door Al Jazeera en uitgezonden in Marokko. `Tante uit Marokko' hing
dezelfde avond nog aan de telefoon, `ik dacht dat het bij jullie zo
goed was?' Het zijn lang niet allemaal lieverdjes die ons te woord
staan, maar hun verhaal is het aanhoren waard. `Alles wordt 1000 maal
erger gemaakt dan het is', `er wordt ontzettend geknipt en geplakt',
`ze moeten met iets origineels komen', `concurrentie'. `Bij De wereld
draait door' lieten ze een oude man zien die zich voorstelde als
vertegenwoordiger van de Marokkaanse jeugd die niet anders wist uit te
brengen dan broembroembroem.' Ze vertellen dat de mensen van Premtime
dagenlang in de buurt hebben rondgehangen, maar dat die zich niet aan
de afspraken hielden'. `Prem en ook de Marokkaanse jongen die hij
speciaal had meegenomen om hen te vermurwen "en die wij helemaal niet
moesten", lieten de camera gewoon draaien op een moment waarop we
hadden afgesproken dat hij uit zou zijn'. Marokkaanse jongens staan in
veel wijken te boek als straatterroristen en de cijfers van misdaad en
overlast geven daar ook aanleiding toe, maar je zou de manier waarop
ze in Gouda opkomen voor hun wijk opkomen ook positief kunnen
beoordelen en als teken van integratie. Ze vroegen ons onrecht
geïnteresseerd wat wij van hun wijk vonden.
7. Is de persvrijheid door agressie in de buurt in gevaar? Wat nu
gebeurt in de wijken is buitengewoon ergerlijk en het is niet
ondenkbaar dat het nog toe zal nemen (al was het alleen maar als
imitatiegedrag van de vele incidenten die worden uitgezonden), maar we
moeten het gevaar ook weer niet overdrijven. Er zijn nog geen
dodelijke slachtoffers of ernstige gewonden gevallen, in de meeste
gevallen gaat het fysieke geweld niet verder dan duw- en trekwerk.
Nergens in Nederland bepaalt de criminele organisatie of de jeugdbende
of journalisten de wijk wel of niet inkomen. Op de hoofdvraag van het
onderzoek: wordt het werk van journalisten door deze bedreigingen in
de wijk onmogelijk gemaakt, moet het antwoord zonder meer ontkennend
luiden.
8 Maar het is wel alleszins begrijpelijk dat de beroepsvereniging gaat
proberen haar leden die het aangaat te wapenen. Tijdens ons onderzoek
stuiten we al eerder op initiatieven (zoals die van Omroep Brabant,
waarin verslaggevers en AV-medewerkers worden voorzien van
Veiligheidsvoorschriften en instructies of de workshop (omgaan met
agressie van RTV Rijnmond) om reporters en redacties te leren hoe zij
er mee om moeten gaan. Een willekeurig stel aanwijzingen:
. Ga nooit alleen maar met meer
. Kies verslaggevers uit die sociaal vaardig zijn
. Bereid je reportage voor als dat kan.
. Neem de tijd
. Altijd in gesprek blijven
. Wanneer vraag je assistentie aan?
. Hoe voorkom je escalatie?
. Meldt het altijd bij de reactie
De lijst komt in hoge mate overeen met de commentaren van respondenten
in onze enquête die het optreden van collega's die het niet goed doen
van commentaar voorzien. Een mooi kluifje voor de School voor
Journalistiek: hoe zijn de effecten van mijn optreden?
9. Tenslotte nog dit. Nogal onverwacht blijkt dat veel journalisten
een groter gevaar zien voor de beperking van de persvrijheid in het
optreden van de politie dan de agressie van bewoners in
achterstandsbuurten. Ze vertellen spontaan te zijn weggestuurd bij
incidenten, de politie weet niet wat een perskaart is en blijkt niet
op de hoogte van het feit dat fotograferen in de openbare ruimte is
toegestaan en niets met het portretrecht te maken heeft. We lezen over
agenten die hun hand voor de lens houden en die met arrestatie
dreigen. Op zichzelf is de defensieve houding van de politie
begrijpelijk: de verslaggeving van rellen zal de opwinding alleen maar
verhogen. Maar er zijn regels voor wat journalisten wel en niet mogen
en die zijn bij de politie kennelijk niet overal bekend. Het is voor
sommige geïnterviewden zelfs reden om nooit aangifte te doen van
agressie of bedreiging. Dat kan niet de bedoeling zijn.
.