Federale regering Belgie
Diverse bepalingen om de tewerkstelling te beschermen
Tijdelijke maatregelen tegen de crisis
De ministerraad heeft op voorstel van minister van Werk Joëlle Milquet
een voorontwerp van wet goedgekeurd houdende diverse bepalingen om de
tewerkstelling te beschermen.
De tijdelijke crisis-arbeidsduurvermindering
Momenteel kunnen de ondernemingen uit de privé-sector en de autonome
openbare ondernemingen die voor onbepaalde tijd zijn overgegaan naar
een arbeidsduurvermindering van minstens een volledig uur minder dan
38 uur per week, een vermindering van de patronale bijdragen
verkrijgen. Als deze arbeidsduurvermindering gecombineerd wordt met de
introductie van de vierdagenweek, kan voor korte tijd een verhoogde
vermindering worden toegekend.
Er moet een bedrijfs-CAO afgesloten worden en het stelsel moet kunnen
worden toegepast op de volledige onderneming of op een bepaalde
categorie werknemers. De betrokken werknemers worden beschouwd als
voltijdse werknemers.
De werkgever kan dus aanspraak maken op een vermindering van 400 euro
vanaf het kwartaal dat volgt op het trimester waarin de
arbeidsduurvermindering en/of de vierdagenweek werd geïntroduceerd en
dit voor:
* 8 kwartalen indien de arbeidsduur werd verminderd tot 37 uur per
week of minder
* 12 kwartalen indien de arbeidsduur werd verminderd tot 36 uur per
week of minder
* 16 kwartalen indien de arbeidsduur werd verminderd tot 35 uur per
week of minder
* 4 kwartalen indien de vierdagenweek werd ingevoerd.
De werkgever kan aanspraak maken op een vermindering van 1.000 euro
voor het kwartaal waarin de werknemer gelijktijdig onder de toepassing
valt van de vermindering wegens invoering van vierdaagse werkweek en
van de vermindering wegens de invoering van de arbeidsduurbeperking.
Het wetsontwerp dat vandaag werd goedgekeurd door de ministerraad past
tijdelijk het huidige systeem aan en biedt een antwoord op de vraag om
bijkomende maatregelen te nemen om het hoofd te bieden aan het
tewerkstellingstekort.
Concreet :
Op basis een collectieve arbeidsovereenkomst die wordt toegepast op
alle werknemers of een bepaalde categorie werknemers in de
onderneming, kan de arbeidsduur verminderd worden met 1/5 of 1/4.
De werkgever geniet, vanaf het trimester waarin de
arbeidsduurvermindering wordt geïntroduceerd tot het trimester waarin
de arbeidsduurvermindering op zijn eind loopt, van een vermindering
van patronale bijdragen van 600 euro per trimester voor een
vermindering met 1/5 en van 750 euro voor een vermindering met 1/4.
Deze bedragen worden vermeerderd met 400 euro indien bovengenoemde
vermindering met 1/5 of met 1/4 samen wordt ingevoerd met de invoering
van de vierdaagse werkweek. Ten minste 3/4 van deze bedragen moeten
door de werkgever aangewend worden om het loonverlies van de
werknemers te compenseren. Het loon met de compensatie mag niet meer
bedragen dan 100 procent van het voorgaande voltijdse salaris.
De werknemers die hun arbeidsprestaties hebben verminderd, blijven
beschouwd worden als voltijdse werknemers. Deze maatregel is van
toepassing tot 31 december 2009 en kan na advies van de Nationale
Arbeidsraad verlengd worden tot 30 juni 2010.
De tijdelijke crisismaatregelen met het oog op de aanpassing van het
arbeidsvolume
Er zijn twee maatregelen mogelijk gericht tegen de crisis voor de
ondernemingen in moeilijkheden, namelijk:
* De individuele en tijdelijke vermindering van de prestaties om het
hoofd te bieden aan de crisis
* Het tijdelijk en collectief stelsel ter volledige of gedeeltelijke
schorsing van de arbeidsovereenkomst
Deze maatregelen zullen gelden voor ondernemingen in moeilijkheden,
namelijk:
- zij die zich geconfronteerd zien met een daling in omzet van 20
procent of een economische werkloosheid onder de arbeiders van 20
procent in vergelijking met het totale aantal uren (arbeiders en
bedienden) aangegeven aan de RSZ;
- en die gebonden zijn door een CAO in de sector, of bij gebrek
daaraan, door een bedrijfs-CAO of een ondernemingsplan.
De sectoren worden uitgenodigd een sector-CAO te sluiten voor 1 juni
2009. Na deze datum, bij gebrek aan een sector-CAO, kunnen de
ondernemingen met een syndicale delegatie een bedrijfs-CAO sluiten en
deze zonder syndicale delegatie een ondernemingsplan uitwerken.
In de sectoren waar er geen sectoriële CAO is:
* zullen de ondernemingen met een vakbondsafvaardiging die wel
hebben geprobeerd maar geen bedrijfs-CAO hebben kunnen sluiten,
deze maatregelen toch kunnen toepassen op voorwaarde dat ze een
ondernemingsplan uitwerken dat zal moeten worden goedgekeurd
binnen de twee weken door een tripartiete commissie die wordt
samengesteld door vijf vertegenwoordigers van de werknemers, vijf
vertegenwoordigers van de werkgevers en drie van de regering;
* zullen de ondernemingen zonder vakbondsafvaardiging deze
maatregelen kunnen toepassen op voorwaarde dat ze een
ondernemingsplan uitwerken dat moet worden goedgekeurd binnen de
twee weken door voorgenoemde tripartiete commissie of een CAO
afsluiten.
In de CAO's en ondernemingsplannen moeten met name maatregelen vermeld
staan ter maximale behoud van werk.
De betrokken werknemers waarvan de werkprestaties worden verminderd of
geschorst, behouden hun rechten als voltijdse werknemer.
1. Individuele en tijdelijke vermindering van de prestaties
De voorgestelde formule beoogt een dubbele doelstelling:
* toelaten aan ondernemingen waarvan de activiteit gedaald is
ingevolge de huidige economische en financiële crisis, om de
prestaties van hun werknemers te verminderen;
* een vervangingsinkomen verzekeren aan de werknemers van deze
ondernemingen teneinde hun inkomensverlies te beperken en zo dus
de consumptie te blijven ondersteunen.
Het betreft een autonome formule van vermindering ten aanzien van de
andere formules voorzien in of krachtens de herstelwet van 22 januari
1985 houdende sociale bepalingen. Het betreft hier een stelsel dat
berust op een puur conventionele basis in tegenstelling tot het
tijdskrediet, dat een recht in hoofde van de werknemer is.
Concreet:
Een akkoord tussen werknemer en werkgever maakt het mogelijk om de
arbeidstijd met 1/5 of 1/2 te verminderen voor een periode van
minstens 1 en maximum 6 maanden. Zo'n overeenkomst kan vernieuwd
worden zolang de onderneming altijd aan de voorwaarden voldoet. Het
gaat hier om een aanhangsel aan het arbeidscontract dat aldus een
deeltijds contract wordt. De werknemer krijgt een vergoeding betaald
door de RVA ten bedrage van 442 euro voor een 1/2-tijds, van 188 euro
voor een 4/5-tijds indien hij minder oud is dan 50 jaar en van 248
euro voor een 4/5-tijds indien hij 50 jaar oud is of ouder. De
werkgever kan een bijkomende vergoeding uitbetalen. Het loon met de
vergoeding mag niet meer bedragen dan 100 procent van het voorgaande
voltijdse salaris. De gewone voorwaarden inzake tijdskrediet zijn niet
van toepassing (anciënniteit, in rekening brengen van de duur ervan in
functie van een maximumkrediet, plafond van 5 procent van de
werknemers dat de onderneming niet mag overstijgen, ...).
De overeenkomsten lopen telkens op zijn einde op de laatste dag van de
geldigheidsduur van de maatregel, dat is 31 december 2009 of, als de
regering, na advies van de Nationale Arbeidsraad, beslist de
maatregelen te verlengen na 31 december 2009 tot 30 juni 2010.
Bovendien kan een werknemer die, in de zes maanden voor deze nieuwe
wet van kracht gaat, zijn arbeidsprestaties al met de helft of 1/5
heeft verminderd door het normale tijdskredietstelsel toe te passen,
met terugwerkende kracht genieten van het nieuwe stelsel, op
voorwaarde dat hij een overeenkomst sluit met zijn werkgever en dat
die laatste gebonden is door een CAO of een ondernemingsplan, voor
zover de onderneming op dat moment beantwoordt aan de voorgenoemde
criteria. Concreet betekent dit dat de werknemer, indien het geval
zicht voordoet, enerzijds kan genieten van hogere uitkeringen gebonden
aan dit nieuwe stelsel en anderzijds zal de duur van de vermindering
van de geleverde arbeidsprestaties niet worden afgetrokken van het
krediet dat de maximale duur van het tijdskrediet vastlegt tijdens de
carrière van een werknemer.
2. Stelsel van tijdelijke en collectieve volledige of gedeeltelijke
schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst
Het gaat hier om een volledige of gedeeltelijke (instelling van een
stelsel van verminderde arbeidsprestaties van minstens 2 werkdagen per
week) schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst.
De sector- of ondernemings-CAO of het ondernemingsplan moet
vermelden:
* het bedrag van de vergoeding die door de werkgever wordt betaald
als supplement op de uitkering ten laste van de RVA voor de
schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst. Dit
supplement moet minstens gelijk zijn aan het supplement dat door
dezelfde werkgever wordt toegekend aan zijn werknemers die
genieten van de werkloosheidsuitkering ingeval van opschorting van
de uitvoering van het arbeidscontract bij gebrek aan werk om
economische redenen.
* de duur die voorzien is voor de volledige en/of gedeeltelijke
schorsing van de uitvoering van de arbeidstijd, mag niet meer mag
bedragen dan 16 weken voor een volledige schorsing en 26 weken
voor een gedeeltelijke schorsing.
De schorsing is slechts mogelijk nadat de werkgever aan de werknemer
alle recuperatiedagen heeft toegekend waarop deze recht heeft.
Om deze volledige of gedeeltelijke schorsing daadwerkelijk aan te
wenden, moet de onderneming eerst het bewijs leveren dat ze
beantwoordt aan de criteria die de ondernemingen in moeilijkheden
definiëren, en moet ze de werknemers en de RVA minstens zeven dagen op
voorhand op de hoogte te brengen van de volledige of gedeeltelijke
schorsing van de arbeidsovereenkomst.
De werknemer krijgt ten laste van de RVA een vergoeding voor de
schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst die overeenkomt
met 70 of 75 procent van het geplafonneerde salaris en een aanvulling
daarop ten laste van de werkgever. De uitkering samen met de
vergoeding mag meer bedragen dan 100 procent van het voorafgaandelijke
voltijdse salaris.
3. Besluit
Deze drie maatregelen zijn van toepassing van 1 juli tot 31 december
2009, en kunnen verlengd worden tot 30 juni 2010 na advies van de
Nationale Arbeidsraad.
Een rondzendbrief zal worden opgesteld waarin de drie maatregelen
worden meegedeeld aan de sociale partners en de ondernemingen zodat
deze alles in het werk kunnen stellen om deze drie maatregelen
onmiddellijk te kunnen toepassen vanaf het moment dat de wet in het
Belgisch Staatsblad zal zijn gepubliceerd.