NOS, Met het oog op morgen, Radio 1
Radio / TV-interview | 29-04-2009
Vicepremier Rouvoet, na afloop van de wekelijkse ministerraad, over de
Mexicaanse griep, het defilé op Koninginnedag en de geruchten over
abdicatie.
VULLINGS:
Meneer Rouvoet, heeft u al een mondkapje in huis?
ROUVOET:
Nee hoor, nee. Daar is gelukkig ook geen noodzaak voor. We zijn alert.
We zijn wel, als je kijkt naar de mondiale ontwikkelingen naar hoe dat
zich snel verspreidt, is er wel reden tot zorg. Maar tegelijkertijd
houden we voor Nederland zelf de situatie goed in de gaten en er is op
dit moment geen reden om dat soort voorzorgsmaatregelen te nemen.
VULLINGS:
Ik hoorde u op de persconferentie vertellen dat Nederland 4,5 miljoen
vaccinaties heeft liggen. We zijn met 16, 17 miljoen Nederlanders. Dan
hebben we er een paar tekort, of niet?
ROUVOET:
Even heel precies, het gaat niet om vaccinaties, hadden we die al maar
vast. Er wordt hard gewerkt aan de ontwikkeling van een vaccin,
daarmee kunnen we het voorkomen. Dit gaat om virusremmers, dus de
antivirale kuren. En met de hoeveelheid die wij inderdaad in Nederland
nu beschikbaar hebben - dat is 4,5 miljoen - kun je dus ook als zich,
stel dat, gelukkig zijn er geen aanwijzingen voor. Maar als het in
Nederland naar aanleiding van de wereldwijde ontwikkelingen zich op
grote schaal zou gaan voordoen, dan praat je over een pandemie, dan
heb je die hoeveelheid in ieder geval wel nodig. En met de hoeveelheid
die wij nu hebben, kunnen we dan voldoen om ook een pandemie het hoofd
te bieden. Dan hoef je dus niet voor iedere inwoner een dosis, een
kuur te hebben. Maar wel een zodanig aantal dat je die pandemie ook
goed kan bestrijden. En daarmee voldoen wij aan de normen.
VULLINGS:
Krijgt het kabinet dan eigenlijk met voorrang die antivirale middelen?
ROUVOET:
Nou nee, die vraag stellen is hem beantwoorden natuurlijk. Waar naar
gekeken wordt, en daar zijn strakke richtlijnen voor, collega Klink is
daar zeer zorgvuldig mee bezig, die heeft ook vandaag daar de nodige
voorlichting over gegeven, gaat in overleg met zijn collega's. Maar er
zijn geen voorrangsregels voor.
VULLINGS:
Je kan natuurlijk zeggen: dat beeld wil je voorkomen dat
hooggeplaatste mensen voorgetrokken worden. Aan de andere kant zit
niemand te wachten op een ziek kabinet.
ROUVOET:
Nee, maar ik denk dat er weinig instanties zijn, of autoriteiten zijn,
of sowieso mensen die erop zitten te wachten dat griep zich zal
voordoen in de omgeving. Maar nogmaals, er is ook geen reden om
voorrang te geven aan wie dan ook, omdat je met die hoeveelheid die
wij nou in huis hebben, waardoor we goed zijn voorbereid ook als de
situatie ernstiger zou worden dan hij nu in ieder geval voor Nederland
is, want er is in Nederland nog geen enkel geval vastgesteld, we
houden de vinger goed aan de pols. Met wat we nu hebben kunnen wij
inderdaad iedereen bedienen en hoef je ook geen voorrang te geven.
VULLINGS:
Maakt het kabinet zich wel zorgen?
ROUVOET:
Ja, we maken ons zorgen over de snelle verspreiding zoals we die de
afgelopen dagen gezien hebben. Eerst de ontwikkeling in Mexico,
naderhand ook dichterbij huis: Spanje, het Verenigd Koninkrijk,
Duitsland, andere landen waar op zijn minst nog gaat worden
vastgesteld, waar serieus gekeken wordt of er sprake is van
besmetting. Dat blijkt ook pas in latere instantie natuurlijk. In
Nederland doen we dat ook zorgvuldig, het heeft zich nog niet
voorgedaan. En we moeten natuurlijk wel zorgen dat we goed
geprepareerd zijn op nieuwe ontwikkelingen. Daar hebben we goede
draaiboeken voor. We hebben eerdere ervaring opgedaan bij zowel de
Sars als de vogelgriep zeg maar. En op basis van die ervaringen liggen
ook de draaiboeken klaar en nou we hebben de doses antivirale kuren
klaarliggen. De informatieverstrekking moet op orde zijn. Op dit
moment zorgen we in ieder geval dat iedereen die vanuit Mexico op
Schiphol binnen komt, dat die ook gewaarschuwd wordt: als u
griepachtige verschijnselen heeft, meld u ook bij uw huisarts zodat we
kunnen kijken of het deze variant is, deze griep is. Nou ja, dat zijn
dingen die je in deze fase ook echt moet doen. En we houden natuurlijk
nauw contact met de Wereld Gezondheids Organisatie, de WHO, en ook
onze Europese collega's om ons voortdurend te beraden op de noodzaak
tot aanvullende maatregelen.
VULLINGS:
Dan gaan we nu naar iets vrolijkers. Morgen is het Koninginnedag en
sinds 1980 hebben we voor het eerst weer een defilé. Roept dat bij u
nostalgische gevoelens op?
ROUVOET:
Toen ik het voor het eerst hoorde moest ik wel direct weer denken aan,
ik denk dat heel veel Nederlanders dat beeld nog goed op het netvlies
hebben van de defilés bij Paleis Soestdijk. Waarbij de Koninklijke
familie en Koningin Juliana op het bordes stonden. Ja, je ziet ook al
die foto's, in die zin wel nostalgische herinneringen. Het mooie vind
ik ook wel dat de reden voor deze eenmalige herstel van die traditie
is de honderdste geboortedag van Koningin Juliana. Dus ik vind het ook
een mooi gebaar, het zal morgen niet op Paleis Soestdijk zijn maar op
Het Loo.
VULLINGS:
Keek u vroeger dan ook altijd naar de tv, of luisterde u naar de
radio?
ROUVOET:
Ja, ik herinner me wel, het zal niet ieder jaar zijn geweest, maar met
een grote regelmaat keken we ook wel naar het defilé. Ik weet ook nog
wel dat je zeker op jongere leeftijd dat na een poosje wel gezien had,
want die groepen begonnen wel op mekaar te lijken zal ik maar zeggen.
Maar dat Koninginnedag vieren met elkaar, en tussendoor ook naar de
televisie kijken, dat hoorde wel bij elkaar. Ik geloof niet dat ik als
puber aan de buis gekluisterd zat de hele ochtend, maar een flink stuk
van het defilé pakte ik altijd wel mee.
VULLINGS:
Weet u nog wie toen het commentaar leverde op tv bij die defilés?
ROUVOET:
In ieder geval is dat een fase is dat Dick Passchier geweest.
VULLINGS:
Ja, klopt.
ROUVOET:
Ja dat weet ik nog wel ja.
VULLINGS:
Laten we even luisteren naar 'De Stalmeester' een conference van Wim
Sonneveld uit 1971. En dat gaat over het defilé. U kent het, u begint
al meteen te knikken?
ROUVOET:
Nou ik moet onmiddellijk aan een krentenmik en rhododendrons denken.
Maar misschien is het die niet.
VULLINGS:
Laten we daar even naar luisteren.
Fragment conference 'De Stalmeester' van Wim Sonneveld:
Op 30 april sta ik opzij van het bordes. Achter een conifeer. Men ziet
mij niet maar ik ben er wel, en zo hoort het ook want alles moet
gladjes verlopen. Met een blom op de tree en
geen last. Het is meer wat er zo de trede opkomt, wat er aangeboden
wordt. Neem nou bijvoorbeeld alleen maar eens even alle kruidenkoeken
en krentenmikken. Uit een of andere achterhoek van dit land. Ja, mijn
taak is dan: krentenmik aanpakken, tussen de tanden door sissen tegen
de geefster: knikje maken, achteruit de trap af en wegwezen. En daarna
de krentenmik achter de rhododendrons sodemieteren. Verder wordt er
ook absoluut niets weggegooid, alles wordt bewaard. Vanaf het
zelfgemaakte, zelfgeborduurde wandkleed tot aan de van luciferdoosjes
vervaardigde molens. En wat er meer aan goed bedoelde rotzooi de trap
op komt. Dat gaat allemaal hup de magazijnen in. Kaartje erbij van wie
het is en vooral wat het voorstelt. Want er wordt wat afgeprutst in
dit land.
VULLINGS:
Heeft u wel eens iets voor de Koningin 'in elkaar geprutst'?
ROUVOET:
Dan zou ik heel lang moeten nadenken. Misschien ooit een keer op
school maar ik geloof het niet nee.
VULLINGS:
U bent ook nooit naar Soestdijk geweest?
ROUVOET:
Nee, nou ja wel eens op Koninginnedag ook in de buurt geweest. Ik ben
geboren en getogen in Hilversum, dus het was bijna om de hoek zou ik
zeggen. Maar nooit op het moment van defilé daar ook echt gestaan. Ik
denk dat je er ook weinig kansen had omdat het vrij strak
georganiseerd was. Dat weet ik nog wel. Als je daar in de buurt was,
je kwam ook niet zomaar weer in de buurt van Paleis Soestdijk op zo'n
dag. Er waren behoorlijke maatregelen. Ook al om het allemaal gewoon
in goede banen te leiden.
VULLINGS:
Bij haar eerste Koninginnedag van Koningin Beatrix kondigde ze aan te
stoppen met het defilé. Ze zei: ik wil het moderner aanpakken, ik ga
voortaan het land in. Dit jaar weer een defilé. Sommige mensen
redeneren dan: de cirkel is rond, dit wordt het moment waarop ze haar
troonsafstand gaat aankondigen. Weet u daar meer van?
ROUVOET:
Ja, ik heb dat argument wel eens gehoord, of die gedachte gehoord. Ik
gaf al aan wat de reden is van het herstel, van het eenmalige herstel
van deze traditie. En dat is de honderdste geboortedag van Koningin
Juliana. En u en ik weten: uiteindelijk is er maar eentje die een
beslissing neemt over een eventuele troonsafstand en op welk moment
dat is. En dat is de Koningin zelf.
VULLINGS:
Maar iedereen denkt dan dat het kabinet natuurlijk van te voren wel
geïnformeerd wordt.
ROUVOET:
Als het al zo zou zijn, dan zou ik het u nu niet vertellen.
VULLINGS:
Wat jammer. Wat gaat u morgen doen?
ROUVOET:
Ik hoop in ieder geval met mijn kinderen Koninginnedag te kunnen gaan
vieren in mijn woonplaats. En er is nog een mooi Koninginnedagconcert
waarvoor ik uitgenodigd ben in ook mijn eigen woonplaats. Dus ja ook
na de ministerraad van vandaag hoop ik morgen in gezinsverband en met
vrienden een mooie dag te hebben. En we hopen natuurlijk erg dat het
mooi weer wordt. En we wensen de Koningin en haar familie, en
natuurlijk Pieter van Vollenhoven een hele mooie dag en een viering
van verjaardagen toe.
(letterlijke tekst, ongecorrigeerd, AK)
Ministerie van Algemene Zaken