Stichting FOM
Meer informatie
Contactperso(o)n(en): Gabby Zegers
27 april 2009, 2009/12
Lasertechniek ontmaskert invloed van omgeving op interne dans van molecuul
Promovendus Peter van der Walle en collega's van het FOM-Instituut
voor Atoom- en Molecuulfysica (AMOLF) en de Universiteit Twente hebben
met een makkelijk toepasbare techniek voor het eerst laten zien hoe
een oplosmiddel de interne dans van een molecuul beïnvloedt. Het
molecuul brachten zij met een op maat gemaakte laserpuls in een hogere
energietoestand. Deze puls 'past' op de interne dans van het molecuul,
waardoor de puls het molecuul efficiënter in de hogere toestand kan
brengen. Deze sturing werkt minder goed wanneer de omgeving de
beweging van het molecuul verstoort. De mate waarin het molecuul kan
worden gestuurd in verschillende oplosmiddelen, leert de onderzoekers
iets over de, op microscopisch niveau, nog slecht begrepen invloed van
oplosmiddelen. De resultaten worden deze week gepubliceerd in het
prestigieuze tijdschrift Proceedings of the National Academy of
Sciences.
Figuur 1. De compositie van een laser-stuurpuls
vergroten Figuur 1. De compositie van een laser-stuurpuls
Een evolutionair algoritme bepaalt de instelling van de pulsvormgever
door de feedback van een meting te optimaliseren. De feedback was de
gestimuleerde emissie band (grijs), gemeten door middel van een
pomp-probe experiment.
Figuur 2. Oplosmiddel beïnvloedt eigenschappen molecuul
vergroten Figuur 2. Oplosmiddel beïnvloedt eigenschappen molecuul
De onderzoekers hebben de gestimuleerde emissie van het
kleurstofmolecuul opnieuw gemeten met het molecuul in andere
oplosmiddelen: hexaan (driehoek), octaan (vierkant) en decaan
(cirkel). De gestippelde lijnen hebben dezelfde vorm en zijn alleen in
amplitude geschaald.
Figuur 3. Viscositeit is cruciale factor
vergroten Figuur 3. Viscositeit is cruciale factor
De mate waarin de gestimuleerde emissie vergroot kan worden hangt af
van de viscositeit van het oplosmiddel. Dit komt doordat elektronische
coherentie langer standhoudt als de viscositeit lager is.
De onderzoekers bestudeerden de invloed van de omgeving door eerst een
goede laser-stuurpuls voor excitatie van een bepaald kleurstofmolecuul
te zoeken en vervolgens deze puls te proberen op hetzelfde molecuul in
verschillende oplosmiddelen. Zij programmeerden de fase van de
laserpuls met behulp van een pulsvormgever. Deze techniek laat zich
vergelijken met muziek: de pulsvormgever maakt de laser-stuurpuls
zoals een componist een melodie maakt uit verschillende tonen, met de
frequenties uitgespreid over de tijd. Hoe beter deze melodie past bij
de interne dans van het molecuul, hoe efficiënter de excitatie. Een
algoritme optimaliseerde de pulsvorm om de gestimuleerde emissie
vanuit het molecuul te vergroten (Figuur 1).
Vervolgens passeerden verschillende oplosmiddelen de revue. Van der
Walle en zijn collega's concludeerden, de vergelijking met de muziek
doortrekkend, dat de melodie minder invloed heeft op het opgeloste
molecuul in bepaalde oplosmiddelen. Dat betekent dat daar de dans
verstoord is. De onderzoekers wilden vervolgens weten hoe lang het
duurde voordat de dans verstoord raakte: dat is de zogeheten
defaseringstijd. Defasering is het uit de pas (uit 'fase') raken van
een golf of trilling ten opzichte van een andere golf of trilling met
dezelfde frequentie. Deze tijd zegt iets over hoe lang coherentie in
een molecuul blijft bestaan en dus hoeveel tijd er beschikbaar is voor
het sturingsproces dat van deze coherentie gebruik maakt. De curven
(Figuur 2) laten het resultaat van deze metingen zien voor drie
verschillende oplosmiddelen: hexaan, octaan en decaan. Opvallend is
dat de curve in al deze oplosmiddelen dezelfde vorm heeft. Een tweede
punt dat duidelijk naar voren komt, is dat de amplitude van de curve
sterk afhangt van het gebruikte oplosmiddel. Dit verschil in amplitude
is een directe indicatie dat de defaseringstijd per oplosmiddel
verschilt.
Een simpel model relateert de fluctuaties in een oplosmiddel aan de
elektronische defaseringstijd van een hierin opgelost molecuul. Het
model voorspelt dat de defaseringstijd schaalt met de inverse van de
viscositeit. Figuur 3 laat zien in welke mate de gestimuleerde emissie
vergroot wordt door de optimale puls, uitgezet tegen de inverse
viscositeit. Het duidelijke lineaire verband laat zien dat dit model
de metingen goed kan verklaren. Hiermee leggen de onderzoekers de
basis voor theoretisch en experimenteel onderzoek te doen naar de
microscopische verklaringen van defasering.
Referentie:
Peter van der Walle, Maaike Milder, Kobus Kuipers en Jennifer Herek,
'Quantum control experiment reveals solvent induced decoherenc',
Proceedings of the National Academy of Sciences of the United States
of America, http://www.pnas.org/content/early/recent.