1 1
> Retouradres: Postbus 20901, 2500 EX Den Haag
De voorzitter van de Tweede Kamer Plesmanweg 1-6
der Staten-Generaal 2594 JG Den Haag
Binnenhof 4 Postbus 20901
2500 EX Den Haag
2513 AA DEN HAAG T 070 351 61 71
F 070 351 78 95
Contactpersoon
---
T -
Ons kenmerk
VENW/DGLM02009/1639
Uw kenmerk
Datum 28 april 2009 31700-56
Onderwerp Commissievragen Verkeer en Waterstaat Bijlage(n)
---
Geachte voorzitter,
Hiermee beantwoord ik de vragen die uw vaste commissie voor Verkeer en
Waterstaat heeft gesteld over het gewijzigde tarievenbesluit en het besluit
ongeregeld luchtvervoer (kamerstuknummer 31700-56).
1. Kunt u toelichten wat u bij Artikel 6 lid c van het gewijzigde tarievenbesluit
ongeregeld luchtvervoer bedoelt met `het uitgangspunt van wederkerigheid'?
Beoogt u hiermee een beleidswijziging of bent u van mening dat deze
wederkerigheid met ons omringende landen als Duitsland, Frankrijk, en Groot
Brittannië reeds bestaat?
1. Met het uitgangspunt van wederkerigheid uit artikel 6 sub c van het Besluit
ongeregeld luchtvervoer (hierna: BOL) wordt geen beleidswijziging beoogd. Er
wordt evenmin gedoeld op wederkerigheid met de ons omringende landen als
Duitsland, Frankrijk en Groot-Brittannië. Het BOL is immers niet van toepassing
op vluchten van ongeregeld luchtvervoer uit of naar landen behorende tot de
Europese Unie op grond van vigerende Europese regelgeving (zie artikel 2 BOL).
Met het uitgangspunt van wederkerigheid wordt gedoeld op het feit dat
toestemming voor ongeregeld vervoer naar of uit Nederland of met Nederland als
tussenstation aan luchtvaartmaatschappijen uit derde landen gekoppeld is aan de
voorwaarde van gelijke behandeling van aanvragen van in Nederland gevestigde
EU-luchtvaartmaatschappijen tot uitvoering van ongeregeld vervoer naar of uit
het desbetreffende derde land.
2. Bent u op de hoogte van het feit dat verordening 2409/92 waarnaar verwezen
wordt, inmiddels vervangen is door verordening 1008/2008? Bent u van plan of
bereid uw besluit hierop aan te passen?
2. In de nota van toelichting wordt inderdaad nog verwezen naar verordening
2409/92, die inmiddels is vervangen door verordening 1008/2008. Dit heeft voor
de reikwijdte van het Tarievenbesluit geregeld luchtvervoer echter geen gevolgen,
aangezien het Tarievenbesluit geregeld vervoer primair toeziet op tarieven voor
geregeld luchtvervoer tussen Nederland en derde landen buiten de Europese Unie.
Het is dus niet noodzakelijk het besluit zelf hierop aan te passen.
a
Pagina 1 van 2
3. Is het waar dat een liberaler tarievenregime waarvan sprake is voor onder
Ons kenmerk
andere Suriname inhoudt dat de tarieven voortaan niet meer beoordeeld worden? VENW/DGLM02009/1639
Waarom wordt hiervoor gekozen terwijl de luchtvaartmarkt nog niet volledig open
is en dus ook niet volledig kan werken?
3. Onder geliberaliseerde tarievenregimes zoals die zijn ingevoerd in onder meer
de Luchtvaartovereenkomst met Suriname, hoeven luchtvaartmaatschappijen de
door hen gehanteerde tarieven niet meer ter goedkeuring voor te leggen aan de
Partijen bij de Overeenkomst (bijvoorbeeld Nederland en Suriname).
Om te waarborgen dat luchtvaartmaatschappijen geen misbruik maken van hun
bevoegdheid om de tarieven vast te stellen op basis van commerciële
overwegingen, is gezamenlijk ingrijpen door Partijen onder liberalere
tarievenregimes nog wel mogelijk in bepaalde specifiek omschreven gevallen,
zoals bijvoorbeeld in geval van het hanteren van onredelijk hoge prijzen als
gevolg van misbruik van een dominante positie van een luchtvaartmaatschappij.
Hiermee wordt ook bij niet volledig open regimes gewaarborgd dat de
gehanteerde tarieven op een redelijk peil worden vastgesteld.
4. Kunt u toelichten wat u verstaat onder `volle tevredenheid van
belanghebbenden' als u het heeft over het beleidskader ongeregeld luchtvervoer?
Klopt het dat in dit beleidskader uit maart 2007 een spoedige nadere invulling
was afgesproken? Heeft u er zicht op wanneer deze nadere invulling plaats gaat
vinden?
4. Hiermee wordt tot uitdrukking gebracht dat het herziene beleidskader
ongeregeld vervoer mede tot stand is gekomen op basis van consultatierondes
met de Nederlandse luchtvaartsector en dat het aangepaste beleid hun
instemming geniet. Het is correct dat er in het beleidskader uit 2007 is
afgeproken dat er een nadere invulling van het vergunningenbeleid op het gebied
van ongeregeld vervoer zou volgen. Deze nadere invulling van het
vergunningenbeleid staat gepland voor de tweede helft van 2009 op basis van de
uitgangspunten van de Luchtvaartnota.
5. Kunt u aangeven of de vergunningverlening voor ongeregeld luchtvervoer door
uw inspectie altijd conform de luchtvaartovereenkomsten inzake zevende
vrijheden wordt uitgevoerd? Ook in het licht van de voorliggende wijziging van
het besluit om beter aan te sluiten bij de praktijk?
5. De vergunningverlening voor ongeregeld luchtvervoer door de IVW staat in
beginsel los van de luchtvaartovereenkomsten tussen Nederland en derde landen,
aangezien die betrekking hebben op geregelde diensten. De IVW houdt bij haar
beoordeling van de aanvraag wel rekening met de luchtvaartpolitieke context en
verhouding met het desbetreffende derde land.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
ir. Camiel Eurlings
Pagina 2 van 2
Ministerie van Verkeer en Waterstaat